ECLI:NL:GHAMS:2018:1554
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hennepkwekerijzaak en niet-ontvankelijkheid OM door tijdsverloop
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was aangeklaagd voor het illegaal aftappen van elektriciteit, vernieling van een woning en het telen van hennep. De feiten vonden plaats tussen 1 augustus 2013 en 13 augustus 2013 in Diemen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die hem eerder had veroordeeld.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 3 april 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte. De raadsman voerde aan dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk moest worden verklaard vanwege de overschrijding van de redelijke termijn, aangezien de feiten bijna vijf jaar geleden hadden plaatsgevonden en er lange periodes van inactiviteit waren geweest in het onderzoek.
Het hof oordeelde dat, hoewel er onwenselijk lange tijd was verstreken, dit niet leidde tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Het hof kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde feiten. De verdachte werd vrijgesproken van alle beschuldigingen, omdat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij betrokken was bij de hennepkwekerij of de andere misdrijven. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt.