Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
in principaal appel[appellant] in zijn appel niet ontvankelijk te verklaren, althans zijn grieven ongegrond te verklaren en de beschikking waarvan beroep te bekrachtigen, met veroordeling van [appellant] in de proceskosten van beide instanties en
in incidenteel appelhaar onder 3.5 weer te geven verzoeken toe te wijzen. Gourmet heeft in appel een bewijsaanbod gedaan.
2.Feiten
3.Beoordeling
primairgeen rechten kan ontlenen aan het concurrentie- en relatiebeding nu het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van Gourmet,
subsidiairdeze bedingen geheel te vernietigen nu [appellant] door die bedingen onredelijk wordt benadeeld, althans
meer subsidiairte bepalen dat die bedingen alleen betrekking hebben op Nederland en de bedingen te vernietigen voor zover die zien op het ontplooien van activiteiten buiten Nederland en de omgang met partijen als bedoeld in het relatiebeding buiten Nederland, althans
meest subsidiairGourmet te veroordelen tot betaling van een vergoeding als bedoeld in artikel 7:653 lid 5 BW.
inderdaad niet zien“op de onverwijldheid van het ontslag”. De door [appellant] bij pleidooi aangevoerde nieuwe grond voor vernietiging van het vonnis (het ontslag zou toch niet onverwijld zijn gegeven) moet daarom als nieuwe grief worden gezien. De zogenoemde twee-conclusieleer verzet zich er tegen dat [appellant] bij pleidooi in hoger beroep nog een nieuwe grief opwerpt. Dat zou, nu gesteld noch gebleken is dat deze nieuwe grief niet eerder in het geding naar voren gebracht had kunnen worden, alleen anders zijn indien Gourmet er ondubbelzinnig mee zou hebben ingestemd dat die nieuwe grief in de beoordeling door het hof zou worden betrokken, waarvan, zoals reeds werd overwogen, geen sprake is geweest.
medeeen rol heeft gespeeld bij de beslissing van Gourmet [appellant] op staande voet te ontslaan, betekent niet dat die voorgeschiedenis mede aan het ontslag ten grondslag is gelegd. Het hof toetst uitsluitend of de in de ontslagbrief als zodanig vermelde ontslaggronden zelfstandig of in samenhang een dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren, hetgeen zoals uit het vooroverwogene volgt het geval is.
primairverzoekt te bepalen dat Gourmet aan het relatie- en concurrentiebeding geen rechten kan ontlenen,
subsidiairverzoekt deze geheel of gedeeltelijk te vernietigen en meer subsidiair, bij instandhouding van het relatie- en/of concurrentiebeding, deze geografisch te beperken tot Nederland, althans Nederland, Zweden en Finland, zijnde landen waarmee Gourmet substantiële handelsactiviteiten ontplooit.
Meest subsidiairverzoekt [appellant] Gourmet te veroordelen tot betaling van een vergoeding krachtens artikel 7:653 lid 5 BW. Voor zover het primaire en subsidiaire verzoek ten aanzien van het concurrentiebeding worden afgewezen verzoekt [appellant] in hoger beroep te bepalen dat het concurrentiebeding slechts werking heeft voor de teelt, verpakking en in- en verkoop van droge uien, sjalotten, alsmede droge en verse knoflook en niet ziet op andere producten in de AGF-branche, waaronder uitdrukkelijk begrepen bosuien en wortelen. Voor zover het primaire en subsidiaire verzoek ten aanzien van het relatiebeding worden afgewezen verzoekt [appellant] in hoger beroep te bepalen dat het relatiebeding slechts werking heeft ten aanzien van die relaties van Gourmet die aantoonbaar in de jaren 2015 en 2016 tenminste 12 keer per jaar een zakelijke transactie met Gourmet zijn aangegaan met een minimale financiële waarde van totaal € 500.000,-- per jaar. [appellant] betwist dat hij kennis heeft van bedrijfsgevoelige informatie en stelt dat de informatie die hij had is verouderd en bovendien ingeleverd dan wel vernietigd is. Het is [appellant] voorts niet gelukt een baan buiten de branche, waarin Gourmet werkzaam is, te vinden. Onduidelijk is voorts wie onder de relaties van Gourmet, bedoeld in het relatiebeding moeten worden verstaan.
.