ECLI:NL:GHAMS:2018:1204

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 maart 2018
Publicatiedatum
12 april 2018
Zaaknummer
23-004661-14
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting en gewoontewitwassen in het kader van kinderopvangtoeslagfraude

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte is beschuldigd van het medeplegen van oplichting, gewoontewitwassen en deelname aan een criminele organisatie in het kader van kinderopvangtoeslagfraude. De verdachte heeft samen met anderen aanvragen voor kinderopvangtoeslag ingediend bij de Belastingdienst, terwijl zij wist dat de kinderen geen recht hadden op deze toeslag. Het benadelingsbedrag bedraagt meer dan € 750.000. De rechtbank had de verdachte eerder vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, maar het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor dat onderdeel. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte actief betrokken was bij het opzetten van de fraude, waaronder het aanleveren van valse documenten en het onder druk zetten van aanvragers. De verdachte heeft verklaard dat zij spijt heeft van haar daden, maar het hof oordeelt dat de ernst van de feiten en het grote benadelingsbedrag een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 26 maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004661-14
datum uitspraak: 27 maart 2018
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 25 november 2014 in de strafzaak onder parketnummer 13-993001-12 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
adres: [adres] [woonplaats] .

Ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het volgende onderdeel van wat aan haar is ten laste gelegd.
Feit 1:
Voor zover de oplichting betrekking heeft op de aanvraag van [aanvrager 1] .
Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen deze beslissingen tot vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 19 februari 2016, 4 maart 2016, 18 maart 2016, 19 september 2016, 21 september 2016, 22 september 2016, 27 september 2016, 16 februari 2018, 19 februari 2018, 20 februari 2018, 23 februari 2018, 26 februari 2018 en 13 maart 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is, voor zover in hoger beroep aan de orde, ten laste gelegd dat:
Feit 1:zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 december 2008 tot en met 16 maart 2011 te Amsterdam en/of te Heerlen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand, te weten de Belastingdienst, heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, tot het ter beschikking stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer, tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld, immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) - ter verkrijging van Kinderopvangtoeslag - een document, te weten (een) valselijk opgemaakte of vervalste (elektronische) aanvra(a)g(en) en/of wijziging(en) Kinderopvangtoeslag te weten D/163, pag. 3449 en/of A-131-D-01/D-02/D-03 en/of A-237-D-01 en/of A-272-D-01/D-02 en/of A-253-D-01/D02 en/of A-043-D-02/D-03/D-04 en/of A-265-D-01 en/of A-136-D-01/D-02 en/of A-023-D-01 en/of A-0166-D-02 en/of A-179-D-01/D-02 en/of A-176-D02/D-03 en/of A-101-D-01 en/of A-077-D02/D-03 en/of A-087-D-01 en/of A-184-D-01 en/of A-145-D-01/D-02 en/of A-006-D-01 en/of A-196-D-01/D-02 en/of A-156-D-01 en/of A-178-D-01 en/of D/571, pag. 3989 en/of A-232-D-01 en/of A-233-D-01 bij de Belastingdienst ingediend, inhoudende (onder meer) dat de in de aanvra(a)g(en) en/of wijziging(en) genoemd(e) kind(eren) gedurende een in de aanvra(a)g(en) en/of wijziging(en) genoemd aantal uren per maand per een in de aanvra(a)g(en) en/of wijziging(en) genoemde ingangsdatum kinderopvang genieten, althans dat (onder meer)
(aanvraag [medeverdachte 2] V-03)
[kind 2] gedurende 219 uur per maand vanaf 1 januari 2008 kinderopvang geniet bij [kinderopvang A] (D/163, pag. 3449)
en/of
(aanvraag [aanvrager 3] , A-131)
[kind 3A] gedurende 180 uur per maand vanaf 1 januari 2008 kinderopvang geniet bij [kinderopvang B] (A-131-D-01) en/of [kind 3B] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang C] (A-131-D-02) en/of [kind 3B] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang D] (A-131-D-03)
en/of
(aanvraag [aanvrager 4] , A-237)
[kind 4] gedurende 219 uur per maand vanaf 1 januari 2008 kinderopvang geniet bij [kinderopvang A] (A-237-D-01)
en/of
(aanvraag [aanvrager 5] , A-272)
[kind 5] gedurende 180 uur per maand vanaf 1 januari 2008 kinderopvang geniet bij [kinderopvang E] (A-272-D-01) en/of [kind 5] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang E] (A-272-D-02)
en/of
(aanvraag [aanvrager 6] , A-253)
[kind 6A] gedurende 217 uur per maand en/of [kind 6B] gedurende 217 uur per maand (beiden) vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet(en) bij [kinderopvang F] (A-253-D-01) en/of [kind 6C] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang G] (A-253-D-02)
en/of
(aanvraag [aanvrager 7] , A-043)
[kind 7A] gedurende 217 uur per maand en/of [kind 7B] gedurende 150 uur per maand en/of [kind 7C] gedurende 150 uur per maand (allen) vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet(en) bij [kinderopvang G] (A-043-D-02 en/of A-043-D-03) en/of vanaf 1 december 2009 kinderopvang geniet(en) bij [kinderopvang G] (A-043-D-04
en/of
(aanvraag [aanvrager 24] , A-265)
[kind 24] gedurende 217 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang H] (A-265-D-01)
en/of
(aanvraag [aanvrager 8] , A-136)
[kind 8A] gedurende 217 uur per maand en/of [kind 8B] gedurende 150 uur per maand (beide) vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet(en) bij [kinderopvang G] (A-136-D-01) en/of [kind 8C] gedurende 150 uur per maand en/of [kind 8D] gedurende 150 uur per maand (beide) vanaf 1 maart 2009 kinderopvang geniet(en) bij [kinderopvang G] (A-136-D-02)
en/of
(aanvraag [aanvrager 9] , A-023)
[kind 9A] gedurende 150 uur per maand en/of [kind 9B] gedurende 150 uur per maand (beiden) vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet(en) bij [kinderopvang I] (A-023-D-01)
en/of
(aanvraag [aanvrager 10] , A-166)
[kind 10] gedurende 217 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang J] (A-166-D-02)
en/of
(aanvraag [aanvrager 11] , A-179)
[kind 11A] gedurende 217 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang E] (A-179-D-01) en/of [kind 11B] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang E] (A-179-D-02)
en/of
(aanvraag [aanvrager 12] , A-176)
[kind 12] gedurende 217 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang K] (A-176-D-02) en/of [kind 12] gedurende 216 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang L] (A-176-D-03)
en/of
(aanvraag [aanvrager 13] , A-101)
[kind 13A] gedurende 155 uur per maand en/of [kind 13B] gedurende 155 uur per maand (beide) vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet(en) bij [kinderopvang M] (A-101-D-01) en/of
(aanvraag [aanvrager 14] , A-077)
[kind 14A] gedurende 162 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang N] (A-077-D-02) en/of [kind 14B] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang O] (A-077-D-03)
en/of
(aanvraag [aanvrager 15] , A-087)
[kind 15] gedurende 166 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang N] (A-087-D-01)
en/of
(aanvraag [aanvrager 16] , A-184)
[kind 16] gedurende 200 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang P] (A-184-D-01)
en/of
(aanvraag [aanvrager 17] , A-145)
[kind 17A] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang D] (A-145-D-01) en/of [kind 17A] gedurende 150 uur per maand en [kind 17B] gedurende 200 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet(en) bij [kinderopvang D] (A-145-D-02)
en/of
(aanvraag [aanvrager 18] , A-006)
[kind 18] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang Q] (A-006-D-01)
en/of
(aanvraag [aanvrager 19] , A-196)
[kind 19A] gedurende 220 uur per maand en/of [kind 19B] gedurende 220 uur per maand (beiden) vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet(en) bij [kinderopvang Q] (A-196-D-02) en/of [kind 19C] gedurende 150 uur per maand vanaf1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang Q] (A-196-D-01)
en/of
(aanvraag [aanvrager 20A] / [aanvrager 20B] , A-156)
[kind 20A] gedurende 150 uur per maand en/of [kind 20B] gedurende 200 uur per maand (beiden) vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet(en) bij [kinderopvang R] (A-156-D-01)
en/of
(aanvraag [aanvrager 21] , A-178)
[kind 21] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang S] (A-178-D-01)
en/of
(aanvraag [aanvrager 22] , A-232)
[kind 22A] gedurende 200 uur per maand en/of [kind 22B] gedurende 150 uur per maand (beiden) vanaf 1 januari 2010, kinderopvang geniet(en) bij [kinderopvang T] (A-232-D-01)
en/of
(aanvraag [aanvrager 23] , A-233)
[kind 23] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang U] (A-233-D-01), waardoor verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) de suggestie heeft/hebben gewekt dat de persoon genoemd op de aanvraag en/of wijziging Kinderopvangtoeslag recht had op deze toeslag, waardoor de Belastingdienst is bewogen tot uitbetaling van voornoemd(e) toeslag(en) (tot (een) geldbedrag(en) van in totaal circa 750.973 euro, althans circa 703.780 euro);
Feit 2:zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2009 tot en met 2 november 2010 te Amsterdam en/of te Heerlen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) (een) geschrift(en) dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
1. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-131-D-13 pag. 1 en 6) en/of een offerte/overeenkomst tussen [kinderopvang V] en [kind 3B] (A-131-D-13 pag. 4/5) en/of factuur van [kinderopvang V] voor oktober 2008 (A-131-D-13 pag. 7) en/of een factuur van [kinderopvang V] voor november 2008 (A-131-D-13 pag. 8) en/of een factuur van [kinderopvang V] voor december 2008 (A-131-D-13 pag. 9)
en/of
2. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-131-D-14 pag. 1, 3 en 4) en/of een jaaropgave (kinderopvang) 2008 van [kinderopvang V] [naam vestiging] (A-131-D-14 pag. 2)
en/of
3. een Antwoordformulier kinderopvanggegevens (2009) (A-131-D-15)
en/of
4. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-237-D-03) en/of een jaaropgave (kinderopvang) over 2008 van [kinderopvang E] (A-237-D-18)
5. een Antwoordformulier kinderopvanggegevens (2009) (A-253-D-11)
6. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-272-D-03) en/of een factuur van [kinderopvang V] voor oktober 2008 (A-272-D-04) en/of een factuur van [kinderopvang V] voor november 2008 (A-272-D-05) en/of een factuur van [kinderopvang V] voor december 2008 (A-272-D-06)
7. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2009 (A-272-D-07) en/of een jaaropgave (kinderopvang) 2009 van [kinderopvang O] (A-272-D-08)
valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of heeft/hebben vervalst, (telkens) met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, bestaande die valsheid hierin dat verdachte en/of haar mededader(s) op dit/deze Antwoordformulier(en) kinderopvangtoeslag en/of deze jaaropgave(n) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid (onder meer) heeft/hebben vermeld dat
Ad 1. [kind 3A] in 2008 in totaal 1620 uur kinderopvang heeft genoten en/of dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 3A] in 2008 9.315 euro bedroeg en/of dat de kinderopvang van [kind 3A] in 2008 (althans in oktober 2008 en/of november 2008 en/of december 2008) bij [kinderopvang V] [naam vestiging] heeft plaatsgevonden
en/of
Ad 2. [kind 3A] in 2008 in totaal 1620 uur kinderopvang heeft genoten en/of dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 3A] in 2008 9.315 euro bedroeg en/of dat de kinderopvang van [kind 3A] in 2008 bij [kinderopvang V] [naam vestiging] heeft plaatsgevonden
en/of
Ad 3. [kind 3A] in 2009 bij [kinderopvang D] , gevestigd op [adres] kinderopvang heeft genoten
en/of
Ad. 4 [kind 4] in 2008 in totaal 216 uur kinderopvang heeft genoten en/of dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 4] in 2008 1239,35 euro bedroeg en/of dat de kinderopvang van [kind 4] in 2008 bij [kinderopvang E] te Rotterdam heeft plaatsgevonden
en/of
Ad. 5 [kind 6A] en/of [kind 6B] in 2009 bij [kinderopvang W] , gevestigd op [adres] kinderopvang heeft/hebben genoten
en/of
Ad. 6 [kind 5] in 2008 in totaal 1620 uur kinderopvang heeft genoten en/of dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 5] in 2008 9315 euro bedroeg en/of dat de kinderopvang van [kind 5] in 2008 (althans in oktober 2008 en/of november 2008 en/of december 2008) bij [kinderopvang V] vestiging [naam vestiging] heeft plaatsgevonden
Ad.7 [kind 5] in 2009 in totaal 1800 uur kinderopvang heeft genoten en/of dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 5] in 2009 10.980 euro bedroeg en/of dat de kinderopvang van [kind 5] in 2009 bij [kinderopvang O] heeft plaatsgevonden;
en/of
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2009 tot en met 2 november 2010 te Amsterdam en/of te Heerlen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk van een vals en/of vervalst geschrift gebruik heeft/hebben gemaakt en/of heeft/hebben afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, , als ware dat/die geschrift(en) echt en onvervalst, immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededaders
1. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-131-D-13 pag. 1 en 6) en/of een offerte/overeenkomst tussen [kinderopvang V] en [kind 3B] (A-131-D-13 pag. 4/5) en/of factuur van [kinderopvang V] voor oktober 2008 (D-131-D-13 pag. 7) en/of een factuur van [kinderopvang V] voor november 2008 (D-131-D-13 pag. 8) en/of een factuur van [kinderopvang V] voor december 2008 (D-131-D-13 pag. 9)
en/of
2. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-131-D-14 pag. 1, 3 en 4) en/of een jaaropgave (kinderopvang) 2008 van [kinderopvang V] [naam vestiging] (A-131-D-14 pag. 2)
en/of
3. een Antwoordformulier kinderopvanggegevens (2009) (A-131-D-15)
en/of
4. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-237-D-03) en/of een jaaropgave (kinderopvang) over 2008 van [kinderopvang E] (A-237-D-18)
5. een Antwoordformulier kinderopvanggegevens (2009) (A-253-D-11)
6. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-272-D-03) en/of een factuur van [kinderopvang V] voor oktober 2008 (A-272-D-04) en/of een factuur van [kinderopvang V] voor november 2008 (A-272-D-05) en/of een factuur van [kinderopvang V] voor december 2008 (A-272-D-06)
7. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2009 (A-272-D-07) en/of een jaaropgave (kinderopvang) 2009 van [kinderopvang O] (A-272-D-08)
zijnde (telkens) (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) opgestuurd naar de Belastingdienst Toeslagen te Heerlen, en bestaande die valsheid of vervalsing daarin dat verdachte en/of haar mededader(s) op dit/deze Antwoordformulier(en) kinderopvangtoeslag en/of Antwoordformulier(en) kinderopvanggegevens en/of deze factu(u)r(en) en/of jaaropgave(n) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid (onder meer) heeft/hebben vermeld dat
ad 1. [kind 3A] in 2008 in totaal 1620 uur kinderopvang heeft genoten en/of dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 3A] in 2008 9.315 euro bedroeg en/of dat de kinderopvang van [kind 3A] in 2008 (althans in oktober 2008 en/of november 2008 en/of december 2008) bij [kinderopvang V] [naam vestiging] heeft plaatsgevonden
en/of
ad 2. [kind 3A] in 2008 in totaal 1620 uur kinderopvang heeft genoten en/of dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 3A] in 2008 9.315 euro bedroeg en/of dat de kinderopvang van [kind 3A] in 2008 bij [kinderopvang V] [naam vestiging] heeft plaatsgevonden
en/of
ad 3. [kind 3A] in 2009 bij [kinderopvang D] , gevestigd op [adres] kinderopvang heeft genoten
en/of
ad. 4 [kind 4] in 2008 in totaal 216 uur kinderopvang heeft genoten en/of dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 4] in 2008 1239,35 euro bedroeg en/of dat de kinderopvang van [kind 4] in 2008 bij [kinderopvang E] te [plaats] heeft plaatsgevonden
ad. 5 [kind 6A] en/of [kind 6B] in 2009 bij [kinderopvang W] , gevestigd op [adres] kinderopvang heeft/hebben genoten
ad. 6 [kind 5] in 2008 in totaal 1620 uur kinderopvang heeft genoten en/of dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 5] in 2008 9315 euro bedroeg en/of dat de kinderopvang van [kind 5] in 2008 (althans in oktober 2008 en/of november 2008 en/of december 2008) bij [kinderopvang V] vestiging [naam vestiging] heeft plaatsgevonden;
ad. 7 [kind 5] in 2009 in totaal 1800 uur kinderopvang heeft genoten en/of dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 5] in 2009 10.980 euro bedroeg en/of dat de kinderopvang van [kind 5] in 2009 bij [kinderopvang O] heeft plaatsgevonden;
Feit 3:zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december 2007 tot en met 7 mei 2012 te Amsterdam en/of Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt, althans heeft/hebben witgewassen immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) (een) voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) (totaal circa 750.973 euro, althans circa 703.780 euro, althans circa 341.795 euro, althans 340.895 euro), verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van dat/die voorwerp(en) gebruik gemaakt, terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en) dat het/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
Feit 4:zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 november 2008 en met 7 mei 2012 te Amsterdam en/of (elders) in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit onder andere [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- valsheid in geschrifte (artikel 225 lid 1 en/of 2 van het Wetboek van Strafrecht) en/of
- oplichting (artikel 326 lid 1 van het wetboek van Strafrecht) en/of
- witwassen (artikel 420ter/bis van het Wetboek van Strafrecht).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Geldigheid van de dagvaarding

De tenlastelegging strekt er toe voor de procesdeelnemers – zowel voor het openbaar ministerie en de rechter als voor de verdachte en eventueel de benadeelde partij – de inzet van het geding en de te volgen beslissingsstructuur met de vereiste duidelijkheid vast te leggen. Met het oog daarop dient de dagvaarding ingevolge artikel 261, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering een opgave te bevatten van het feit dat ten laste wordt gelegd, met vermelding omstreeks welke tijd en waar ter plaatse alsmede de omstandigheden waaronder het zou zijn begaan. In het verlengde daarvan ligt het doel dat de verdediging de mogelijkheid moet hebben zich concreet op de strafzaak voor te kunnen bereiden.
Het hof stelt vast dat in de tenlastelegging een groot aantal concrete gedragingen is beschreven. De tenlastelegging voldoet in zoverre aan de eisen die artikel 261, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering aan een tenlastelegging stelt. Dit geldt echter niet voor zover in de tenlastelegging telkens de woorden ‘onder meer’ zijn vermeld. Met de woorden ‘onder meer’ zijn aan de verdachte, naast de concreet benoemde gedragingen, ook andere niet benoemde gedragingen ten laste gelegd. Niet duidelijk is welke gedragingen dat zijn. Het hof is van oordeel dat de tenlastelegging dan ook nietig is voor zover telkens in de tenlastelegging de woorden ‘onder meer’ zijn genoemd.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.

Standpunten van partijen en overwegingen van het hof

Feit 1 (oplichting)
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep haar betrokkenheid bij de 23 aanvragen, zoals ten laste gelegd in feit 1, bekend. Volgens de verdediging geldt ten aanzien van 12 aanvragen dat de bijdrage van de verdachte daaraan zo beperkt is geweest dat ten hoogste sprake is van medeplichtigheid. Het gaat om aanvragen waarvoor de verdachte heeft samengewerkt met medeverdachte [medeverdachte 3] . Nu medeplichtigheid aan oplichting niet is ten laste gelegd, dient voor deze aanvragen volgens de verdediging vrijspraak te volgen.
De advocaat-generaal acht medeplegen aan deze aanvragen wettig en overtuigend bewezen.
Medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan van een strafbaar feit sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Ook indien het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat medeverdachte [medeverdachte 3] haar heeft gevraagd om ouders te benaderen waarvan de kinderen niet naar een kinderopvanginstelling gaan. Zij moest hen vertellen dat ze kinderopvangtoeslag konden aanvragen en dat zij ze bij het doen van deze aanvraag kon helpen. Ze moest de gegevens van de ouder(s) en de kinderen opvragen en zorgen dat zij een DigiD code gaven of, als zij deze nog niet hadden, aanvroegen of laten aanvragen. De verdachte vertelde aanvragers dat iemand bij de belastingdienst regelde dat zij kinderopvangtoeslag kregen. Voor het regelen van kinderopvangtoeslag moest zij in opdracht van [medeverdachte 3] € 4.000 vragen. Van dit bedrag was € 3.500 voor [medeverdachte 3] en € 500 voor haarzelf. Soms gaven de aanvragers haar ook nog een bedrag. Zodra de kinderopvangtoeslag door de Belastingdienst was bijgeschreven op de rekening van de aanvrager, ging de verdachte het geld ophalen en zorgde ze dat [medeverdachte 3] geld kreeg.
Anders dan de verdediging heeft betoogd, omvatten de activiteiten van de verdachte meer dan het enkel doorgeven van gegevens van de aanvragers aan [medeverdachte 3] . De verdachte benaderde zelf vrouwen om kinderopvangtoeslag aan te vragen, ze regelde zo nodig de aanvraag van een DigiD code, ze vertelde in strijd met de waarheid over mensen die bij de Belastingdienst werkten en die zouden hebben gezegd dat de aanvragers recht hebben op de kinderopvangtoeslag dan wel aan de uitbetaling daarvan zouden meewerken. Ze inde de gelden voor [medeverdachte 3] en voor haarzelf en zette aanvraagsters daarbij onder druk als zij geen geld wilden afstaan. Ze schakelde ook een aanvraagster in, [aanvrager 4] , die voor haar gegevens bij andere aanvragers verzamelde en betaalde haar hiervoor ook zelf.
Het voorleggen van de keuze om kinderopvangtoeslag aan te vragen, het opvragen en doorgeleiden van de gegevens die daarvoor benodigd zijn aan de persoon die de aanvraag deed, zijn essentiële gedragingen voor de gepleegde oplichtingen. Hoewel op grond van de bewijsmiddelen niet kan worden vastgesteld dat de verdachte aanvragen zelf heeft gedaan, is de bijdrage van verdachte hieraan naar het oordeel van het hof van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen. Het hof is van oordeel dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking bij het doen van de aanvragen die ten doel hadden de Belastingdienst op te lichten. Medeplegen aan oplichting zal daarom voor alle 23 aanvragen bewezen worden verklaard.
Feit 2 (valsheid in geschrift)
De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor de documenten/geschriften die horen bij de aanvragen waarvoor de verdachte gegevens heeft aangeleverd aan medeverdachte [medeverdachte 3] .
De advocaat-generaal neemt het standpunt in dat de valse documenten die in de tenlastelegging zijn opgenomen telkens in gezamenlijkheid zijn opgemaakt ten behoeve van de fraude. Wie de feitelijke vervalsingshandelingen heeft verricht is niet van belang. Medeplegen van valsheid in geschrifte en het gebruik maken daarvan is volgens de advocaat-generaal wettig en overtuigend bewezen.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat zij tegen aanvragers vertelde dat zij brieven, die zij zouden ontvangen van de Belastingdienst, aan haar moesten geven. Als zij antwoordformulieren hadden ontvangen, moesten de aanvragers op de nog niet ingevulde formulieren een handtekening zetten en deze aan de verdachte geven. De verdachte gaf brieven en antwoordformulieren aan medeverdachte [medeverdachte 3] . Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat de verdachte wist dat de brieven en antwoordformulieren door de Belastingdienst aan aanvragers werden verzonden om te controleren of kinderen daadwerkelijk kinderopvang genoten bij de in de aanvragen vermelde kinderopvanginstelling. De verdachte wist ook dat deze brieven en antwoordformulieren naar medeverdachte [medeverdachte 3] moesten om te voorkomen dat betalingen van kinderopvangtoeslag zouden worden stopgezet. Het doel van het doorgeven van de brieven en de ondertekende antwoordformulieren was om de Belastingdienst valse informatie te kunnen verschaffen en de voortzetting van de betaling van kinderopvangtoeslag te waarborgen. Het hof is van oordeel dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en [medeverdachte 3] bij de vervalsing van de in de tenlastelegging bedoelde documenten.
Feit 3 (gewoontewitwassen)
De verdediging bestrijdt niet dat sprake is van gewoontewitwassen en heeft het daarmee gemoeide bedrag berekend op € 46.000.
De advocaat-generaal acht gewoonte witwassen wettig en overtuigend bewezen. Bij de verdachte is geen contant geld aangetroffen en met het geld zijn extra handelingen verricht, waardoor het als witwassen kan worden gekwalificeerd.
Onder feit 3 is – kort gezegd – ten laste gelegd dat de verdachte van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans heeft witgewassen. Uit het beschikbare bewijs volgt dat een deel van het geld dat door Belastingdienst/Toeslagen aan de aanvragers is uitgekeerd, aan de verdachte is afgegeven die dit vervolgens weer geheel of gedeeltelijk heeft doorgegeven aan medeverdachte [medeverdachte 3] .
Het verwerven of voorhanden krijgen van een opbrengst uit eigen misdrijf kan niet onder alle omstandigheden worden aangemerkt als witwassen. Wanneer het gaat om opbrengsten die onmiddellijk van eigen misdrijf afkomst zijn, moet sprake zijn van een gedraging die meer omvat dan het enkele verwerven of voorhanden hebben en die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat door eigen misdrijf verkregen voorwerp gericht karakter heeft.
De bedragen die in de tenlastelegging zijn genoemd, zijn geldbedragen die onmiddellijk afkomstig zijn uit misdrijven die aan de verdachte ten laste zijn gelegd. Dat de geldbedragen door de aanvragers aan verdachte zijn overhandigd, of op haar bankrekening zijn gestort, betekent niet zonder meer dat deze niet langer ‘onmiddellijk’ afkomstig zijn uit een door de verdachte zelf gepleegd misdrijf. Het gaat immers om de verdeling van geld dat afkomstig is door een gezamenlijk gepleegd misdrijf. Voor het verwerven en voorhanden hebben geldt dat dit niet kwalificeert voor het bestanddeel ‘witwassen’ zoals in de ten laste legging is vermeld. Het hof zal hiervan vrijspreken.
Uit de verklaring van de verdachte ter terechtzitting volgt dat zij bij de aanvragers geld ging ophalen zodra dit door de Belastingdienst op de rekening was gestort. De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat zij de opbrengsten die zij destijds heeft gekregen geheel heeft opgemaakt en besteed, zodat het hof, mede gelet op het overige bewijs in het dossier, bewezen acht dat ook sprake is van overdragen en/of omzetting. Gewoontewitwassen van opbrengsten uit eigen misdrijf is daarom wettig en overtuigend bewezen.
Feit 4 (deelname aan een criminele organisatie)
De verdediging heeft betwist dat deelname aan een criminele organisatie kan worden bewezen, omdat slechts sprake is van medeplegen aan kinderopvangtoeslagfraude.
De advocaat-generaal refereert zich ten aanzien van de criminele organisatie aan het oordeel van de rechtbank.
Van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is sprake, indien de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk.
Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt het hof vast dat de verdachte gedurende langere tijd aanvragers heeft overgehaald om kinderopvangtoeslag aan te vragen zonder dat de kinderen naar de kinderopvang gingen. Zij deed dit in de eerste periode voor medeverdachte [medeverdachte 3] . De verdachte had een vaste handelwijze. Zij vertelde over mensen bij de belastingdienst en lichtte de aanvragers in over de gegevens die moesten worden aangeleverd. De verdachte had terugkerende argumenten om aanvragers over te halen of onder druk te zetten als ze niet wilden betalen aan de verdachte. De verdachte regelde de inning van geld en zorgde dat de formulieren die nodig waren om de uitbetalingen te waarborgen bij medeverdachte [medeverdachte 3] kwamen. Op grond hiervan is het hof van oordeel dat de verdachte heeft behoord tot een samenwerkingsverband dat was gericht op oplichting, het plegen van valsheid in geschrift en het gebruik van die geschriften. Ook heeft de verdachte gedragingen verricht die strekten tot de verwezenlijking van het binnen die organisatie bestaande oogmerk. Het hof acht het onder 4 tenlastegelegde bewezen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1:zij in de periode van 5 december 2008 tot en met 16 maart 2011 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels de Belastingdienst, heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, immers hebben verdachte en haar mededaders - ter verkrijging van Kinderopvangtoeslag - een document, te weten valselijk opgemaakte of vervalste (elektronische) aanvragen of wijzigingen Kinderopvangtoeslag
te weten D/163, pag. 3449 en/of A-131-D-01/D-02/D-03 en/of A-237-D-01 en/of A-272-D-01/D-02 en/of A-253-D-01/D02 en/of A-043-D-02/D-03/D-04 en/of A-265-D-01 en/of A-136-D-01/D-02 en/of A-023-D-01 en/of A-0166-D-02 en/of A-179-D-01/D-02 en/of A-176-D02/D-03 en/of A-101-D-01 en/of A-077-D02/D-03 en/of A-087-D-01 en/of A-184-D-01 en/of A-145-D-01/D-02 en/of A-006-D-01 en/of A-196-D-01/D-02 en/of A-156-D-01 en/of A-178-D-01 en/of A-232-D-01 en/of A-233-D-01 bij de Belastingdienst ingediend, inhoudende dat
aanvraag [medeverdachte 2] V-03
[kind 2] gedurende 219 uur per maand vanaf 1 januari 2008 kinderopvang geniet bij [kinderopvang A] (D/163, pag. 3449)
en
aanvraag [aanvrager 3] , A-131
[kind 3A] gedurende 180 uur per maand vanaf 1 januari 2008 kinderopvang geniet bij [kinderopvang B] (A-131-D-01) en [kind 3B] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang C] (A-131-D-02) en [kind 3B] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang D] (A-131-D-03)
en
aanvraag [aanvrager 4] , A-237
[kind 4] gedurende 219 uur per maand vanaf 1 januari 2008 kinderopvang geniet bij [kinderopvang A] (A-237-D-01)
en
aanvraag [aanvrager 5] , A-272
[kind 5] gedurende 180 uur per maand vanaf 1 januari 2008 kinderopvang geniet bij [kinderopvang E] (A-272-D-01) en [kind 5] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang E] (A-272-D-02)
en
aanvraag [aanvrager 6] , A-253
[kind 6A] gedurende 217 uur per maand en [kind 6B] gedurende 217 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang genieten bij [kinderopvang F] (A-253-D-01) en [kind 6C] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang G] (A-253-D-02)
en
aanvraag [aanvrager 7] , A-043
[kind 7A] gedurende 217 uur per maand en [kind 7B] gedurende 150 uur per maand en [kind 7C] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang genieten bij [kinderopvang G] (A-043-D-02 en/of A-043-D-03)
en
aanvraag [aanvrager 24] , A-265
[kind 24] gedurende 217 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang H] (A-265-D-01)
en
aanvraag [aanvrager 8] , A-136
[kind 8A] gedurende 217 uur per maand en [kind 8B] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang genieten bij [kinderopvang G] (A-136-D-01) en [kind 8C] gedurende 150 uur per maand en [kind 8D] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 maart 2009 kinderopvang geniet(en) bij [kinderopvang G] (A-136-D-02)
en
aanvraag [aanvrager 9] , A-023
[kind 9A] gedurende 150 uur per maand en [kind 9B] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang genieten bij [kinderopvang I] (A-023-D-01)
en
aanvraag [aanvrager 10] , A-166
[kind 10] gedurende 217 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang J] (A-166-D-02)
en
aanvraag [aanvrager 11] , A-179
[kind 11A] gedurende 217 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang E] (A-179-D-01) en [kind 11B] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang E] (A-179-D-02)
en
aanvraag [aanvrager 12] , A-176
[kind 12] gedurende 217 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang K] (A-176-D-02) en [kind 12] gedurende 216 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang L] (A-176-D-03)
en
aanvraag [aanvrager 13] , A-101
[kind 13A] gedurende 155 uur per maand en [kind 13B] gedurende 155 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang genieten bij [kinderopvang M] (A-101-D-01)
en
aanvraag [aanvrager 14] , A-077
[kind 14A] gedurende 162 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang N] (A-077-D-02) en [kind 14B] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang O] (A-077-D-03)
en
aanvraag [aanvrager 15] , A-087
[kind 15] gedurende 166 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang N] (A-087-D-01)
en
aanvraag [aanvrager 16] , A-184
[kind 16] gedurende 200 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang P] (A-184-D-01)
en
aanvraag [aanvrager 17] , A-145
[kind 17A] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2009 kinderopvang geniet bij [kinderopvang D] (A-145-D-01) en [kind 17A] gedurende 150 uur per maand en [kind 17B] gedurende 200 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang genieten bij [kinderopvang D] (A-145-D-02)
en
aanvraag [aanvrager 18] , A-006
[kind 18] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang Q] (A-006-D-01)
en
aanvraag [aanvrager 19] , A-196
[kind 19A] gedurende 220 uur per maand en [kind 19B] gedurende 220 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang genieten bij [kinderopvang Q] (A-196-D-02) en [kind 19C] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang Q] (A-196-D-01)
en
aanvraag [aanvrager 20A] , A-156
[kind 20A] gedurende 150 uur per maand en [kind 20B] gedurende 200 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang genieten bij [kinderopvang R] (A-156-D-01)
en
aanvraag [aanvrager 21] , A-178
[kind 21] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang S] (A-178-D-01)
en
aanvraag [aanvrager 22] , A-232
[kind 22A] gedurende 200 uur per maand en [kind 22B] gedurende 150 uur per maand beiden vanaf 1 januari 2010, kinderopvang genieten bij [kinderopvang T] (A-232-D-01)
en
aanvraag T.R.C. Swietimang, A-233
[kind 23] gedurende 150 uur per maand vanaf 1 januari 2010 kinderopvang geniet bij [kinderopvang U] (A-233-D-01),
waardoor verdachte en haar mededaders telkens de suggestie hebben gewekt dat de persoon genoemd op de aanvraag of wijziging Kinderopvangtoeslag recht had op deze toeslag, waardoor de Belastingdienst is bewogen tot uitbetaling van voornoemde toeslagen tot een geldbedrag van ruim 750.000 euro;
Feit 2:zij in de periode van 1 juni 2009 tot en met 2 november 2010 in Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen geschriften die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
1. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-131-D-13 pag. 1 en 6) en een offerte/overeenkomst tussen [kinderopvang V] en [kind 3B] (A-131-D-13 pag. 4/5) en een factuur van [kinderopvang V] voor oktober 2008 (A-131-D-13 pag. 7) en een factuur van [kinderopvang V] voor november 2008 (A-131-D-13 pag. 8) en een factuur van [kinderopvang V] voor december 2008 (A-131-D-13 pag. 9)
en
2. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-131-D-14 pag. 1, 3 en 4) en een jaaropgave kinderopvang 2008 van [kinderopvang V] [naam vestiging] (A-131-D-14 pag. 2)
en
3. een Antwoordformulier kinderopvanggegevens 2009 (A-131-D-15)
en
4. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-237-D-03) en een jaaropgave (kinderopvang) over 2008 van [kinderopvang E] (A-237-D-18)
5. een Antwoordformulier kinderopvanggegevens 2009 (A-253-D-11)
6. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-272-D-03) en een factuur van [kinderopvang V] voor oktober 2008 (A-272-D-04) en een factuur van [kinderopvang V] voor november 2008 (A-272-D-05) en een factuur van [kinderopvang V] voor december 2008 (A-272-D-06)
7. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2009 (A-272-D-07) en een jaaropgave (kinderopvang) 2009 van [kinderopvang O] (A-272-D-08)
valselijk hebben opgemaakt of hebben vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, bestaande die valsheid hierin dat verdachte en haar mededaders op deze Antwoordformulieren kinderopvangtoeslag en deze jaaropgaven telkens valselijk en in strijd met de waarheid hebben vermeld dat
Ad 1. [kind 3A] in 2008 in totaal 1620 uur kinderopvang heeft genoten en dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 3A] in 2008 9.315 euro bedroeg en dat de kinderopvang van [kind 3A] in 2008 (althans in oktober 2008 en/of november 2008 en/of december 2008) bij [kinderopvang V] [naam vestiging] heeft plaatsgevonden
en
Ad 2. [kind 3A] in 2008 in totaal 1620 uur kinderopvang heeft genoten en dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 3A] in 2008 9.315 euro bedroeg en dat de kinderopvang van [kind 3A] in 2008 bij [kinderopvang V] [naam vestiging] heeft plaatsgevonden
en
Ad 3. [kind 3A] in 2009 bij [kinderopvang D] , gevestigd op [adres] kinderopvang heeft genoten
en
Ad. 4 [kind 4] in 2008 in totaal 216 uur kinderopvang heeft genoten en dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 4] in 2008 1239,35 euro bedroeg en dat de kinderopvang van [kind 4] in 2008 bij [kinderopvang E] te [plaats] heeft plaatsgevonden
en
Ad. 5 [kind 6A] en [kind 6B] in 2009 bij [kinderopvang W] , gevestigd op [adres] kinderopvang hebben genoten
en
Ad. 6 [kind 5] in 2008 in totaal 1620 uur kinderopvang heeft genoten en dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 5] in 2008 9315 euro bedroeg en dat de kinderopvang van [kind 5] in 2008 (althans in oktober 2008 en/of november 2008 en/of december 2008) bij [kinderopvang V] vestiging [naam vestiging] heeft plaatsgevonden en
Ad.7 [kind 5] in 2009 in totaal 1800 uur kinderopvang heeft genoten en dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 5] in 2009 10.980 euro bedroeg en dat de kinderopvang van [kind 5] in 2009 bij [kinderopvang O] heeft plaatsgevonden;
en
zij in de periode van 1 juni 2009 tot en met 2 november 2010 in Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk van een vals en/of vervalst geschrift gebruik hebben gemaakt en hebben afgeleverd en voorhanden hebben gehad, als ware die geschriften echt en onvervalst,
immers hebben verdachte en haar mededaders
1. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-131-D-13 pag. 1 en 6) en/of een offerte/overeenkomst tussen [kinderopvang V] en [kind 3B] (A-131-D-13 pag. 4/5) en factuur van [kinderopvang V] voor oktober 2008 (D-131-D-13 pag. 7) en een factuur van [kinderopvang V] voor november 2008 (D-131-D-13 pag. 8) en een factuur van [kinderopvang V] voor december 2008 (D-131-D-13 pag. 9)
en
2. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-131-D-14 pag. 1, 3 en 4) en een jaaropgave (kinderopvang) 2008 van [kinderopvang V] [naam vestiging] (A-131-D-14 pag. 2)
en
3. een Antwoordformulier kinderopvanggegevens (2009) (A-131-D-15)
en
4. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-237-D-03) en een jaaropgave (kinderopvang) over 2008 van [kinderopvang E] (A-237-D-18) en
5. een Antwoordformulier kinderopvanggegevens (2009) (A-253-D-11) en
6. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2008 (A-272-D-03) en een factuur van [kinderopvang V] voor oktober 2008 (A-272-D-04) en een factuur van [kinderopvang V] voor november 2008 (A-272-D-05) en een factuur van [kinderopvang V] voor december 2008 (A-272-D-06)
7. een Antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2009 (A-272-D-07) en/of een jaaropgave (kinderopvang) 2009 van [kinderopvang O] (A-272-D-08)
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, opgestuurd naar de Belastingdienst Toeslagen te Heerlen, en bestaande die valsheid of vervalsing daarin dat verdachte en haar mededaders op deze Antwoordformulieren kinderopvangtoeslag en Antwoordformulieren kinderopvanggegevens en deze facturen en jaaropgaven valselijk en in strijd met de waarheid hebben vermeld dat
ad 1. [kind 3A] in 2008 in totaal 1620 uur kinderopvang heeft genoten en dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 3A] in 2008 9.315 euro bedroeg en dat de kinderopvang van [kind 3A] in 2008 (althans in oktober 2008 en/of november 2008 en/of december 2008) bij [kinderopvang V] [naam vestiging] heeft plaatsgevonden
en
ad 2. [kind 3A] in 2008 in totaal 1620 uur kinderopvang heeft genoten en dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 3A] in 2008 9.315 euro bedroeg en dat de kinderopvang van [kind 3A] in 2008 bij [kinderopvang V] [naam vestiging] heeft plaatsgevonden
en
ad 3. [kind 3A] in 2009 bij [kinderopvang D] , gevestigd op [adres] kinderopvang heeft genoten
en
ad. 4. [kind 4] in 2008 in totaal 216 uur kinderopvang heeft genoten en dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 4] in 2008 1239,35 euro bedroeg en dat de kinderopvang van [kind 4] in 2008 bij [kinderopvang E] te [plaats] heeft plaatsgevonden
en
ad. 5. [kind 6A] en [kind 6B] in 2009 bij [kinderopvang W] , gevestigd op [adres] kinderopvang hebben genoten
en
ad. 6. [kind 5] in 2008 in totaal 1620 uur kinderopvang heeft genoten en dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 5] in 2008 9315 euro bedroeg en dat de kinderopvang van [kind 5] in 2008 (althans in oktober 2008 en/of november 2008 en/of december 2008) bij [kinderopvang V] vestiging [naam vestiging] heeft plaatsgevonden
en
ad. 7. [kind 5] in 2009 in totaal 1800 uur kinderopvang heeft genoten en dat het totale bedrag aan opvangkosten van [kind 5] in 2009 10.980 euro bedroeg en/of dat de kinderopvang van [kind 5] in 2009 bij [kinderopvang O] heeft plaatsgevonden.
Feit 3:zij in de periode van 1 december 2007 tot en met 7 mei 2012 in Nederland van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft verdachte voorwerpen, te weten geldbedragen omgezet, althans van die voorwerp(en) gebruik gemaakt, terwijl zij wist dat die voorwerpen afkomstig waren uit enig misdrijf;
Feit 4:zij in de periode van 1 november 2008 en met 7 mei 2012 in Amsterdam en/of Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit onder andere [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- valsheid in geschrifte (artikel 225 lid 1 en/of 2 van het Wetboek van Strafrecht) en/of
- oplichting (artikel 326 lid 1 van het wetboek van Strafrecht).
Hetgeen onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Deze bewijsmiddelen zijn opgenomen in bijlage 1. De beslissing dat verdachte het onder 4 ten laste gelegde feit heeft begaan, is gebaseerd op de feiten en omstandigheden die zijn opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 3. De inhoud van de bijlagen maakt onderdeel uit van het arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
en
medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals of vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
een gewoonte maken van witwassen.
Het onder 4 bewezen verklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van het voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechtbank opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft meermalen samen met anderen de Belastingdienst opgelicht door aanvragen kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst in te dienen, terwijl zij wist dat op die toeslag geen recht bestond. De verdachte heeft door haar handelen op grove wijze misbruik gemaakt van een regeling die de overheid in het leven heeft geroepen om ouders met kinderen in de gelegenheid te stellen te (blijven) werken en hun kinderen buitenshuis te laten opvangen. De verdachte heeft 12 aanvragen kinderopvangtoeslag samen met de aanvragers en met [medeverdachte 3] gedaan. Met medeverdachte [medeverdachte 2] heeft ze 13 aanvragen gedaan. De verdachte heeft in dit verband ook valsheid in geschrift gepleegd. Uit de dossierstukken en hetgeen ter zitting is besproken, is gebleken dat Belastingdienst/Toeslagen door de bewezen verklaarde feiten is benadeeld voor in totaal ruim € 750.000.
Voor fraudedelicten met een benadelingsbedrag tussen € 500.000 en € 1.000.000 wordt op grond van de zogenoemde oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht een gevangenisstraf voor de duur van 18 tot 24 maanden gehanteerd als vertrekpunt bij het bepalen van de straf. Het hof weegt in het nadeel van de verdachte mee dat de verdachte meerdere personen bij deze oplichtingen heeft betrokken, dat de oplichtingen gedurende een langere periode hebben plaatsgevonden en dat er ten behoeve van deze oplichtingen valse stukken zijn opgemaakt en gebruikt.
Het hof weegt niet als strafverzwarend mee dat de samenwerking met de andere verdachten (ook) als een criminele organisatie kan worden aangemerkt. Het hof weegt in het voordeel van de verdachte mee dat zij niet langer ontkend dat zij betrokken was bij het doen van de in de bewezenverklaarde aanvragen. Ook heeft zij verklaard dat zij verkeerd bezig is geweest en ze heeft haar spijt betuigd.
Het hof is van oordeel dat de door verdachte genoemde persoonlijke omstandigheden onvoldoende gewicht in de schaal leggen tegenover het gewicht dat de ernst van de bewezen verklaarde gedragingen in de weegschaal legt en het nadeel dat de samenleving daardoor heeft opgelopen. Dit brengt met zich dat het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal opleggen.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat, gelet op het grote bedrag dat is gemoeid met de ten onrechte uitbetaalde kinderopvangtoeslag, de valsheid in geschrift, de geraffineerde werkwijze van de verdachte en haar mededaders en het financiële voordeel dat de verdachte hierdoor heeft verkregen dat alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf recht doet aan de gedragingen van de verdachte. Het hof acht in beginsel een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden passend en geboden.
Op 28 november 2014 heeft de verdachte hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank van 25 november 2014. Heden, op 27 maart 2018 wijst het hof arrest. Het hof stelt dan ook vast dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid EVRM is overschreden met (afrondend) een jaar en vier maanden.
Gelet op de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep zal het hof de verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 26 maanden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 47, 57, 140, 225, 326 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover het beroep betrekking heeft op feit 1 ten aanzien van de aanvraag voor [aanvrager 1] .
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart de tenlastelegging nietig voor zover telkens in de tenlastelegging de woorden ‘onder meer’ zijn opgenomen.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
26(
zesentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. M.M. van der Nat en mr. R.P. den Otter, in tegenwoordigheid van mr. G.G. Gielen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 27 maart 2018.