Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
- voor welke van de drie kerncompetenties de referentie geldt;
- de contactpersoon van de referent;
- de periode waarin de opdracht is uitgevoerd;
- eventuele samenwerkingsverbanden;
- een omschrijving van de werkzaamheden per kerncompetentie;
- het aantal unieke cliënten dat de inschrijver heeft ondersteund;
- een handtekening van de contactpersoon van de referent die tekent voor de juistheid van de informatie op het formulier.
3.Beoordeling
apart in een bestand[cursivering hof] in”, waarna onder meer de formulieren G1 tot en met G4 worden genoemd. Uit deze wijze van vermelding kan niet worden afgeleid dat het indienen van de formulieren G1 tot en met G4 als zodanig slechts een vormvoorschrift zou zijn. Daar komt bij dat uit onderdeel 6 van paragraaf 4.1.2. volgt dat (het verstrekken van) onvolledige of inconsistente informatie tot uitsluiting van de inschrijving kan leiden, zodat de stelling dat het enkele schenden van vormvoorschriften niet dat gevolg kan hebben, reeds daarom onjuist is.