Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
's-Hertogenbosch (hierna: de kamer) van 18 september 2017 (ECLI:NL:TNORSHE:2017:19). De kamer heeft in de bestreden beslissing de klacht van geïntimeerde (hierna: klager) tegen de notaris gegrond verklaard en aan de notaris de maatregel van waarschuwing opgelegd.
2.Stukken van het geding
3.Feiten
– na een verzoek daartoe van de notaris ten behoeve van de stichting – bepaald dat de stichting haar kosten mag declareren volgens de gangbare geldende tarieven bij het notariaat en dat deze rechtstreeks ten laste kunnen worden gebracht van de nalatenschap van erflaatster.
€ 6.553,36, € 1.574,82 en € 817,36. De eindafrekening is voor akkoord geretourneerd door ‘groep [broer] ’. De eindafrekening is door ‘groep [klager] ’ niet geaccordeerd. Het hof leidt uit de feiten en de klachten af dat voldoening aan het notariskantoor in plaats van aan de stichting bij klager noch bij de andere erfgenamen tot een specifiek daarop gericht bezwaar heeft geleid, zodat het hof daaraan voorbij zal gaan.
4.Standpunt van klager
5.Standpunt van de notaris
6.Beoordeling
“31-12-2014 (..) overleg/correspondentie (..) + uitgaande correspondentie klaarmaken voor verzending (7x)”. Klager heeft verder aangevoerd dat de brief van 31 december 2014 voor hem niet zodanig duidelijk was dat hij daaruit had moeten begrijpen dat de uitzondering zoals genoemd in artikel 4:202 lid 1 onder a BW aan de orde was en dat de notaris dus aanbleef als executeur.