ECLI:NL:GHAMS:2018:2190

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 juli 2018
Publicatiedatum
4 juli 2018
Zaaknummer
17/00598
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Indeling van een Porsche 962C in de douanerechten; geschil over historische waarde en classificatie

In deze zaak gaat het om de indeling van een Porsche 962C in de douanerechten. De belanghebbende, [X] B.V., heeft een uitnodiging tot betaling ontvangen van de inspecteur van de Belastingdienst/Douane voor een bedrag van € 59.581 aan douanerechten. De auto is aangemerkt onder taric-code 9705, maar de inspecteur heeft deze ingedeeld onder taric-code 8703, wat leidt tot een hoger douanetarief. De rechtbank heeft in eerste aanleg geoordeeld dat de auto niet voldoet aan de criteria voor indeling onder post 9705, omdat deze niet in originele staat verkeert en niet voldoet aan de leeftijdseis van 30 jaar. De belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij stelt dat de auto wel degelijk historisch belang heeft en dat de indeling onder post 9705 gerechtvaardigd is. Het Hof heeft de feiten van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat de auto niet voldoet aan de vereisten voor indeling onder post 9705. De auto is gebouwd in 1991 en is dus niet oud genoeg om als historisch te worden beschouwd. Bovendien zijn de aanpassingen aan de auto, zoals de wielophangingsupgrade, niet in het kader van herstel of restauratie uitgevoerd, maar ter modernisering. Het Hof heeft geconcludeerd dat de auto niet kan worden ingedeeld onder post 9705 en heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Kenmerk 17/00598
3 juli 2018
uitspraak van de meervoudige douanekamer
op het hoger beroep van
[X] B.V., gevestigd te [Z] , belanghebbende,
tegen de uitspraak van 27 oktober 2017 in de zaak met kenmerk HAA 16/4934 van de Rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur.

1.Ontstaan en loop van het geding

1.1.
De inspecteur heeft aan belanghebbende, met dagtekening 2 maart 2016 en met aanslagnummer [aanslagnummer] , een uitnodiging tot betaling (utb) uitgereikt voor een totaalbedrag aan douanerechten van € 59.581.
1.2.
Het tegen voormelde utb gemaakte bezwaar heeft de inspecteur in zijn uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.
1.3.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 27 oktober 2017 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en de inspecteur gelast het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 334 te vergoeden.
1.4.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld, ingekomen per fax op 8 december 2017. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.5.
Belanghebbende heeft bij brief van 28 mei 2018 een nader stuk ingediend en het Hof voorts verzocht een onderzoek ter plaatse in te stellen ex artikel 8:50 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Bij brief van 5 juni 2018 heeft het Hof belanghebbende per brief geïnformeerd het verzoek tot descente af te wijzen. Van laatstgenoemde brief is een afschrift verzonden aan de inspecteur.
1.6.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 juni 2018. Namens belanghebbende zijn verschenen [directeur] (directeur) en [werknemer] (werknemer). Namens de inspecteur zijn verschenen mr. B.C. Brouwer en mr. A. Mayahi. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2.Feiten

2.1.
De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’).
“1. [A] B.V. heeft als direct vertegenwoordiger van eiseres op 4 april 2014 aangifte ten invoer voor het vrije verkeer gedaan voor een “1991 Porsche 962C RACECAR VIN 962-166” (hierna: de auto), met taric-code 9705 00 00 90, met een tarief aan douanerechten van 0% en een douanewaarde van € 595.810. Naar aanleiding hiervan heeft verweerder een onderzoek ingesteld naar de juistheid van de aangifte. De bevindingen zijn vastgelegd in een controlerapport met dagtekening 25 februari 2016.
2. Naar aanleiding van het onderzoek heeft verweerder de utb vastgesteld. Daarbij is het tarief aan douanerechten van 10% toegepast behorende bij taric-code 8703 23 90 00.
3. De auto is van het type Porsche 962C. Dit is de opvolger van de Porsche 956. De Porsche 962C is uitsluitend ontworpen, gebouwd en gebruikt voor racewedstrijden. Er zijn tussen 1984 en 1991 91 exemplaren van dit type gebouwd, waarvan 41 geheel door Porsche zelf. Nadien is het type uit productie genomen. Met het type Porsche 962C zijn in genoemde periode belangrijke sportieve successen geboekt bij bekende nationale en internationale evenementen. Onder meer is driemaal met dit type de race van Le Mans gewonnen. Het type was dominant in zijn klasse C1 en, nadien, C2.
4. De auto is in 1991 gebouwd. De auto heeft in het kader van het door de FIA georganiseerde kampioenschap “1991 World Sportscar Championship” deelgenomen aan twee races in Japan, te weten op 14 april 1991 in Suzuka en op 18 oktober 1991 in Autopolis. In Suzuka werd een vijfde plaats overall behaald, alsmede de derde plaats in zijn categorie (C2). In Autopolis werd de achtste plaats overall behaald, alsmede de eerste plaats in zijn categorie. De auto werd tijdens de twee races bestuurd door S. Andskär en G. Fouché, in die tijd professionele coureurs. Te eniger tijd is de auto deel gaan uitmaken van de Madison-Zamperini Collection te Los Angeles in de Verenigde Staten van Amerika, een particuliere verzameling.
5. Tot de stukken van het geding behoren onder meer:
Informatie van de website www.sunspeed.com over de Porsche 962. Op deze website is over de auto- onder meer – het volgende vermeld:
“1991 Porsche 962C Chassis No. 962 166
One of the last 962 built entirely by Porsche. Total Porsche production 41 between 1984 – 1991. Possibly the least racing miles of any 962C. Twice only in the 1991 Japan Sports prototype Championship (JSPC).
Returned to Porsche, Germany for service. Recently modified with the newest front uprights and differential for shorter track.(…)”
En:
“Suspension upgrade:
Inspect suspension system. Disassemble front suspension. Install Canepa Design Suspension upgrade system. (…) The goal of this upgrade is to address the short comings of the original Porsche 962 front suspension geometry and design. Our upgrade package dramatically changes the front spindle inclination and front caster angle.
These changes allow the new geometry to work together to accurately place the front tire contact patch in the optimum position during turn-in steering and throughout the corner. The changes also improve the overall chassis performance by altering the relationship between the front and rear roll centers, effectively lowering the front roll center and eliminating the tendency to push when entering a corner. Straight line braking stability has been improved, and the rate of camber gain during full suspension travel has been reduced by the new camber specifications. The new front geometry removes the anti-squad feature designed into the original chassis design, and frees up front suspension movement, which provides more suspension compliance during dynamic transitions”
Een niet-ondertekende brief van R.C. Berridge van Chamberlain Synergy te Oxford van 2 februari 2016 waarin - onder meer - staat vermeld:
“I can also confirm that this car (…) looked to be in perfect original condition as produced by the Porsche factory.”
Een niet-ondertekende brief van S. Kupka van Sprl. MECauto van 10 februari 2016 waarin - onder meer - staat vermeld:
“(…) we can confirm that this car is one of the most most original ever had in the
workshop. Chassis, engine and gearbox are original.”
Een niet-gedateerde verklaring van P. Hillen van RACB Sport waarin - onder meer - staat vermeld:
“[De auto] est bel et bien une voiture de compétition du Groupe C et fait partie de l’histoire de la marque PORSCHE A.G. en compétition.”
Een taxatierapport van de auto van Rietveld Taxaties V.O.F. van 7 april 2016, waarin
- onder meer - staat vermeld:
“Binnen het kader van het vraagstuk of deze Porsche is voorzien van een afwijkend en/of modern motor managementsysteem, kan geconcludeerd worden dat hier geen afwijkend en/of modern motormanagementsysteem is gemonteerd.
(…)
De op deze Porsche 962 gemonteerde delen ogen authentiek en gietnummers komen overeen met nummers in aanwezige onderdelenboek. Binnen het vraagstuk of versnellingsbak/differentieel authentiek is en overeenkomstig is met post GS 9705 1A, is geen afwijking waargenomen en/of bekend, die de originaliteit en/of authenticiteit in twijfel trekt. (…)
De voorwielophanging van deze Porsche 962 is in het recente verleden gereviseerd en nieuw opgebouwd. Bij de opbouw van de wielophanging is gebruik gemaakt van delen gefabriceerd door Canepa Design. (…) Gedurende de periode dat de auto in de USA is onderhouden en “geserviced” voor deelname aan autosportevenementen is de wielophanging licht gemodificeerd met delen welke nagenoeg identiek zijn aan het origineel, echter voorzien van een pasplaat, welke net meer verstellingsmogelijkheden bied, dan het origineel. (…) Deze modificaties zijn in de huidige reglementen van de autosportevenementen waaraan deze Porsche 962 kan en mag deelnemen, toegestaan. Vanwege veiligheidsredenen zijn veel circuits (…) aangepast, waardoor de “ eigenschappen” van diverse circuits ook zijn veranderd. Om Ex Group-C auto’s nog te laten rijden zijn ook reglementen voor aanpassingen aan onderstel etc. aangepast. (…)
Bij de inspectie op 7 april jl. is geconstateerd dat deze “camber-plaat” gemonteerd is op Porsche 962-166. Bij MEC-auto zijn authentieke delen van de wielophanging beschikbaar en kunnen op verzoek gemonteerd worden. Binnen het kader van “gebruiksvriendelijkheid” en veiligheid voor huidige coureurs, niet direct aan te raden als auto ingezet wordt bij nationale- en internationale autosportevenementen. De gemonteerde aluminium delen zijn mijn inzien geen delen welke afbreuk doen aan de originaliteit van de auto, echter het effect van de gemonteerde delen zijn dusdanig dat het rijeigenschappen en veiligheid dusdanig bevorderd, dat ook reglementen dergelijke kleine aanpassing toestaan.
(…)
Zoals eerder beschreven vinden gerenommeerde experts de betreffende Porsche een zeer authentieke en origineel auto. Een “tijdcapsule” welke nooit volledig is gerestaureerd, gemodificeerd, etc. Na aanleiding van het bezoek aan MEC-auto op 7 april j.l. kunnen deze meningen door ondergetekende bevestigd worden. Er zijn geen dingen geconstateerd welke afbreuk doen aan de authenticiteit en originaliteit.
(…)
Conclusie:
Naar aanleiding van inspectie van de Porsche 962-166 kunnen we bevestigen dat dit een zeer authentieke auto is, welke voldoet aan de GS-post 9705. Er zijn geen ingrijpende wijzigingen waargenomen aan het chassis, de carrosserie, de stuurinrichting, het remsysteem, de ophanging en de motor. Het Canepa Suspension systeem is dusdanig dat het authentiek oogt, maar beter werkt op hedendaagse circuits en veiligheid van coureur indirect beïnvloed. Niet origineel uit jaren tachtig/begin negentig, echter authentieke delen zijn beschikbaar.” ”
2.2.
Nu de door de rechtbank vastgestelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan.

3.Geschil in hoger beroep

3.1.
In geschil is de indeling van de auto in de gecombineerde nomenclatuur (GN).
3.2.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4.Juridisch kader

4.1.
Post 8703 van de GN luidt, voor zover hier van belang (tekst 2014):
8703 Automobielen en andere motorvoertuigen hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer (andere dan die bedoeld bij post 8702), motorvoertuigen van het type stationwagen of break en racewagens daaronder begrepen:
8703 23 – – met een cilinderinhoud van meer dan 1 500 doch niet meer dan 3 000 cm3 :
(…)
8703 23 90 – – – gebruikte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
8703 24 – – met een cilinderinhoud van meer dan 3 000 cm 3 :
(…)
8703 24 90 – – – gebruikte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
4.2.
Post 9705 van de GN luidt, voor zover hier van belang (tekst 2014):
9705 00 00 Verzamelingen en voorwerpen voor verzamelingen, met een zoölogisch, botanisch, mineralogisch, anatomisch, historisch, archeologisch, paleontologisch, etnografisch of numismatisch belang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . vrij
4.3.
Aanvullende aantekening 1 op post 9705 van de GN luidt, voor zover hier van belang (tekst 2014):
Aanvullende aantekening
1. Post 9705 omvat motorvoertuigen voor verzamelingen met een historisch of etnografisch belang die:
a. a) in hun oorspronkelijke staat zijn, zonder ingrijpende wijzigingen aan het chassis, de carrosserie, de stuurinrichting, het remsysteem of de ophanging en de motor. Herstel en restauratie is toegestaan en gebroken of versleten onderdelen, toebehoren en eenheden mogen worden vervangen op voorwaarde dat het voertuig in een historisch correcte staat is gebleven en onderhouden. Gemoderniseerde of aangepaste voertuigen zijn uitgesloten;
b) ten minste 30 jaar oud zijn;
c) van een model of type zijn dat niet langer in productie is.
Aan de vereiste kenmerken voor opneming in een verzameling wordt geacht te zijn voldaan door voertuigen die aan de bovenstaande drie criteria voldoen. Deze vereiste kenmerken zijn: relatief zeldzaam zijn, normalerwijze niet voor het oorspronkelijke doel worden gebruikt, het onderwerp zijn van bijzondere transacties buiten de normale handel in soortgelijke gebruiksartikelen en het hebben van een hogere waarde.
Als motorvoertuigen voor verzamelingen worden
tevensonder deze post ingedeeld:
- motorvoertuigen, ongeacht het bouwjaar, waarvan kan worden bewezen dat ze zijn gebruikt bij een historische gebeurtenis,
- motorvoertuigen voor wedstrijden, waarvan kan worden bewezen dat ze uitsluitend ontworpen, gebouwd en gebruikt zijn voor wedstrijden en dat ze belangrijke sportieve successen hebben geboekt bij bekende nationale of internationale evenementen.
(…)”

5.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank heeft, voor zover in hoger beroep van belang, als volgt overwogen en geoordeeld:
“14. In aanvullende aantekening 1 (GN) op hoofdstuk 97 is bepaald dat post 9705 omvat motorvoertuigen en luchtvaartuigen voor verzamelingen met een historische of etnografische belang indien wordt voldaan aan de drie cumulatieve criteria die zijn vermeld onder a tot en met c. De rechtbank is van oordeel dat de auto niet voldoet aan deze criteria en overweegt daartoe als volgt. Niet voldaan is aan het onder a genoemde criterium nu uit de feiten blijkt, in het bijzonder het onder 5 genoemde taxatierapport van de auto van Rietveld Taxaties V.O.F. van 7 april 2016, dat de auto ten tijde van de invoer niet in originele staat verkeerde gelet op de aanpassingen aan de wielophanging van de auto. De vervanging van de wielophanging (‘suspension upgrade’) heeft immers niet plaatsgevonden in het kader van herstel of restauratie, maar in het kader van een modernisering of aanpassing. Dat de wijzigingen aan de auto noodzakelijk waren om hem in goede rij- of raceconditie te behouden en/of noodzakelijk waren in verband met de veiligheid, aldus eiseres, leidt niet tot een ander oordeel. Dat de auto gebruikt wordt voor historische races waarbij voor deelname als voorwaarde wordt gesteld dat zij in originele staat verkeren, doet aan het oordeel ten slotte ook niet af. De rechtbank acht aannemelijk, mede gelet op het taxatierapport, dat daarbij andere eisen aan de originaliteit worden gesteld dan die gelden bij de indeling van de goederen in de GN. Dat de vervangen originele onderdelen van de auto beschikbaar zijn en kunnen worden teruggeplaatst, is niet van belang omdat die onderdelen ten tijde van invoer niet aan de auto waren bevestigd. Voorts is de rechtbank met partijen van oordeel dat niet is voldaan aan het onder b genoemde criterium. Immers de auto was ten tijde van aangiften invoer minder dan 30 dertig jaar oud. Gelet op het voorgaande behoeft criterium c - wat daar ook van zij - geen bespreking meer.
15.1.
In aanvullende aantekening 1 (GN) is voorts bepaald dat tevens onder post 9705 worden ingedeeld motorvoertuigen en luchtvaartuigen, ongeacht het bouwjaar waarvan kan worden bewezen dat ze zijn gebruikt bij een historische gebeurtenis. Gesteld noch gebleken is dat van een dergelijk motorvoertuig sprake is.
15.2.
Voorts is bepaald dat tevens onder post 9705 worden ingedeeld motorvoertuigen voor wedstrijden, en luchtvaartuigen voor wedstrijden, waarvan kan worden bewezen dat ze uitsluitend ontworpen, gebouwd en gebruikt zijn voor wedstrijden en dat ze belangrijke sportieve successen hebben geboekt bij bekende nationale of internationale evenementen. De rechtbank is van oordeel dat ook daaraan niet wordt voldaan nu niet aannemelijk is dat met de auto belangrijke sportieve successen zijn geboekt bij prestigieuze nationale of internationale evenementen zoals bedoeld in die passage. Uit de stukken van het geding en hetgeen ter zitting is gesteld volgt dat de auto slechts is gebruikt in de twee onder 4 genoemde races in Suzuka en Autopolis te Japan terwijl een veelvoud van prestigieuze internationale races wordt gereden binnen de klasse van de auto. Gesteld noch gebleken is dat voorafgaand aan de invoer de auto ook voor andere sportieve evenementen is gebruikt. In dit kader verwijst de rechtbank naar de informatie op de website www.sunspeed.com, waaruit blijkt dat de auto bijzonder is juist ook vanwege het beperkte gebruik.
De behaalde plaatsen op de genoemde races in Japan zijn naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om als belangrijke sportieve successen aan te merken als bedoeld in die passage. Dat binnen de klasse waar de auto toe behoorde podiumplaatsen zijn behaald, de races in het kader van een door de FIA georganiseerd internationaal kampioenschap zijn gereden en deelname daaraan voor slechts een beperkt aantal auto’s is weggelegd, doet daaraan niet af. De overall behaalde plaatsen tijdens de twee races zijn geen podiumplaatsen en zijn, als gekeken wordt naar de aantallen auto’s die de race hebben volbracht (in Suzuka negen, in Autopolis tien), niet bijzonder. Eiseres heeft verder onvoldoende onderbouwd dat de bekendheid van de coureurs dusdanig groot is dat daaraan veel gewicht moet worden toegekend.
16.1.
In zijn arrest van 3 december 1998, C-259/97, U. Clees heeft het HvJ EU onder meer het volgende overwogen:
“24. Daarentegen is voor een indeling onder post 9705 GN nog niet voldoende, dat een voertuig aan de drie door de Commissie opgestelde criteria beantwoordt. Die drie criteria leveren slechts een vermoeden op, dat er sprake is van een historisch of etnografisch belang, welk vermoeden wordt weerlegd wanneer de bevoegde autoriteit aantoont dat het voertuig geen specifieke eigenschap heeft die met een voorbije periode is verbonden, zodat het niet een kenmerkende stap in de ontwikkeling van de menselijke verworvenheden kan documenteren of een fase van deze ontwikkeling kan belichten. Daarnaast moet ook nog zijn voldaan aan de in het eerste streepje van het dictum van het arrest Daiber genoemde vier criteria betreffende de geschiktheid van het voertuig om in een verzameling te worden opgenomen.
25 Derhalve moet aan de verwijzende rechter worden geantwoord, dat post 9705 GN aldus moet worden uitgelegd, dat motorvoertuigen
— in hun originele staat, zonder ingrijpende wijzigingen aan het chassis, de stuurinrichting
of het remsysteem, de motor, enz.,
— minstens 30 jaar oud, en
— van een model of type dat niet meer in productie is,
worden vermoed een historisch of etnografisch belang te hebben.
Een motorvoertuig dat aan deze voorwaarden voldoet, is echter niet van historisch of etnografisch belang, wanneer de bevoegde autoriteit aantoont dat het niet een kenmerkende stap in de ontwikkeling van de menselijke verworvenheden kan documenteren of een fase van deze ontwikkeling kan belichten.
Bovendien moet zijn voldaan aan de in de rechtspraak van het Hof vastgestelde
criteria betreffende de geschiktheid van een voertuig om in een verzameling te
worden opgenomen.”
16.2.
Uit het onder 16.1 genoemde arrest volgt dat ook in andere situaties dan die genoemd in de aanvullende aantekening (GN) op hoofdstuk 97 sprake kan zijn van een voorwerp als bedoeld in post 9705.
16.3.
De rechtbank is van oordeel dat de 16.1 bedoelde situatie zich thans niet voordoet. Weliswaar volgt uit de feiten en het door eiseres gestelde dat het type Porsche 962C een succesvolle raceauto is geweest, maar eiseres heeft onvoldoende onderbouwd dat reeds hierom aan elke Porsche 962C een historisch of etnografisch belang moet worden toegekend. Eiseres heeft verder gewezen op de kenmerken van deze Porsche 962C, in het bijzonder de behaalde resultaten op de twee gereden races, de coureurs, het beperkte gebruik, dat het een van de laatste van dit type is die is gebouwd, dat het prijkt op de voorkant van het boek ‘Legendary Race Winners’ en de relatief authentieke staat waarin de auto verkeert. Daarmee is echter niet voldoende onderbouwd dat de auto op zich een kenmerkende stap in de ontwikkeling van de menselijke verworvenheden documenteert of een fase van deze ontwikkeling belicht.
17. Gelet op het hiervoor overwogene heeft verweerder de auto terecht onder GN-code 8703 23 90 ingedeeld en dient het beroep ongegrond te worden verklaard.”

6.Beoordeling van het geschil in hoger beroep

6.1.
Het Hof stelt voorop dat, nu ‘racewagens’ met name worden genoemd in de bewoordingen van post 8703, de onderwerpelijke auto in beginsel vatbaar is voor indeling onder deze post. Indien de auto evenwel tevens vatbaar is voor indeling onder post 9705, als “voorwerp[en] voor verzamelingen met een (…) historisch (…) belang”, dient indeling onder laatstgenoemde post plaats te vinden, op grond van aantekening 4 A op Hoofdstuk 97.
6.2.
Uit de eerste alinea van aanvullende aantekening 1 op Hoofdstuk 97 van de GN volgt dat motorvoertuigen (in beginsel) worden verondersteld van historisch belang te zijn in de zin van post 9705 indien aan drie cumulatieve voorwaarden is voldaan: (1) het motorvoertuig is in oorspronkelijke staat, (2) ten minste 30 jaar oud en (3) van een type dat niet langer in productie is. Naar ’s Hofs oordeel is voldaan aan de eerste en de derde voorwaarde: dit type Porsche is niet langer in productie en belanghebbende heeft met de door haar overgelegde stukken, zowel in woord als beeld, voldoende aannemelijk gemaakt dat de technische wijzigingen die hebben plaatsgevonden – onder andere aan de wielophanging – van geringe omvang zijn. Niet in geschil is evenwel dat de auto is gebouwd in het jaar 1991, zodat de auto op het moment van invoer slechts 23 jaar oud was. De auto kan daarom niet op grond van het bepaalde in de eerste alinea van aanvullende aantekening 1 als motorvoertuig met historisch belang worden aangemerkt.
6.3.
Belanghebbende heeft met juistheid gesteld dat uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie volgt dat de leeftijdsgrens van 30 jaar geen absoluut criterium is, aangezien ook een meer recent voertuig eigenschappen kan bezitten waardoor het een historisch belang kan hebben (vgl. HvJ 3 december 1998, zaak C-259/97, U. Clees (ECLI:EU:C:1998:587), punt 21). Voertuigen hebben een historisch belang indien zij een uiting zijn van het technisch en esthetisch specifieke van de tijd waarin zij werden vervaardigd, en aldus onder meer een fase in de ontwikkeling van de menselijke verworvenheden op het gebied van de automobielbouw belichten (arrest Clees, punt 22). Daarvan is sprake indien het voertuig een specifieke eigenschap heeft die met een voorbije periode is verbonden, zodat het een kenmerkende stap in de ontwikkeling van de menselijke verworvenheden kan documenteren of een fase van deze ontwikkeling kan belichten (arrest Clees, punt 24). Belanghebbende heeft ter zake aangevoerd dat:
̶ raceklasse C, waartoe de auto behoort, jarenlang een beroemde en de meest innovatieve raceklasse op mondiaal niveau was;
̶ dit type Porsche belangrijke sportieve successen heeft geboekt;
̶ dit type Porsche een rijke (race)historie heeft;
̶ van dit type Porsche slechts een gering aantal is geproduceerd (91 exemplaren, waarvan 41 door Porsche zelf, waaronder de onderwerpelijke auto);
̶ deze Porsche één van de laatst geproduceerde exemplaren betreft;
̶ van dit type Porsche minder dan 50 exemplaren resteren;
̶ dit type Porsche de 24 uur van Le Mans drie keer heeft gewonnen;
̶ dit type Porsche door Autovisie “legendarisch” en “de meest roemrijke raceauto” aller tijden van Porsche, met een “ongekend lange” levenscyclus is genoemd;
̶ de auto in een unieke, oorspronkelijke staat, inclusief origineel
livery, is;
̶ de auto heeft deelgenomen aan (twee) races op het hoogst haalbare niveau in zijn klasse;
̶ de auto op dat niveau twee podiumplaatsen heeft weten te behalen;
̶ in de auto door wereldberoemde coureurs is gereden;
̶ de auto door die successen wordt geroemd, terwijl zo weinig met de auto is gereden;
̶ de auto prijkt op de voorzijde van literatuur over beroemde raceauto’s;
̶ de auto van groot historisch belang is volgens een technical delegate van de Belgische motorsportfederatie R.A.C.B. alsmede van de internationale motorsportfederatie FIA;
̶ met de auto thans regelmatig deel wordt genomen aan internationale historische races;
̶ auto’s uit de raceklasse Group C het hoogtepunt vormen van laatstgenoemde evenementen; en
̶ de auto ook als schaalmodel te koop is.
6.4.
De meeste van de door belanghebbende genoemde omstandigheden vormen geen intrinsieke ‘eigenschappen’ van de auto als zodanig, maar omstandigheden die verband houden met het gebruik van de auto. Dit gebruik is weliswaar bijzonder, maar brengt niet mee dat de auto zélf specifieke eigenschappen heeft die kenmerkend zijn voor een voorbije periode. Opgemerkt zij dat het Hof niet twijfelt aan de door belanghebbende genoemde ‘oorspronkelijke staat’, inclusief het ‘originele livery’. Dat een auto jonger dan 30 jaar zowel technisch als uiterlijk in oorspronkelijke staat verkeert vormt echter evenmin een specifieke eigenschap die met een voorbije periode is verbonden. Ook anderszins is het Hof niet gebleken dat de auto een kenmerkende stap in de ontwikkeling van de menselijke verworvenheden kan documenteren of een fase van deze ontwikkeling kan belichten.
6.5.
Een motorvoertuig voor wedstrijden dat niet beschikt over een specifieke eigenschap in vorenbedoelde zin, kan desondanks van historisch belang zijn indien (1) kan worden bewezen dat het motorvoertuig uitsluitend is ontworpen, gebouwd en gebruikt voor wedstrijden en (2) belangrijke sportieve successen heeft geboekt bij bekende nationale of internationale evenementen (aanvullende aantekening 1 op Hoofdstuk 97, derde alinea). Vast staat dat eerstgenoemde voorwaarde is vervuld. Ten aanzien van de tweede voorwaarde heeft de rechtbank als volgt overwogen:
“15.2. Voorts is bepaald dat tevens onder post 9705 worden ingedeeld motorvoertuigen voor wedstrijden, (…), waarvan kan worden bewezen dat ze uitsluitend ontworpen, gebouwd en gebruikt zijn voor wedstrijden en dat ze belangrijke sportieve successen hebben geboekt bij bekende nationale of internationale evenementen. De rechtbank is van oordeel dat ook daaraan niet wordt voldaan nu niet aannemelijk is dat met de auto belangrijke sportieve successen zijn geboekt bij prestigieuze nationale of internationale evenementen zoals bedoeld in die passage. Uit de stukken van het geding en hetgeen ter zitting is gesteld volgt dat de auto slechts is gebruikt in de twee onder 4 genoemde races in Suzuka en Autopolis te Japan terwijl een veelvoud van prestigieuze internationale races wordt gereden binnen de klasse van de auto. Gesteld noch gebleken is dat voorafgaand aan de invoer de auto ook voor andere sportieve evenementen is gebruikt. In dit kader verwijst de rechtbank naar de informatie op de website www.sunspeed.com, waaruit blijkt dat de auto bijzonder is juist ook vanwege het beperkte gebruik.
De behaalde plaatsen op de genoemde races in Japan zijn naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om als belangrijke sportieve successen aan te merken als bedoeld in die passage. Dat binnen de klasse waar de auto toe behoorde podiumplaatsen zijn behaald, de races in het kader van een door de FIA georganiseerd internationaal kampioenschap zijn gereden en deelname daaraan voor slechts een beperkt aantal auto’s is weggelegd, doet daaraan niet af. De overall behaalde plaatsen tijdens de twee races zijn geen podiumplaatsen en zijn, als gekeken wordt naar de aantallen auto’s die de race hebben volbracht (in Suzuka negen, in Autopolis tien), niet bijzonder. Eiseres heeft verder onvoldoende onderbouwd dat de bekendheid van de coureurs dusdanig groot is dat daaraan veel gewicht moet worden toegekend.”
Het Hof verenigt zich met het hiervoor weergegeven oordeel van de rechtbank en de gronden waarop het berust, maakt die tot de zijne en neemt daarbij in aanmerking dat belanghebbende in hoger beroep geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die te dezer zake een nieuw of ander licht op de zaak kunnen werpen.
6.6.
Nu ‘historisch belang’ in de zin van post 9705 op zichzelf geen zichtbare eigenschap van een auto is en tussen partijen geen verschil van inzicht bestaat over de voor de indeling relevante feitelijke kenmerken en eigenschappen van de auto, ziet het Hof geen aanleiding om tegemoet te komen aan het verzoek van belanghebbende om de auto ter plaatse ( [te B] ) te onderzoeken op de voet van artikel 8:50 van de Awb.
6.7.
Gelet op het vorenoverwogene kwalificeert de auto niet als een voorwerp (voor verzamelingen) met een historisch belang in de zin van post 9705. Indeling dient daarom te geschieden onder post 8703, onderverdeling 8703 24 90 (10%). Hieruit volgt dat de bestreden utb op het juiste bedrag is vastgesteld.
Slotsom
6.8.
De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is. De uitspraak van de rechtbank dient te worden bevestigd.

7.Kosten

Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de kosten op de voet van artikel 8:75 van de Awb.

8.Beslissing

Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Aldus gedaan door mrs. B.A. van Brummelen, voorzitter van de douanekamer, C.J. Hummel en E.M. Vrouwenvelder, leden van de douanekamer, in tegenwoordigheid van mr. G.H.G. Otten als griffier. De beslissing is op 3 juli 2018 in het openbaar uitgesproken.
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.