ECLI:NL:GHAMS:2017:4463
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling met een tas
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling voor mishandeling. De verdachte was eerder door de politierechter in de rechtbank Amsterdam veroordeeld voor het mishandelen van een aangever, die een wond op zijn hoofd opliep nadat een tas hem raakte. De verklaringen van getuigen verschilden over de manier waarop de verdachte de tas had gehanteerd, of deze was gegooid of geslagen. Het hof oordeelde dat deze verschillen in verklaringen onvoldoende aanleiding gaven om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de getuigen. Het hof bevestigde de eerdere veroordeling, met de opmerking dat voor de bewezenverklaring niet vereist is om een keuze te maken tussen het gooien of slaan met de tas.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 3 oktober 2017 heeft de raadsman van de verdachte gepleit voor vrijspraak, onder andere omdat niet kon worden vastgesteld of de verdachte daadwerkelijk met de tas had geslagen of gegooid. De advocaat-generaal stelde echter dat er wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte de aangever had geslagen of gegooid met een hard of zwaar voorwerp, gezien de aangifte en de verwondingen van de aangever. Het hof verwierp de verweren van de raadsman en oordeelde dat de aangifte en getuigenverklaringen voldoende bewijs boden voor de veroordeling.
Het hof heeft ook de verweren met betrekking tot andere feiten, zoals spugen naar een verbalisant en vernieling, verworpen. De verklaringen van de verbalisanten en het bewijs uit het dossier waren voldoende om de veroordeling te handhaven. Uiteindelijk bevestigde het hof het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van de overwegingen die in het arrest zijn opgenomen.