ECLI:NL:GHAMS:2018:1007
Gerechtshof Amsterdam
- Rekestprocedure
- R.D. van Heffen
- J.H.C. van Ginhoven
- P.F.E. Geerlings
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding uit 's Rijks kas in het kader van rechtsbijstand in strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 maart 2018 uitspraak gedaan in een verzoekschrift op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. Het verzoek is ingediend door een rechtspersoon, vertegenwoordigd door mr. O.O. van der Lee, en betreft een schadevergoeding uit 's Rijks kas voor kosten van rechtsbijstand in een strafzaak met parketnummer 23-002581-10. De verzoeker heeft een totaalbedrag van € 25.636,14 aan kosten voor rechtsbijstand verzocht, evenals € 550,00 voor de kosten van de verzoekschriftprocedure. Het hof heeft vastgesteld dat het verzoekschrift tijdig en op de juiste wijze is ingediend. Tijdens de behandeling in raadkamer is gebleken dat de P&I Club de kosten van rechtsbijstand heeft voorgeschoten, en dat er een eigen risico van US $10.000,00 in rekening wordt gebracht per schade-incident. Door de lange duur van de strafprocedure en de complexiteit van de kostenberekening, was het niet mogelijk om een exacte schadepost vast te stellen. Het hof heeft echter geconstateerd dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om een gedeelte van het oorspronkelijk verzochte bedrag toe te kennen. Uiteindelijk heeft het hof besloten om een schadevergoeding van € 20.550,00 toe te kennen, bestaande uit € 20.000,00 voor de rechtsbijstandkosten en € 550,00 voor de kosten van de verzoekschriftprocedure. Het overige verzoek is afgewezen. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en griffier en is uitgesproken tijdens de openbare zitting.