Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Tenlastelegging
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 15 oktober 2003 tot en met 9 juli 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland en/of in Suriname, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet voornoemde (al dan niet zwangere) [slachtoffer 1] eenmaal of meermalen (met kracht) tegen de buik en/of tegen het/de (dij)be(e)n(en) en/of elders tegen het lichaam heeft getrapt en/of geschopt en/of eenmaal of meermalen tegen het gezicht en/of tegen het hoofd en/of tegen het/de be(e)n(en) en/of tegen de rug en/of tegen de buik en/of elders tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 15 oktober 2003 tot en met 9 juli 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland en/of in Suriname, (telkens) opzettelijk mishandelend zijn (al dan niet zwangere) echtgenote [slachtoffer 1] eenmaal of meermalen (met kracht) tegen de buik en/of tegen het/de (dij)be(e)n(en) en/of elders tegen het lichaam heeft getrapt en/of geschopt en/of eenmaal of meermalen tegen het gezicht en/of tegen het hoofd en/of tegen het/de be(e)n(en) en/of tegen de rug en/of tegen de buik en/of elders tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt, waardoor voornoemde [slachtoffer 1] (telkens) letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 14 januari 2009 tot en met 9 juli 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland en/of in Suriname, (telkens) opzettelijk mishandelend zijn, verdachtes, zoon, [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2]) eenmaal of meermalen - met een stuk hout en/of een plint en/of (bak)steen, althans (een) hard(e) en/of zwa(a)r(e) voorwerp(en) tegen het/de be(e)n(en) en/of tegen de rug en/of elders tegen het lichaam heeft geslagen en/of; - tegen het gezicht en/of tegen het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of - tegen de billen en/of elders tegen het lichaam heeft getrapt en/of geschopt en/of - (met kracht) (bij de keel) tegen een muur heeft gedrukt en/of geduwd en/of gedrukt gehouden en/of (daarbij) de keel van voornoemde [slachtoffer 2] heeft dichtgedrukt en/of dichtgeknepen, waardoor voornoemde [slachtoffer 2] (telkens) letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van [geboortedatum 2] tot en met 9 juli 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland en/of in Suriname, (telkens) opzettelijk mishandelend zijn, verdachtes, dochter, [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum 2]) eenmaal of meermalen - met een (bezem)stok, althans een hard voorwerp, tegen het lichaam heeft geslagen en/of - tegen het gezicht en/of tegen het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of - voornoemde [slachtoffer 3] (met zijn, verdachtes, voet) op/tegen de grond heeft gedrukt en/of gedrukt gehouden, waardoor voornoemde [slachtoffer 3] (telkens) letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak feit 1 primair voor zover inhoudelijk aan de orde
Nadere bewijsoverwegingen feit 1 subsidiair, 2 en 3
Bewezenverklaring
hij op tijdstippen gelegen in de periode van 25 juni 2013 tot en met 24 juni 2015, in Suriname, telkens opzettelijk mishandelend zijn echtgenote [slachtoffer 1] meermalen tegen het gezicht en/of elders tegen het lichaam heeft geslagen, waardoor voornoemde [slachtoffer 1] pijn heeft ondervonden.
hij op tijdstippen in de periode van 25 juni 2013 tot en met 24 juni 2015, in Suriname, telkens opzettelijk mishandelend zijn zoon, [slachtoffer 2], meermalen tegen het gezicht heeft geslagen, waardoor voornoemde [slachtoffer 2] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
hij op tijdstippen in de periode van 25 juni 2013 tot en met 24 juni 2015, in Suriname, telkens opzettelijk mishandelend zijn dochter, [slachtoffer 3], meermalen tegen het gezicht heeft geslagen, waardoor voornoemde [slachtoffer 3] pijn heeft ondervonden.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen
door 30 (dertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
dertig (dertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.