ECLI:NL:GHAMS:2018:1907

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 juni 2018
Publicatiedatum
11 juni 2018
Zaaknummer
23-001820-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring bedreigingen met terroristisch misdrijf en poging tot afpersing, bezit en invoer van kinderpornografisch materiaal

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte is beschuldigd van het versturen van een dreigmail aan diverse mediabedrijven, waarin hij hen bedreigde met een terroristisch misdrijf en een bedrag van tien miljoen euro eiste. De dreigmail bevatte expliciete bedreigingen en werd verzonden vanuit Nanning, China. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de dreigmail heeft verzonden en dat hij in het bezit was van kinderpornografisch materiaal. De verdachte heeft in de periode van 2007 tot 2015 meermalen kinderpornografisch materiaal vervaardigd, ingevoerd en in bezit gehad. Het hof heeft de geldigheid van de dagvaarding bevestigd en de tenlastelegging als voldoende duidelijk geacht. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, wat heeft bijgedragen aan de ernst van de straf. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, met inachtneming van de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-001820-16
Datum uitspraak: 11 juni 2018
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 4 mei 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-728138-15 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
23 november 2016, 7 december 2016 en 28 mei 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman van de verdachte naar voren is gebracht, als ook van het standpunt dat de verdachte op de regiezitting van 23 november 2016 heeft ingenomen.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank en in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijzigingen is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
1:hij op of omstreeks 13 juli 2015 te Amsterdam en/of Hilversum en/of Diemen, althans (een) plaats(en) in Nederland en/of in Nanning, althans een plaats in China, [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] , althans een of meerdere mediabedrijven en/of een of meerdere personen aanwezig in en/of in de directe nabijheid van (het) gebouw(en) van [bedrijf 1] , gelegen aan de Spaklerweg en/of [bedrijf 2] , gelegen aan het Gustav Mahlerlaan en/of [bedrijf 3] en/of [bedrijf 4] in Diemen, in de naam van IS met enig terroristisch misdrijf heeft bedreigd en/of enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat en/of enig misdrijf tegen het leven gericht en/of brandstichting, althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde mediabedrijven een e-mailbericht gestuurd en daarin de dreigende woorden toegevoegd (letterlijk weergegeven):
"In naam van Allah Akbar. Zoals u weet is er recent een grote hoeveelheid semtex en ontstekers door ons gestolen in Frankrijk. Ik meld u dat wij deze explosieven afgelopen weekend hebben geplaatst op 5 locaties in Nederland.
1 [bedrijf 1] Spaklerweg
2 [bedrijf 2] Gustav Mahlerlaan
3 [bedrijf 3]
4 [bedrijf 4] in Diemen
5 [(..)] ";
2:hij op of omstreeks 13 juli 2015 te Amsterdam en/of Hilversum en/of Diemen, althans (een) plaats(en) in Nederland en/of in Nanning, althans een plaats in China, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld tegen goederen en/of personen, te weten de/het gebouw(en) van [bedrijf 1] (gelegen aan de Spaklerweg) en/of [bedrijf 2] (gelegen aan het Gustav Mahlerlaan) en/of [bedrijf 3] en/of het [bedrijf 4] in Diemen en/of een of meer in die/dat gebouw(en) aanwezige pers(o)n(en) en/of in de directe nabijheid van die/dat gebouw(en) aanwezige perso(o)n(en) en/of een of meer [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] , althans een of meer medewerker(s) van een of meerdere mediabedrijven en/of de Nederlandse Staat
voornoemde medewerker(s) en/of voornoemde mediabedrijven en/of de Nederlandse Staat te dwingen tot de afgifte van tien miljoen, althans een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde mediabedrijven en/of de Nederlandse Staat, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke bedreiging(en) met geweld bestond(en) uit het:
- versturen van een e-mailbericht aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] , althans een of meerdere mediabedrijven, inhoudende (onder meer)(letterlijk weergegeven):
"Als u wilt dat wij de explosieven niet af laten gaan of de vijfde locatie vrijgeven. Dan dient u ervoor zorg te draaien Syrië strijders worden gevrijwaard van rechtsgang en uitzettingsprocedures, eveneens vrijgelaten worden verder wensen wij 10 miljoen euro, deze dient u te plaatsen onder het viaduct van de [locatie] , voor 12 uur, is het er niet: Kaboom! Is het er wel dan krijgt u van ons te horen waar de 5e locatie is. Wij onderhandelen niet, er zijn al genoeg strijders verloren gegaan. IS";
3:hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 22 juli 2015 te Amsterdam en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland en/of in Nanning en/of elders in China en/of elders in Azië,
meermalen, althans éénmaal telkens
afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of films en/of
een gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of films –
te weten
  • Op een laptop (Toshiba) (goednummer [nummer 1] ) en/of
  • Op een harddisk (SATA USB 3.0) (goednummer [nummer 2] ) en/of
  • Op een computer (Cooler Master) voorzien van 2 harddisks en een SSD schijf (goednummers [nummer 3] , [nummer 3] -1 en [nummer 3] -SSD) en/of
  • Op een harde schijf (harde schijf 1,5 Tb) (goednummer [nummer 4] ) en/of
  • Op een harddisk (Maxtor Diamond Plus) (goednummer [nummer 5] )
van seksuele gedragingen, waarbij (telkens) iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, openlijk heeft tentoongesteld en/of heeft vervaardigd en/of heeft ingevoerd en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst (te weten via de computer en/of via MSN en/of via chat(s) en/of via e-mail) de toegang heeft verschaft en/of (in de periode van 1 januari 2010 tot en met 22 juli 2015) heeft aangeboden en/of verworven,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/een penis en/of vingers en/of voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
  • (Pthc) [bestandsnaam 2] , ZD05 p. 9 (goednummer [nummer 1] )
  • [bestandsnaam 1] p. 25 (goednummer [nummer 2] )
  • [bestandsnaam 3] , ZD05 p. 26 (goednummer [nummer 2] )
  • [bestandsnaam 4] , p. 37 (goednummer [nummer 3] -1)
en/of
het met de/een tong en/of handen betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een handen betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
  • (pthc) [bestandsnaam 5] , ZD05 p. 10 (goednummer [nummer 1] )
  • [bestandsnaam 6] , ZD05 p. 27 (goednummer [nummer 2] )
  • [bestandsnaam 7] , ZD05 p. 27 (goednummer [nummer 2] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding en/of (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
  • [bestandsnaam 8] p. 22 (goednummer [nummer 2] )
  • [bestandsnaam 9] , ZD05 p. 44 (goednummer [nummer 3] -SSD)
  • [bestandsnaam 10] , ZD05 p. 44 (goednummer [nummer 3] )
  • [bestandsnaam 11] , ZD05 p. 44 (goednummer [nummer 3] -SSD)
  • [bestandsnaam 12] , ZD05 p. 61 (goednummer [nummer 4] )
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
  • [bestandsnaam 13] ( [nummer 1] )
  • [bestandsnaam 14] , ZD05 p.26 (goednummer [nummer 2] )
  • [bestandsnaam 15] , ZD05 p.27 (goednummer [nummer 2] )
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde tot een enigszins andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank en ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde recht doet op grondslag van een in hoger beroep gewijzigde tenlastelegging.

Geldigheid van de dagvaarding

De raadsman heeft betoogd dat de dagvaarding met betrekking tot het onder 3 tenlastegelegde nietig is op de grond dat die niet voldoet aan de door de Hoge Raad in zijn arresten van 20 december 2011 en 24 juni 2014 (resp. ECLI:NL:HR:2011:BS1739 en ECLI:NL:HR:2014:1497) gegeven uitgangspunten dat bij het op grote schaal voorhanden hebben van kinderpornografische afbeeldingen de tenlastelegging zich moet beperken tot de concrete beschrijving van een gering aantal (maximaal vijf) representatieve afbeeldingen, zodat de tenlastelegging onvoldoende duidelijk en feitelijk is omschreven en het voor de verdachte onvoldoende duidelijk is tegen welke beschuldiging hij zich dient te verdedigen.
Het hof stelt voorop dat de Hoge Raad in de door de raadsman genoemde arresten uit praktisch oogpunt voormelde wijze van tenlasteleggen van het op grote schaal voorhanden hebben van kinderpornografische afbeeldingen heeft aanbevolen. In die arresten is geen steun te vinden voor de opvatting dat het niet navolgen van die aanbeveling nietigheid van de dagvaarding tot gevolg heeft.
Voorts constateert het hof dat de gewijzigde tenlastelegging vier nader en concreet omschreven categorieën van kinderpornografische afbeeldingen behelst, met verwijzingen naar de vindplaatsen van afzonderlijke afbeeldingen die – in de visie van het openbaar ministerie – tot de desbetreffende categorie moeten worden gerekend, dit laatste op één uitzondering na ten aanzien waarvan de advocaat-generaal mondeling op de terechtzitting in hoger beroep de vindplaats heeft genoemd.
De in verband met het verweer geponeerde stellingen dat a) de advocaat-generaal de vordering tot wijziging van de tenlastelegging pas zeer recent heeft aangekondigd, terwijl die al op de regiezitting van 23 november 2016 ter sprake was gekomen, b) de verdediging geen inzage heeft gehad in de wijze waarop de selectie van de tenlastegelegde afbeeldingen tot stand is gekomen, en c) de verdediging geen mogelijkheid is geboden tot inzage in de afbeeldingen omdat geen (representatieve selectie in een) toonmap is overgelegd noch in de inleidende dagvaarding melding is gemaakt van de mogelijkheid tot inzage daarin, stuiten naar het oordeel van het hof af op de omstandigheden dat
a. a) de advocaat-generaal op de regiezitting niet heeft medegedeeld dat hij voornemens was wijziging van de tenlastelegging te vorderen en hij nadien, toen hij tot de conclusie was gekomen dat de tenlastelegging diende te worden gewijzigd, de (concept-)vordering ruim vóór de terechtzitting van 28 mei 2018 aan de raadsman heeft gezonden;
b) geen rechtsregel het openbaar ministerie verplicht de verdediging inzicht te verschaffen in de wijze waarop de selectie van kinderpornografische afbeeldingen (in de tenlastelegging) tot stand komt;
c) (zoals uit de vordering tot wijziging van de tenlastelegging van 20 april 2016 blijkt) reeds in eerste aanleg bekend was dat het openbaar ministerie beschikte over een zogeheten toonmap en de verdediging zelf had kunnen verzoeken om inzage daarin, terwijl daarnaast van de aangetroffen afbeeldingen schriftelijke beschrijvingen in het dossier zijn opgenomen.
Het voorgaande brengt mee dat de tenlastelegging voldoende duidelijk en feitelijk kan worden geacht en dat het de verdachte duidelijk moet zijn geweest waartegen hij zich had te verdedigen. Het hof is dan ook van oordeel dat de dagvaarding geldig is. Het verweer wordt verworpen.
Bewijsverweer en nadere bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde
Op 13 juli 2015 om 03:01 uur (Nederlandse tijd) is bij [benadeelde 4] , de [benadeelde 2] en AT5 een e-mailbericht met de volgende tekst binnengekomen:
In naam van Allah Akbar.
Zoals u weet is er recent een grote hoeveelheid semtex en ontstekers door ons gestolen in Frankrijk. Ik meld u dat wij deze explosieven afgelopen weekend hebben geplaatst op 5 locaties in Nederland.
1. [bedrijf 1] Spaklerweg
2. [bedrijf 2] Gustav Mahlerplein
3. [bedrijf 3]
4. [bedrijf 4] in Diemen
5. [(..)] .
Als u wilt dat wij de explosieven niet af laten gaan of de 5e locatie vrijgeven.
Dan dient u ervoor zorg te draaien Syrië strijders worden gevrijwaard van rechtsgang en uitzettingsprocedures, eveneens vrijgelaten worden verder wensen wij 10 miljoen euro, deze dient u te plaatsen onder het viaduct van de [locatie] , voor 12 uur, is het er niet: Kaboom!
Is het er dan wel dan krijgt u van ons te horen waar de 5e locatie is. Wij onderhandelen niet, er zijn al genoeg strijders verloren gegaan. IS.
Onderaan dit e-mailbericht staat vermeld: “Verstuurd vanaf mijn iPhone”.
Het e-mailbericht – dat is verzonden vanaf het account [e-mailadres] – is herleid tot het IP-adres [IP-adres 1] , dat is gekoppeld aan een server van Microsoft. Uit IP-logs van Microsoft ten aanzien van voormeld e-mailaccount blijkt dat in juli 2015 meermalen is ingelogd op dat account vanaf verschillende IP-adressen, waaronder [IP-adres 2] . Dat IP-adres is hetzelfde als het IP-adres van waaruit in dezelfde periode is ingelogd op de website van [bedrijf 2] om te internetbankieren met een op naam van de verdachte staande bankrekening. Dit IP-adres is gelokaliseerd in Nanning te China. De verdachte heeft verklaard dat hij op 13 juli 2015 in Nanning verbleef en dat hij de enige gebruiker van [e-mailadres] was.
Op 21 juli 2015 is de verdachte op Schiphol aangehouden; de laptop van het merk Toshiba en de iPhone 6 die hij toen bij zich had, zijn in beslag genomen. In het geheugen van de laptop zijn de e-mailadressen van de [benadeelde 2] en [benadeelde 4] aangetroffen, alsmede een e-mailadres dat de politie heeft gebruikt voor de onderhandelingen met de verzender van de dreigmail.
Met de iPhone 6 van de verdachte is op 13 juli 2015 contact gelegd met e-mailadressen van [benadeelde 4] , AT5, de [benadeelde 2] en genoemd e-mailadres van de politie. Door middel van een “jailbreak” (het kraken van het besturingssysteem) van de iPhone is daarop het e-mailaccount [e-mailadres] aangetroffen. In de map “Uncategorized” bevonden zich de dreigmail en e-mailverkeer met de politieonderhandelaar. De “User Dictionary” van de iPhone behelsde het merendeel van de woorden uit de dreigmail en de e-mailwisseling met de politie. Woorden worden in een “User Dictionary” opgeslagen wanneer ze door de gebruiker van de iPhone via het toetsenbord van de iPhone zijn getypt in een e-mailbericht, sms, WhatsApp, etc.
Op grond van het voorgaande neemt het hof aan dat het de verdachte is geweest die voornoemde dreigmail – en de latere e-mailberichten aan de politie – heeft gestuurd.
De raadsman heeft betoogd dat de verdachte van het onder 1 en 2 tenlastegelegde moet worden vrijgesproken op grond van het volgende:
Het door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in opdracht van het hof uitgevoerde onderzoek heeft uitgewezen dat de hypothese dat de dreigmail met de iPhone van de verdachte is verzonden “waarschijnlijker” is dan wanneer die op andere wijze is verzonden, terwijl het NFI tot de conclusie “extreem veel waarschijnlijker” zou zijn gekomen als de iPhone daadwerkelijk zou zijn gebruikt om de dreigmail te verzenden. De conclusie van het NFI levert derhalve een ontoereikende “match” op.
Als de dreigmail met de iPhone van de verdachte zou zijn verstuurd, hadden álle woorden van de dreigmail (en de daaropvolgende e-mailwisseling met de politie) in de “User Dictionary” moeten zijn aangetroffen. Nu dit niet het geval is, is uitgesloten dat de dreigmail is getypt op, en verzonden met, de iPhone.
Het IP-adres waarmee de dreigmail is verzonden ( [IP-adres 1] ) komt niet overeen met het IP-adres dat werd gebruikt door de verdachte ( [IP-adres 2] ), terwijl eerstgenoemd IP-adres kan worden gekoppeld aan een internetgebruiker in Dublin (Ierland) en (alleen) laatstgenoemd IP-adres aan de verdachte die vanuit Nanning (China) toegang tot internet zocht.
De e-mailwisseling tussen de verzender van de dreigmail en de politie houdt onder meer in dat iemand de afleverlocatie van het geëiste losgeld in de gaten hield, terwijl enig contact tussen de verdachte en een tussenpersoon nooit is vastgesteld.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt
ad a
Het onderzoek van het NFI is, voor zover hier van belang, beperkt geweest tot de iPhone en de laptop van de verdachte. Om die reden, en mede in het licht van het de verdachte belastende materiaal, kan aan het feit dat de hypothese dat de dreigmail met de iPhone is verstuurd slechts “waarschijnlijker” wordt geacht dan de hypothese dat die met een ander apparaat is verstuurd, geen doorslaggevende betekenis worden toegekend.
ad b
Het hof heeft, met de raadsman, geconstateerd dat niet álle woorden van de dreigmail (en de daaropvolgende e-mailwisseling met de politie) in de “User Dictionary” van de iPhone van de verdachte zijn aangetroffen. Daar staat echter tegenover dat het overgrote deel daarvan daarin wel voorkomt (en dus op de iPhone moet zijn getypt) en het aantal “ontbrekende” woorden slechts een fractie van het geheel vormt. Nu voorts diverse oorzaken het ontbreken van deze woorden kunnen verklaren – een tijdelijke storing in de iPhone, de woorden zijn op een andere manier dan door het intypen daarvan in de dreigmail opgenomen, de totstandkoming van de dreigmail heeft gedeeltelijk met behulp van een ander apparaat dan de iPhone plaatsgevonden – kan het verweer op dit punt niet afdoen aan de conclusie dat de verdachte de dreigmail heeft verzonden.
ad c
Het verweer berust op dit punt in zoverre op een verkeerde lezing van het dossier dat [IP-adres 1] wordt genoemd als IP-adres van de
server(van Microsoft) waarmee de dreigmail is verstuurd en niet als het IP-adres van de plaats vanwaar, of het apparaat waarmee, die e-mail is verstuurd. De door de raadsman overlegde uitdraai van InfoSniper (met betrekking tot het IP-adres [IP-adres 1] ) impliceert slechts dat die server zich in Dublin bevindt, hetgeen geenszins uitsluit dat de dreigmail door iemand in Nanning is verzonden.
ad d
De omstandigheid dat in de e-mailwisseling een niet tot de verdachte te herleiden contactpersoon ter sprake komt die zicht zou hebben op de plaats waar het losgeld zou worden afgeleverd, staat een bewezenverklaring geenszins in de weg.
Op grond van het voorgaande wordt het verweer in alle onderdelen verworpen.
De verdachte – die bij de inhoudelijke behandeling van zijn zaak in hoger beroep niet is verschenen – heeft in diverse fasen van de procedure in het kader van zijn ontkenning voornoemde dreigmail te hebben gestuurd, betoogd dat die e-mail is gestuurd door zijn voormalige vriendin, [naam 1] (verder: [naam 1] ), dan wel dat zijn iPhone gehackt is.
Ten aanzien van laatstgenoemde stelling overweegt het hof dat het dossier daarvoor geen enkel aanknopingspunt biedt en de verdachte deze op geen enkele wijze heeft geconcretiseerd, laat staan nader onderbouwd, zodat deze wordt gepasseerd.
Ten aanzien van de eerste stelling – [naam 1] is de dader – overweegt het hof als volgt.
[naam 1] was de oorspronkelijke “eigenaar” van het e-mailaccount [e-mailadres] , maar naar haar zeggen heeft zij daar sinds 2012/2013 geen gebruik meer van kunnen maken omdat de verdachte haar wachtwoord had veranderd, waardoor zij geen toegang meer had tot dit account.
De door Microsoft en [bedrijf 2] verstrekte IP-logs ten aanzien van voormeld e-mailaccount bevatten geen IP-adressen die zijn te koppelen aan het adres waar [naam 1] op 13 juli 2015 verbleef. [naam 1] maakte destijds gebruik van een Nokia Lumia 520. Onderzoek van die telefoon door de politie heeft geen informatie opgeleverd die haar in relatie met de dreigmail kon brengen. Hetzelfde geldt voor de laptop die [naam 1] destijds gebruikte. De dreigmail is bovendien verzonden met een iPhone, terwijl het dossier geen enkele aanwijzing bevat voor de veronderstelling dat [naam 1] , naast voormelde Nokia Lumia 520, een iPhone tot haar beschikking had. Tot slot geldt dat de onderhandelingen van de dader met de politie over de aflevering van het geëiste losgeld, eveneens via het e-mailaccount [e-mailadres] , onder andere plaatsvonden tijdens Nuwongs verblijf op het politiebureau voor haar verhoor.
Gelet op het voorgaande en op het de verdachte belastende bewijs acht het hof het volstrekt onwaarschijnlijk dat [naam 1] de dreigmail heeft verstuurd.

Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde

Het hof stelt vast dat de verdachte gedurende acht jaren, vanaf de eerste “modificatie” van de video “ [bestandsnaam 16] ” op 25 juli 2007 tot en met zijn aanhouding op 21 juni 2015, op verschillende apparatuur/locaties, data en tijdstippen op enigerlei wijze doende is geweest (“file created date”, “file modified date” of “file last acces date”) met kinderpornografische bestanden. De verdachte heeft de bestanden opgeslagen op gegevensdragers die zijn aangetroffen op drie locaties: in de woning van zijn moeder in Apeldoorn, in de woning van een vriend van hem in Amsterdam en in de bagage die hij bij zich had toen hij vanuit China aankwam op Schiphol. Gelet op zowel de periode waarin als de frequentie waarmee en de verscheidene locaties waarop de verdachte met de kinderpornografische bestanden bezig is geweest, is het hof van oordeel dat de verdachte van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal een gewoonte heeft gemaakt als bedoeld in artikel 240b, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr).

Beslissing verzoek nader onderzoek

Op 7 december 2016 heeft het hof de beslissing op het verzoek van de verdediging nader onderzoek te doen naar “onbekend gebleven personen” – die zich volgens de verdediging zouden hebben opgehouden in de omgeving waar het geëiste losgeld werd neergelegd en die met [naam 1] op 13 juli 2015 in contact zouden hebben gestaan – aangehouden in afwachting van de resultaten van het onderzoek naar de beschikbaarheid van gegevens van de zendmasten voor mobiele telefonie die in de buurt van de [locatie] te Amsterdam (alwaar de “losgeldplaats” was gesitueerd) zijn gestationeerd.
Nu laatstgenoemd onderzoek heeft uitgewezen dat van die zendmasten geen gegevens (meer) beschikbaar zijn en de betrokkenheid van [naam 1] bij de dreigmail, zoals hiervoor reeds is overwogen, volstrekt onwaarschijnlijk wordt geacht, ziet het hof geen aanknopingspunten – en derhalve ook geen noodzaak – onderzoek naar die “onbekend gebleven personen” te doen plaatsvinden.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:hij op 13 juli 2015 in Nederland en in Nanning (China) [benadeelde 1] en [benadeelde 2] en [benadeelde 4] , en personen aanwezig in en/of in de directe nabijheid van gebouwen – te weten van [bedrijf 1] , gelegen aan de Spaklerweg, en [bedrijf 2] , gelegen aan de Gustav Mahlerlaan, en [bedrijf 3] – en energieverdelingsnetwerk in Diemen, in naam van IS heeft bedreigd met enig terroristisch misdrijf en met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat en met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde mediabedrijven het volgende e-mailbericht gestuurd:
"In naam van Allah Akbar. Zoals u weet is er recent een grote hoeveelheid semtex en ontstekers door ons gestolen in Frankrijk. Ik meld u dat wij deze explosieven afgelopen weekend hebben geplaatst op 5 locaties in Nederland.
1. [bedrijf 1] Spaklerweg
2 [bedrijf 2] Gustav Mahlerlaan
3 [bedrijf 3]
4 [bedrijf 4] in Diemen
5 [(..)] ";
2:hij op 13 juli 2015 in Nederland en in Nanning (China), ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf met het oogmerk zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld tegen goederen en personen, te weten gebouwen van [bedrijf 1] , gelegen aan de Spaklerweg, van [bedrijf 2] , gelegen aan de Gustav Mahlerlaan en van [bedrijf 3] , en het energieverdelingsnetwerk in Diemen en in die gebouwen en/of in de directe nabijheid van die gebouwen aanwezige personen, mediabedrijven en de Nederlandse Staat te dwingen tot de afgifte van tien miljoen euro, toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke bedreiging met geweld bestond uit het versturen van een e-mailbericht aan AT5 en de [benadeelde 2] en [benadeelde 4] , inhoudende:
"Als u wilt dat wij de explosieven niet af laten gaan of de vijfde locatie vrijgeven. Dan dient u ervoor zorg te draaien Syrië strijders worden gevrijwaard van rechtsgang en uitzettingsprocedures, eveneens vrijgelaten worden verder wensen wij 10 miljoen euro, deze dient u te plaatsen onder het viaduct van de [locatie] , voor 12 uur, is het er niet: Kaboom! Is het er wel dan krijgt u van ons te horen waar de 5e locatie is. Wij onderhandelen niet, er zijn al genoeg strijders verloren gegaan. IS".
3:hij in de periode van 25 juli 2007 tot en met 21 juli 2015 te Amsterdam en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland en in China, gegevensdragers te weten
  • een laptop (Toshiba)
  • een harddisk (SATA USB 3.0)
  • een computer (Cooler Master) voorzien van 2 harddisks en een SSD schijf
  • een harde schijf (harde schijf 1,5 Tb)
bevattende foto’s en video’s van seksuele gedragingen, waarbij telkens iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken of schijnbaar was betrokken, heeft ingevoerd en/of in bezit heeft gehad,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met een penis en/of voorwerp oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
  • (Pthc) [bestandsnaam 2]
  • [bestandsnaam 1]
  • [bestandsnaam 3]
  • [bestandsnaam 4] !, en
het met een tong en/of hand(en) betasten of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
  • (pthc) [bestandsnaam 5]
  • [bestandsnaam 6]
  • [bestandsnaam 7] , en
het gedeeltelijk naakt laten poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een houding en/of op een wijze die niet bij haar leeftijd past, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
  • [bestandsnaam 16]
  • [bestandsnaam 9]
  • [bestandsnaam 10]
  • [bestandsnaam 11]
  • [bestandsnaam 12] , en
het ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of het houden van een stijve penis bij/naast het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
  • [bestandsnaam 13]
  • [bestandsnaam 14]
  • [bestandsnaam 15]
en hij van het plegen van dit misdrijf voor wat betreft het in het bezit hebben van de afbeeldingen een gewoonte heeft gemaakt.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Naar het oordeel van het hof leveren de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten in die mate een samenhangend, zich op dezelfde plaats en tijd afspelend, feitencomplex op dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt, hetgeen eendaadse samenloop van deze feiten oplevert. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de strekking van de onderliggende strafbepalingen niet in die mate uiteenloopt dat dit aan het aannemen van eendaadse samenloop in de weg staat.
Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert op de eendaadse samenloop van:
bedreiging met een terroristisch misdrijf, met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, en met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
en
poging tot afpersing, meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
en
een gegevensdrager bevattende afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, invoeren.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met (i) de detentieomstandigheden van de verdachte, (ii) de omstandigheid dat de verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht, (iii) het feit dat de verdachte het overgrote deel van zijn collectie kinderporno al eigenhandig had verwijderd, (iv) de samenloop van het onder 1 en 2 tenlastegelegde en (v) de schending van de redelijke termijn in hoger beroep.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreigingen met onder meer een terroristisch misdrijf en aan poging tot afpersing. Hij heeft diverse mediabedrijven een e-mail gestuurd, waarin hij uit naam van de terroristische organisatie IS en onder bedreiging van het tot ontploffing brengen van een grote hoeveelheid semtex, de afgifte van tien miljoen euro geëist. Deze e-mail heeft ervoor gezorgd dat bij de autoriteiten een enorme onrust ontstond die heeft geleid tot een grootschalige inzet van ambtenaren van de politie en van andere openbare diensten, die aldus niet inzetbaar waren voor andere noodsituaties. De verdachte had kunnen beseffen dat zijn handelen, in een tijd waarin gruwelijk en gewelddadig optreden door aanhangers van IS aan de orde van de dag was, grote gevolgen zou hebben, maar kennelijk heeft hij zich daar geenszins om bekommerd.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het invoeren en het jarenlange bezit van (een grote hoeveelheid) kinderpornografische bestanden. Bij de vervaardiging van kinderporno worden kinderen seksueel misbruikt en geëxploiteerd. Het is algemeen bekend dat deze kinderen hiervan langdurig of zelfs levenslang ingrijpende nadelige fysieke en – vooral – psychische gevolgen (kunnen) ondervinden. De verdachte moet hier mede verantwoordelijk voor worden gehouden, nu zijn handelen heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag naar kinderporno en daarmee ook aan het seksuele misbruik en de exploitatie van die kinderen. De enkele – overigens niet door of namens de verdachte aangevoerde – mogelijkheid dat de onderhavige afbeeldingen geen “echte” kinderen betreffen, maakt het handelen van de verdachte niet minder laakbaar.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 8 mei 2018 is hij eerder onherroepelijk veroordeeld, in het bijzonder en bij herhaling wegens poging tot afdreiging en het bezit van kinderpornografisch materiaal, onder andere tot deels onvoorwaardelijke gevangenisstraffen van meerdere maanden. De omstandigheid dat de verdachte uit één en ander geen lering heeft getrokken, weegt sterk in zijn nadeel.
De ernst van het bewezen verklaarde feit rechtvaardigt, mede in het licht van de straffen die in soortgelijke gevallen aan recidivisten plegen te worden opgelegd, in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zoals in eerste aanleg is opgelegd. Het hof ziet evenwel geen aanleiding een nog zwaardere straf op te leggen zoals door de advocaat-generaal is gevorderd.
Met betrekking tot de in hoger beroep gevoerde strafmaatverweren overweegt het hof als volgt.
( i) Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman naar voren gebracht dat de verdachte binnen de gevangenismuren zowel fysiek als mentaal is mishandeld. Het hof neemt aan dat sprake is geweest van zware detentieomstandigheden, maar dit brengt niet zonder meer – en niet zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt – mee dat moet worden gesproken van schending van artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM), terwijl het hof ook overigens in het aangevoerde onvoldoende grond vindt voor strafmatiging.
(ii) In een rapport van 28 januari 2012, ten behoeve van een oudere strafzaak opgemaakt door psycholoog [naam 2], is geconcludeerd dat de verdachte lijdt aan PDD- [benadeelde 2] en dat zijn persoonlijkheid trekken vertoont van een antisociale en narcistische persoonlijkheidsstoornis. Geadviseerd is de verdachte ter zake van de hem in die zaak verweten fiscale fraude enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te achten. Nu het advies van genoemde psycholoog ziet op feiten die van wezenlijk andere aard zijn dan hetgeen de verdachte in de onderhavige zaak wordt verweten en de verdachte in deze zaak zijn medewerking aan enig psychologisch of psychiatrisch onderzoek heeft geweigerd, heeft het hof geen enkel aanknopingspunt om vast te stellen of (en in welke mate en op welke wijze) de in 2012 vastgestelde ziekelijke stoornis en (trekken van een) gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, de gedragskeuzes van de verdachte ten aanzien van de feiten hebben beïnvloed. Bij die stand van zaken ziet het hof geen aanleiding de onderhavige feiten slechts in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen en dit aldus in strafmatigende zin mee te wegen.
(iii) Het hof overweegt dat de – aangevoerde – omstandigheid dat de verdachte het overgrote deel van zijn collectie kinderporno (naar het hof begrijpt: alvorens die op zijn gegevensdragers werden aangetroffen) al eigenhandig had verwijderd, niet afdoet aan de omstandigheid dat hij in de bewezenverklaarde periode de beschikking over deze bestanden heeft gehad. Immers, de verdachte moet deze bestanden eerst op enigerlei wijze hebben opgeslagen en nadien op enig moment hebben verwijderd, voordat de bestanden in de map “deleted” terecht konden komen. Bovendien had de verdachte ten tijde van zijn aanhouding op 25 juli 2015 de beschikking over een grote hoeveelheid “accesible” kinderpornografisch materiaal, waarmee hij over een periode van acht jaren actief bezig is geweest. Hetgeen de raadsman op dit punt heeft aangevoerd, schuift het hof dan ook terzijde.
(iv) Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met de kwalificatie van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde als eendaadse samenloop.
( v) Omtrent de door de raadsman gestelde schending van de redelijke termijn overweegt het hof als volgt.
De rechtbank heeft vonnis gewezen op 4 mei 2016. Het hoger beroep is ingesteld op 13 mei 2016. Het hof wijst arrest na twee jaren en bijna één maand na het instellen van het hoger beroep.
Uitgangspunt is dat de einduitspraak in hoger beroep plaatsvindt binnen twee jaar nadat het rechtsmiddel is ingesteld, en binnen 16 maanden indien de verdachte in verband met de zaak in voorlopige hechtenis zit.
De voorlopige hechtenis van de verdachte in deze zaak is met ingang van 10 mei 2017 geschorst. De verdachte heeft daarna zijn berechting in vrijheid kunnen afwachten. De voorlopige hechtenis van de verdachte in de fase van het hoger beroep heeft minder dan 16 maanden heeft geduurd, zodat het hof bij de beoordeling van de redelijke termijn als uitgangspunt neemt dat de berechting in hoger beroep binnen twee jaren dient te zijn afgerond. Die termijn is met nog geen maand is overschreden, een periode van zo korte duur dat het hof aanleiding ziet te volstaan met de enkele constatering van de overschrijding.
Maar ook indien zou moeten worden aangenomen dat de, op de redelijkheid te beoordelen, termijn op 16 maanden moet worden bepaald op de grond dat de verdachte bij het instellen van het hoger beroep in voorlopige hechtenis zat, brengt dit het hof niet tot het oordeel dat strafvermindering op zijn plaats is. De duur van de berechting in hoger beroep is immers in belangrijke mate veroorzaakt door de complexiteit van de zaak en het nadere onderzoek dat op verzoek van de verdediging door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is verricht, welke onderzoek tussentijds overleg met de raadsheer-commissaris vergde. Dit nadere onderzoek heeft ongeveer 10 maanden in beslag genomen. Bij die stand van zaken kan (eveneens) worden volstaan worden met de enkele constatering van de overschrijding van de redelijke termijn.
Andere bijzondere (persoonlijke) omstandigheden die in het voordeel van de verdachte zouden moeten meewegen bij de strafoplegging zijn niet aannemelijk geworden.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf zoals in eerste aanleg is opgelegd passend en geboden.

Beslag

Verbeurdverklaring
Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde is begaan met behulp van de onder de verdachte inbeslaggenomen en niet teruggegeven iPhone 6. Deze telefoon zal worden verbeurd verklaard.
Onttrekking aan het verkeer
Met betrekking tot twee computers (van de merken Toshiba en Cooler Master) en twee harde schijven (Sata usb 3.0 en 1,5 Tb) die nog niet zijn teruggegeven, is het onder 3 bewezenverklaarde begaan. Zij dienen te worden onttrokken aan het verkeer, nu zich daarop kinderpornografisch materiaal bevindt en het bezit daarvan in strijd is met de wet.
Bij gelegenheid van het onderzoek naar het bewezenverklaarde is eveneens een harddisk (van het merk/type Maxtor Diamond Plus) in beslag genomen. Dit voorwerp, dat aan de verdachte toebehoort, is nog niet teruggegeven. Het ongecontroleerde bezit van deze harde schijf is in strijd met de wet, omdat zich daarop kinderpornografisch materiaal bevindt (welk materiaal niet in de in hoger beroep gewijzigde tenlastelegging is opgenomen). De harde schijf kan dus dienen tot het begaan van feiten die soortgelijk zijn aan het onder 3 bewezenverklaarde, zodat deze wordt onttrokken aan het verkeer.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 45, 55 lid 1, 57, 240b, 285 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdhet inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een telefoon, iPhone 6 ([nummer 6]).
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een computer, Toshiba ( [nummer 1] );
- een computer, Cooler Master ( [nummer 3] );
- een harddisk, Sata usb 3.0 ( [nummer 2] );
- een harddisk, gevonden in boekenkast achter boeken ( [nummer 4] );
- een harddisk, Maxtor Diamond Plus ( [nummer 5] ).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. van Woensel, mr. J.J.I. de Jong en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van mr. A. Stronkhorst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 11 juni 2018.