ECLI:NL:GHAMS:2017:3098
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht van de Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders tegen gerechtsdeurwaarders inzake publicatie en tuchtrechtelijke aansprakelijkheid
In deze zaak heeft de Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders (KBvG) op 1 maart 2017 een klacht ingediend tegen zeven gerechtsdeurwaarders. De klacht betreft een publicatie op de website van een stichting waar deze gerechtsdeurwaarders bij zijn aangesloten. De KBvG stelt dat deze publicatie in strijd is met de artikelen 1 en 12 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders en artikel 1 van de Verordening KBvG normen voor kwaliteit. De kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam heeft de KBvG in haar klacht niet-ontvankelijk verklaard, wat de KBvG niet accepteert.
De zaak is behandeld op 8 juni 2017, waarbij de KBvG en de gerechtsdeurwaarders hun standpunten hebben toegelicht. De kamer heeft geoordeeld dat het handelen van de stichting niet onder het tuchtrecht valt, en dat er onvoldoende bewijs is dat de gerechtsdeurwaarders zich schuldig hebben gemaakt aan tuchtrechtelijk laakbaar gedrag. Het hof heeft echter geoordeeld dat de KBvG ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard, maar volgt de kamer in haar conclusie dat de klacht ongegrond is. De publicatie op de website van de stichting wordt als reclame gezien en de verantwoordelijkheid ligt bij het bestuur van de stichting, niet bij de individuele gerechtsdeurwaarders.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beslissing vernietigd en de klacht tegen de gerechtsdeurwaarders ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door de rechters J.C.W. Rang, J.M. de Jongh en L.J. Saarloos op 1 augustus 2017.