Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2]
niet-ontvankelijk.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1968, was werkzaam als portier in een uitgaansgelegenheid in Schagen. Hij werd beschuldigd van mishandeling van twee slachtoffers in twee afzonderlijke incidenten. In het eerste incident, op 16 maart 2016, heeft de verdachte [slachtoffer 1] geduwd en geslagen nadat deze zich agressief gedroeg. Het hof oordeelde dat de verdachte zich verdedigde tegen een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding door [slachtoffer 1], en dat zijn reactie proportioneel was, waardoor het beroep op noodweer slaagde.
In het tweede incident, op 22 april 2016, was de verdachte opnieuw als portier werkzaam en werd hij geconfronteerd met [slachtoffer 2], die zich agressief gedroeg. Na een confrontatie waarbij [slachtoffer 2] de verdachte sloeg, reageerde de verdachte door terug te slaan. Het hof oordeelde wederom dat de verdachte zich verdedigde tegen een wederrechtelijke aanranding en dat zijn reactie gerechtvaardigd was.
Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde mishandelingen, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de gedragingen als wederrechtelijk konden worden aangemerkt. De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] werd niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte niet schuldig was bevonden aan de ten laste gelegde feiten.