3.1. (i) [X] (hierna: [X] ) en [Y] (hierna: [Y] ) zijn samen de enig (indirect) bestuurders en aandeelhouders van Amsterdam Properties c.s. [X] en [Y] oefenen via deze vennootschappen een cateringbedrijf uit. De vennootschap Amsterdam Properties B.V. is opgericht op 15 januari 2007. De doelomschrijving van deze vennootschap luidt (volgens het uittreksel uit het handelsregister): “verkrijgen, beheren en exploiteren van- en beschikken over onroerend goed”.
(ii) Op verzoek van Amsterdam Properties c.s. heeft de toenmalige Fortis Bank
(Nederland) N.V. (hierna ook: ABN Amro) aan hen begin 2007 een aanbod
gedaan om de aankoop van het pand gelegen aan de Prinsengracht 581-583 te Amsterdam, plaatselijk bekend als “Cristoforie” (hierna: het pand), te financieren.
(iii) De kredietofferte van 22 januari 2007 luidt, voor zover van
belang, als volgt:
“Onderwerp: Algemene kredietofferte
Geachte directie,
Met genoegen delen wij u mede, dat wij bereid zijn uw vennootschappen, het navolgende kredietarrangement ter beschikking te stellen.
FACILITEITEN
Een 25-jarige hypothecaire geldleninggroot in hoofdsom EUR 3.750.000, =
(…)
Doel: aankoop onroerend goed aan de Prinsengracht 581-583 te Amsterdam.
Rente en aflossing: te betalen op basis van kwartaalannuïteiten, te voldoen voor het eerst op 1 april 2007 en voor het laatst op 1 januari 2032.
Rente/duur/aflossing: 4,95% per jaar tot 1 apri1 2027; kwartaalannuïteit
aflossing: EUR 65.575,21.
(…)
De afsluitprovisie bedraagt EUR 4.500,- te voldoen bij het afsluiten van de lening.
(…)
Indien na tijdige schriftelijke acceptatie de hypothecaire lening niet binnen de gestelde termijn tot stand is gekomen, vervalt deze aanbieding (...).
ZEKERHEDEN
(…)
- Een bankhypotheek, 1e in rang groot EUR 4.000 000, = op de registergoederen staande en gelegen aan de Prinsengracht 581-583 te Amsterdam.
- Verpanding van huurpenningen (...).
OVERIGE BEPALINGEN
(…)
Op onze rechtsverhouding zijn mede de Algemene Voorwaarden, de Algemene Kredietvoorwaarden en de Algemene Voorwaarden van Hypotheekverlening van Fortis Bank van toepassing, die worden geacht integraal onderdeel van deze Algemene kredietofferte uit te maken.
(...)”.
(iv) Amsterdam Properties c.s. hebben de kredietofferte op 23 januari 2007 voor akkoord ondertekend waarmee de overeenkomst (hierna ook: de kredietovereenkomst) tussen partijen tot stand is gekomen.
( v) Op 2 februari 2007 werd Amsterdam Properties eigenares van het pand. Door de
bank is op basis van de kredietovereenkomst een lening van € 3.750.000,- aan Amsterdam Properties c.s. verstrekt. De koopsom voor het pand bedroeg € 4,5 miljoen.
(vi) Bij notariële akte van 2 februari 2007 is ten behoeve van de bank een eerste recht
van hypotheek gevestigd op het pand voor een bedrag van € 4 miljoen in hoofdsom, te
vermeerderen met rente en kosten van € 2 miljoen (hierna: de hypotheekakte). In de
hypotheekakte is onder het kopje “Algemene Voorwaarden” het volgende opgenomen:
“Op de hypotheekverlening zijn - voor zover hiervan in deze akte niet is afgeweken - van toepassing:
- de Algemene Voorwaarden van hypotheekverlening van de Bank (..)
- de Algemene Kredietvoorwaarden van de Bank;
- de Algemene Voorwaarden van de Bank.
De kredietnemer/hypotheekgever verklaart met alle vermelde Algemene Voorwaarden, die (...) voorzover in deze akte niet is afgeweken daarvan deel uit maken, bekend te zijn en akkoord te gaan en de tekst van deze Algemene Voorwaarden te hebben ontvangen.”
(vii) In de in de kredietovereenkomst en de hypotheekakte van toepassing verklaarde
“Algemene Kredietvoorwaarden van de Bank” (hierna: de Algemene Kredietvoorwaarden) is, voor zover van belang, in artikel 5.4 (Vervroegde aflossing) het volgende bepaald:
“Vervroegde algehele of gedeeltelijke aflossingen op de Lening zijn uitsluitend mogelijk in geval van daartoe strekkende voorafgaande schriftelijke toestemming van de Bank aan de Geldnemer. De Bank is gerechtigd aan het verlenen van een dergelijke toestemming voorwaarden te verbinden. De Geldnemer is in geval van vervroegde aflossing van een gewone Lening een extra rente verschuldigd gelijk aan de contante waarde van de overeengekomen rente over het afgeloste bedrag, berekend
over de resterende looptijd van de rentevastperiode van de Lening, verminderd met de contante waarde van de rente die de Bank zou ontvangen door het bedrag van de vervroegde aflossing voor die resterende looptijd uit te zetten op de interbancaire markt (…)”
(viii) In artikel 1.10 van de Algemene Kredietvoorwaarden is “Lening” als volgt
gedefinieerd:
“gewone geldleningen en roll over-geldleningen van de Bank aan de Geldnemer”
(ix) Gedurende het jaar 2013 heeft de bank Amsterdam Properties c.s. vrijgesteld van
hun aflossingsverplichtingen. Begin 2014 hebben Amsterdam Properties c.s. de bank
wederom verzocht de aflossingen te mogen opschorten. Dit verzoek heeft de bank
afgewezen.
( x) In september 2014 heeft Amsterdam Properties het pand (zonder voorafgaande
toestemming van de bank) verkocht. Op 19 september 2014 hebben Amsterdam Properties c.s. de bank telefonisch verzocht opgave te doen van het bedrag dat moest worden betaald aan rente en aflossing om royement van de hypotheek te bewerkstelligen.
(xi) Vervolgens heeft de bank aan Amsterdam Properties c.s. een aflossingsvoorstel
gestuurd. In dit voorstel staat een bedrag van € 815.062,22 aan “vergoeding voor geleden verlies en gederfde winst” vermeld.
(xii) Per e-mail van 22 september 2014 heeft Amsterdam Properties ( [Y] ) de bank om uitleg gevraagd:
“Nu zie ik hier opeens een boeterente staan bij de verkoop van het pand?
Kun je me laten zien waar je dit op baseert in de onderhavige Fortis Voorwaarden?”
(xiii)Vervolgens is enige verwarring ontstaan over de toepasselijke algemene
voorwaarden omdat een medewerker van de bank per abuis aan [Y] (Amsterdam
Properties c.s.) de algemene voorwaarden van de bank toestuurde die van toepassing zijn op hypotheekleningen aan particulieren. Dit resulteerde in de volgende e-mail van [Y] van 24 september 2014 aan de bank:
“(…) Ik was en ben nog steeds ontstemd over je email (...).
Ik zal uitleggen waarom.
Ik vraag telefonisch (in verband met de mogelijke verkoop) vorige week vrijdag om de aflossingsnota per 1 november aanstaande. Over vervroegd aflossen heb ik niet gesproken. Gegeven de financiële positie van de onderneming was en is hier ook geen sprake van. Zoals je weet hebben we één jaar helemaal niet kunnen (en kunnen we dat nog steeds niet) afgelost.
Jij stuurt vervolgens een antwoord alsof ik vervroegd wil aflossen, in mijn email van de 23e memoreer ik nogmaals dat dat niet het geval is. Ik ga niet vervroegd aflossen, niet naar een andere geldgever, ik wil verkopen.
Nu je op de gedachte staat dat ik wil aflossen, beroep je je op artikel 2b van de onderhavige voorwaarden. Dat lijkt me niet juist.
Bij verkoop is het, zoals je weet, anders. Ik haal de artikel aan van de Algemene voorwaarden:
>BEGIN<
Artikel 1: Definities
f. het verbondene: het registergoed of de registergoederen, zowel tezamen als ieder afzonderlijk, waarop ten behoeve van de bank hypotheek is verleend (..).
Artikel 2: Vervroegde aflossingen
c. in afwijking van het in artikel 2.b bepaalde, is de schuldenaar bevoegd ZONDER tot enige boetebetaling verplicht te zijn:
2. tot algehele aflossing over te gaan bij juridische overdracht van het verbondene
>EINDE<
Nu wij voornemens zijn het verbondene juridisch over te dragen, is er geen boete betaling verplicht.
Ondanks jouw zeer verontrustende berichten, hebben wij besloten (tezamen met onze Register Accountant) de bijeenkomst met de serieuze potentiële koper morgen doorgang te laten vinden. De druk teneinde terdege voor te bereiden is nu zeer hoog. Derhalve ga ik ervan uit dat ik je reactie (met gecorrigeerde juiste aflossingsnota) morgenmiddag tegemoet kan zien.”
(xiv) Bij e-mail van 25 september 20l4 heeft (de medewerker van) de bank aan [Y] (Amsterdam Properties c.s.) bericht dat zij per ongeluk “de particuliere in plaats van de zakelijke voorwaarden” heeft toegestuurd en heeft zij alsnog de zakelijke voorwaarden (de Algemene Kredietvoorwaarden) toegestuurd.
(xv) De advocaat van Amsterdam Properties c.s. heeft de bank bij brief van
12 november 2014 gesommeerd mee te werken aan vrijgave van het hypotheekrecht zonder betaling van de beëindigingsvergoeding. De bank heeft dit geweigerd.
(xvi) Bij brief van 1 december 2014 aan (de advocaat van) Amsterdam Properties c.s.
heeft de bank in reactie op de brief van de advocaat van 12 november 2014 en de
dagvaarding uiteengezet op welke gronden de bank aanspraak meent te kunnen maken op de beëindigingsvergoeding.
(xvii) Op 31 december 2014 is het pand aan de koper geleverd. De koopprijs bedroeg
€ 5.525.000,-. De bank heeft royement van haar hypotheekrecht verleend tegen betaling van een bedrag van (voor zover van belang) € 739.098,26 aan beëindigingsvergoeding. Amsterdam Properties c.s. heeft deze beëindigingsvergoeding voldaan uit de verkoopopbrengst van het pand. Na voldoening van alle kosten en aflossing van de tweede hypotheek resteerde voor Amsterdam Properties c.s. een bedrag van ruim € 500.000,-.