ECLI:NL:GHAMS:2017:2894
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 11 mei 2016 was gewezen. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], was in hoger beroep gekomen tegen een eerder vonnis, maar heeft geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren geuit. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een inhoudelijke behandeling van de zaak rechtvaardigt. De belangen van de benadeelde partij zijn niet zwaarwegend genoeg om tot een inhoudelijke behandeling over te gaan. Daarom heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 juli 2017.