In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk niet voldoen aan een bevel van de burgemeester van Amsterdam om zich uit een door de burgemeester aangewezen dealeroverlastgebied te verwijderen. Dit bevel was gegeven op basis van de Gemeentewet en de Algemene Plaatselijke Verordening. De verdachte had eerder een DOG-maatregel gekregen en was op de hoogte van het verbod om zich in het dealeroverlastgebied te bevinden. Tijdens de zitting in hoger beroep op 3 juli 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord. De verdachte had verklaard niet te weten dat hij niet op de Nieuwendijk mocht komen, maar het hof achtte deze verklaring ongeloofwaardig. Het hof oordeelde dat de verdachte opzettelijk niet had voldaan aan het bevel, ondanks dat er geen bewijs was dat de brief met het gebiedsverbod hem had bereikt. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en verklaarde de verdachte schuldig aan het niet naleven van het bevel. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 dag en een taakstraf van 60 uren, waarbij het hof rekening hield met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. Tevens werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen.