ECLI:NL:GHAMS:2017:4126

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 oktober 2017
Publicatiedatum
11 oktober 2017
Zaaknummer
23-0003337-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep doodslag met vrijspraak van moord en strafmaatappel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van moord, maar het hof heeft hem vrijgesproken van dit onderdeel van de tenlastelegging. De zaak betreft een dodelijke steekpartij die plaatsvond op 1 augustus 2014, waarbij de verdachte zijn huisgenoot heeft omgebracht. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk met een mes meerdere keren in de hals en nek van het slachtoffer heeft gestoken, wat heeft geleid tot diens overlijden. De rechtbank had de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar, maar het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een verstandelijke beperking. Het hof heeft de straf verlaagd naar 9 jaar, met aftrek van voorarrest, en heeft de verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht. De uitspraak benadrukt de ernst van het feit en de impact op de rechtsorde, maar ook de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, zoals de provocaties van het slachtoffer en de geestelijke toestand van de verdachte op het moment van de daad.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000337-17
datum uitspraak: 6 oktober 2017
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 25 januari 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-669037-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964,
thans gedetineerd in P.I. Ter Apel, Gevangenis te Ter Apel,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 26 september 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 1 augustus 2014, althans op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2014 tot en met 4 augustus 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk (en met voorbedachten rade) [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet (en na kalm beraad en rustig overleg) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in de hals en/of nek en/of schouder en/of rug gesneden en/of gestoken, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank
Vrijspraak moord
Ten aanzien van de vraag of de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld en zich schuldig heeft gemaakt aan moord, overweegt het hof dat voor een bewezenverklaring van het bestanddeel “met voorbedachten rade” moet komen vast te staan dat de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Met de advocaat-generaal en de raadsman is het hof van oordeel dat op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep niet kan worden vastgesteld dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld, zodat het hof de verdachte van dit bestanddeel zal vrijspreken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 1 augustus 2014 te Amsterdam opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet die [slachtoffer] meermalen met een mes, in elk geval met een scherp en/of puntig voorwerp in de hals en nek en schouder gesneden en/of gestoken, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
doodslag.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de rechtbank de teruggave aan [naam] gelast van een aantal inbeslaggenomen voorwerpen en de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelast van een aantal andere inbeslaggenomen voorwerpen.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van doodslag zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat ten aanzien van de in beslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen conform het vonnis van de rechtbank zal worden beslist.
De raadsman heeft verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, in het bijzonder zijn verstandelijke beperking, en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd. Het slachtoffer was een bijzonder moeilijke man in de omgang, die de avond van het ten laste gelegde dronken was en met een agressieve houding de verdachte in hun gezamenlijk woonverblijf hinderde. De verdachte voelde zich in toenemende mate gekrenkt door de beledigingen van het slachtoffer die ook herhaaldelijk gezinsleden van de verdachte betroffen, hetgeen uiteindelijk tot een agressiedoorbraak bij de verdachte heeft geleid. De verdachte had vanwege zijn verstandelijke beperking onvoldoende vermogen te kunnen omgaan met de heftige woedegevoelens die bij hem opkwamen toen het slachtoffer hem de bewuste avond wederom op agressieve en beledigende wijze bejegende. De verdachte was in enigszins verminderde mate in staat om zijn wil te bepalen ten aanzien van het ten laste gelegde. Hij heeft geen relevante justitiële documentatie en het recidiverisico wordt ingeschat als laag.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich op 1 augustus 2014 schuldig gemaakt aan doodslag op zijn huisgenoot [slachtoffer] . De verdachte heeft het slachtoffer in zijn eigen woning op gruwelijke wijze om het leven gebracht. Hij heeft meermalen op het slachtoffer ingestoken en –gesneden, ten gevolge waarvan het slachtoffer is overleden. Na het insteken op het slachtoffer heeft de verdachte hem op het balkon voor dood achtergelaten, heeft hij de woning verlaten en is hij vrijwel direct naar het buitenland gevlucht. Deze handelwijze heeft ertoe geleid dat het slachtoffer eerst drie dagen later in een mensonterende toestand is aangetroffen.
Blijkens het pathologisch rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 15 augustus 2014 zijn aan het lichaam van het slachtoffer acht scherprandige huidletsels waargenomen die het gevolg waren van meermalen bij leven opgelopen steek- en snijverwondingen. Links in de hals waren vijf bij leven opgelopen steek-en snijverwondingen passend bij ten minste vijfmaal steken en/of snijden met een scherp en puntig voorwerp zoals een mes. In de steekkanalen waren beiderzijds de grote halsvaten (slagaders en aders) doorgesneden en waren het strottenhoofd en de halswervelkolom gekliefd. Voorts was er een bij leven opgelopen steekwond linksboven aan de rug met perforatie van de rugspieren, en waren er snijwondjes aan de vingers van de linkerhand.
Het slachtoffer heeft geen schijn van kans gehad en is als het ware afgeslacht door de verdachte.
De verdachte heeft door zijn handelen inbreuk gemaakt op het meest fundamentele recht van eenieder, het recht op leven, en heeft daarmee geen enkel respect getoond voor het menselijk bestaan. Het staat buiten kijf dat een dergelijk strafbaar feit de rechtsorde op buitengewoon ernstige wijze schokt en in de samenleving gevoelens van angst en onveiligheid teweegbrengt.
De verdachte heeft, na zijn eerdere ontkennende verklaringen, in hoger beroep bekennende verklaringen afgelegd en openheid van zaken gegeven. Hieruit is naar voren gekomen dat de verdachte de twee weken voorafgaand aan het bewezenverklaarde feit door herhaaldelijke door het slachtoffer geuite beledigingen van de moeder, zus en dochter van de verdachte en door fysieke opdringerigheid van het slachtoffer zich in toenemende mate gekrenkt heeft gevoeld. De verdachte heeft het slachtoffer herhaaldelijk gevraagd, ook op de bewuste avond, te stoppen met zijn beledigingen maar vond bij hem geen gehoor. Toen het slachtoffer zich op de avond van het bewezenverklaarde in dronken toestand wederom aan de verdachte opdrong en zijn familie beledigde, is de verdachte in een staat van woede geraakt en heeft hij het bewezenverklaarde feit gepleegd.
Hoewel het hof het aannemelijk acht dat de verdachte zich zeer getergd heeft gevoeld, acht het hof de extreem gewelddadige wijze waarop de verdachte uiting heeft gegeven aan zijn gevoelens volstrekt onaanvaardbaar. De verdachte heeft verklaard dat het slachtoffer – met dezelfde culturele achtergrond als de verdachte – zelf de dood heeft gezocht door te volharden in zijn beledigingen. Hiermee heeft de verdachte ervan blijk gegeven weinig inzicht te hebben in de ernst en strafwaardigheid van zijn handelen.
De verdachte is blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 22 september 2017 niet eerder strafrechtelijk onherroepelijk veroordeeld. Desalniettemin zou het hof op grond van het bovenstaande oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren gerechtvaardigd hebben geacht, indien de verdachte zijn daad volledig had kunnen worden toegerekend. Daarbij is gelet op de straffen die door rechters in soortgelijke gevallen zijn opgelegd.
Naar de persoon van de verdachte is evenwel onderzoek gedaan door GZ-psycholoog [psycholoog] . Hij heeft twee rapportages over de verdachte uitgebracht, respectievelijk het Psychologisch onderzoek Pro Justitia van 15 augustus 2016 en het Aanvullend psychologisch onderzoek Pro Justitia van 17 september 2017. Uit voornoemde rapportages is onder meer gebleken dat bij de verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een verstandelijke beperking. Deze gebrekkige ontwikkeling was aanwezig ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde en heeft hierin enigszins doorgewerkt. Door de verstandelijke beperking van de verdachte en de beperkte copingvaardigheden die dit met zich mee brengt, was de verdachte minder dan de gemiddelde mens in staat om de heftige woedegevoelens die plotseling opkwamen adequaat te reguleren. Op grond hiervan was de controle van de verdachte over zijn gedrag wat beperkt. Geadviseerd wordt om de verdachte het ten laste gelegde in een verminderde mate toe te rekenen.
Het hof verenigt zich met deze conclusie, neemt die over en maakt haar tot de zijne.
Het hof ziet in de geestelijke toestand van de verdachte op het moment dat hij het feit pleegde aanleiding om enigszins van de door de rechtbank opgelegde straf en de door de advocaat-generaal gevorderde straf af te wijken.
Het hof acht, al het voorgaande afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van negen jaren, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op artikel 287 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan [naam] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
30 1.00 STK Broek Kl: Bruin – 4807858
31 1.00 STK Vest Kl: Rood Fleece – 4807860
32 1.00 STK Vest Kl: Groen Fleece – 4807863
33 1.00 STK Shirt Kl: Blauw – 4807866
34 2.00 STK Schoenen Kl: Bruin VANS – 4807866
54 2.00 STK Sok Kl: Zwart – 4807872
55 1.00 STK Riem Kl: Bruin Cole Haan - 4807878
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. STK Vloerbedekking Vloerkleed - 4807219
2 1.00 STK Handdoek – 4807232 met bloed
3 1.00 STK Glas - 4807235
4 1.00 STK Aardappelschilmesje Kl: Wit links - 4807237
5 1.00 STK Aardappelschilmesje Kl: Wit Rechts - 4807238
6 1.00 STK Doek Kl: Geel Vaatdoek - 4807239
7 1.00 STK Tandenborstel - 4807246
8 1.00 STK Tandenborstel - 4807246
9 1.00 STK Tandenborstel - 4807248
10 1.00 STK Ring – 4807250
11 1.00 STK Tandenborstel – 4807251
12 1.00 STK Vloerkleed – 4807220
13 1.00 STK Tandenborstel - 4807255
14 1.00 STK Tandenborstel – 4807258
15 1.00 STK Mes Kl: Rood Afbreekmes – 4807260
16 1.00 STK Theedoek Kl: rood/wit – 4807261
17 1.00 STK Broek Kl: Beige – 4807222
18 1.00 STK Broek Kl: Blauw – 4807223
19 1.00 STK Overhemd Kl: Paars Geruit – 4807226
20 1.00 STK Shirt Kl: Wit – 4807227
21 1.00 STK Trui Kl: Groen – 4807228
22 1.00 STK Trui Kl: Blauw – 4807231
23 5.00 STK Bier HEINEKEN Blikje – 4808577
24 1.00 STK Sanitair Kraan - 4810324
25 1.00 STK Shirt - 4810347
26 1.00 STK Handdoek - 4810350
27 1.00 STK Shirt Kl: Wit - 4810352
28 2.00 STK Schoeisel Slipper - 4810355
29 1.00 STK Ondergoed onderbroek – 4810357
35 1.00 STK Vuilnisbak Kl: Grijs – 4811276
36 1.00 STK Vuilnisbak Kl: Grijs Deksel - 4811277
37 9.00 STK Schoonmaakmiddel – 4811279 7 x schoonmaakmiddel 2 x aluminiumfolie
38 4.00 STK Fust Vat - 4811283
39 Geld Euro 40.00 - 4811285
40 3.00 STK Fust Verpakking - 4811287
41 3.00 STK Bord - 4811288
42 2.00 STK Doos – 4811296 pakjes tomatenpasta
43 9.00 FLS Fles – 4811299 yoghurt, melk, spa, sap, zuur, blik bier
44 8.00 FLS Fles – 4811304 3 x deo, oordruppels, axe douche gel
45 1.00 STK Bord - 4811325
46 1.00 STK Vuilniszak Kl: Zwart - 4811334
47 1.00 STK Buis Kl: Wit Sifon - 4873034
48 1.00 STK Buis Kl: Wit Sifon - 4873036
49 1.00 STK Buis Kl: Wit Sifon - 4873037
50 1.00 STK Laken Kl: Blauw Hoeslaken - 4878184
51 1.00 STK Schoeisel Kl: Zwart Sandaal - 4878186
52 1.00 STK Overhemd Kl: Grijs - 4878191
53 1.00 STK Handdoek Kl: Roze - 4878194
56 1.00 PR Schoenen Kl: Zwart KALENJI maat 45 - 5139511
57 1.00 STK USB-stick (memorykaart) - 4807225
58 1.00 STK Zaktelefoon Kl: zwart ALCATEL One Touch - 5139516
59 1.00 STK Zaktelefoon Kl: zwart SAMSUNG GALAXY S5 - 4810098
60 1.00 STK Zaktelefoon Kl: zwart SAMSUNG - 4807093
61 1.00 STK Zaktelefoon Kl: zwart NOKIA - 4807095
62 1.00 STK Zaktelefoon Kl: zilver - 4807352
63 1.00 STK Simkaart van zaktelefoon LYCA - 4807103
64 8.00 STK Papier Kl: wit - 4807283
65 1.00 STK Zaktelefoon Kl: zwart Iphone 4 - 4807287
66 1.00 STK Zaktelefoon Kl: zwart NOKIA - 4807294
67 1.00 STK Papier Kl: wit – Stortingsbewijs Ing 4807298
68 2.00 STK Papier - 4807304
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.E. Kleene-Krom, mr. M.J.A. Duker en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van mr. E.C. van der Drift, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 oktober 2017.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]