Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 20 april 2014 te Amsterdam door geweld en/of een (andere) feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of een (andere) feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte
hij op of omstreeks 20 april 2014 te Amsterdam opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en / of beroofd gehouden, door haar vast te pakken en/of zijn arm om haar nek te slaan en haar zo in een klem te houden en te zeggen: "Stil, als jij je rustig houdt dan gebeurt er niks" en/of haar mee te nemen vanaf de bushalte richting [locatie 1] met zijn arm om haar middel en/of te zeggen: 'Even mijn mes weg steken" en/of haar mee te nemen naar de flat aan het [locatie 1] die het dichtst bij de Sloterplas ligt, genaamd [locatie 2] in het portiek en/of te dreigen dat hij dingen met haar zou doen die haar familie niet zou willen en/of haar vervolgens mee te nemen in de richting van de Sloterplas naar een paar bankjes en /of haar te dwingen mee te lopen naar een paar andere bankjes door weer een arm om haar middel te slaan en haar zo mee te nemen en/of wederom met zijn, verdachtes, arm om haar heen geslagen mee naar de Torenflat te lopen;
hij op of omstreeks 3 augustus 2014 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, door geweld en/of een (andere) feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of een (andere) feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft/hebben gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft /hebben verdachte en/of zijn mededader die [slachtoffer 2] vast gepakt en/of haar bij haar kleding gepakt en/of haar het park ingetrokken en/of
hij op of omstreeks 26 november 2015 te Amsterdam een of meer wapens van categorie III, te weten een volautomatisch aanvalsgeweer model AK-47 en/of een start/alarmpistool, en/of munitie van categorie III, te weten 32 knalpatronen, en/of een wapen van categorie 1, te weten een boksbeugel, voorhanden heeft gehad.
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
hij op 20 april 2014 te Amsterdam door geweld en door bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte
hij op 20 april 2014 te Amsterdam opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door haar vast te pakken en zijn arm om haar nek te slaan en haar zo in een klem te houden en te zeggen: “Stil, als jij je rustig houdt dan gebeurt er niks” en haar mee te nemen vanaf de bushalte richting [locatie 1] met zijn arm om haar middel en te zeggen: “Even mijn mes weg steken” en haar mee te nemen naar de flat aan het [locatie 1] die het dichtst hij de Sloterplas ligt, genaamd [locatie 2] in het portiek en te dreigen dat hij dingen met haar zou doen die haar familie niet zou willen en haar vervolgens mee te nemen in de richting van de Sloterplas naar een paar bankjes en haar te dwingen mee te lopen naar een paar andere bankjes door weer een arm om haar middel te slaan en haar zo mee te nemen en/of wederom met zijn arm om haar heen geslagen mee naar de Torenflat te lopen;
hij op 3 augustus 2014 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, door geweld en door bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen
die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers hebben verdachte en zijn mededader die [slachtoffer 2] vastgepakt
hij op 26 november 2015 te Amsterdam een wapen van categorie III, te weten een volautomatisch aanvalsgeweer model AK-47, en een wapen van categorie 1, te weten een boksbeugel, voorhanden heeft gehad.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Oplegging van straf en maatregel
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
de gederfde inkomstenuitvoerig onderbouwd en voldoende is gebleken dat deze kosten rechtstreeks het gevolg zijn van het handelen van de verdachte. Dat de benadeelde partij vóór haar verkrachting slechts een dienstverband had van 50% komt het niet hof niet onaannemelijk voor omdat zij destijds beginnend werkneemster was. Niet is gebleken noch aannemelijk geworden dat sprake was van een andere, dan door het bewezenverklaarde handelen van de verdachte veroorzaakte medische beperking waardoor de benadeelde partij niet in staat was haar uren uit te breiden en meer dan 50% te werken. Het door de verdediging aangevoerde ontbreken van causaal verband met het tenlastegelegde wordt dan ook als onvoldoende gemotiveerde betwisting terzijde geschoven. Een bedrag van € 9.091,18 komt voor vergoeding in aanmerking.
de reis- en parkeerkostendie, zo begrijpt het hof, gemaakt zijn in verband met ondergane behandelingen bij een psycholoog, bezoeken aan politie en justitie en haar werkgever. Aan dit onderdeel van de vordering zijn onder meer een overzicht met daarop ruim 120 afspraken, bijgevoegde brieven van BRight GGZ Jeugd en Gezin, GGD Amsterdam en de arbeidsdeskundige, evenals parkeerbonnen en betaalbewijzen, ten grondslag gelegd. Ten aanzien van de reiskosten is een forfaitair bedrag van € 0,29 per kilometer gehanteerd. Namens de benadeelde partij is bij de rechtbank en in hoger beroep uitvoerig toegelicht dat de genoemde afspraken zijn gemaakt in verband met het tenlastegelegde.
toekomstigereiskosten inmiddels heeft gemaakt en dat deze schade in rechtstreeks verband staat met het onder 1 en 2 bewezenverklaarde handelen van de verdachte.
materiële schade onder a), b), c), d), i) en k),welke schadeposten de verdediging niet betwist, geldt dat uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 782,89. Dit bedrag komt dan ook voor vergoeding in aanmerking.
immateriële schadeheeft geleden.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
BESLISSING
bewezendat de verdachte het onder
1, 2, 3 en 4ten laste gelegde heeft begaan.
gevangenisstrafvoor de duur van
40 maanden.
24 maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
ter beschikking wordt gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden:
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen,
teruggave aan de verdachtevan de in beslag genomen,
€ 30.252,24 (dertigduizend tweehonderdtweeënvijftig euro en vierentwintig cent) bestaande uit € 15.252,24
1 (één) dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 10.090 (tienduizend negentig euro) bestaande uit
€ 10.090 (tienduizend negentig euro) bestaande uit € 90 (negentig euro) materiële schade en € 10.000 (tienduizend euro) immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
85 (vijfentachtig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
de mededadervan de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.