In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte is beschuldigd van belediging van een homoseksuele buurman, waarbij hij in het bijzijn van diens partner kwetsende woorden heeft geuit. De tenlastelegging omvatte beledigende uitspraken die de verdachte op 6 mei 2016 in Amsterdam heeft gedaan. Tijdens de zitting in hoger beroep op 3 juli 2018 heeft het hof de verklaringen van de aangever en een getuige, die de partner van de aangever is, beoordeeld. Ondanks de verdediging van de verdachte, die ontkende bepaalde woorden te hebben gebruikt, oordeelde het hof dat de verklaringen voldoende bewijs boden voor de belediging. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan eenvoudige belediging, wat in strijd is met de normen van respect en acceptatie in de samenleving. De verdachte is eerder niet veroordeeld voor soortgelijke feiten. De politierechter had de verdachte een geldboete van 250 euro opgelegd, die het hof in hoger beroep heeft bevestigd, maar met de toevoeging dat bij niet-betaling de verdachte vijf dagen hechtenis kan krijgen. Het hof heeft de ernst van de belediging en het discriminatoire karakter van de uitspraken in overweging genomen bij het bepalen van de straf.