ECLI:NL:GHAMS:2018:2578

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 juli 2018
Publicatiedatum
20 juli 2018
Zaaknummer
23-002177-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belediging van een homoseksuele buurman door kwetsende uitspraken in aanwezigheid van diens partner

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte is beschuldigd van belediging van een homoseksuele buurman, waarbij hij in het bijzijn van diens partner kwetsende woorden heeft geuit. De tenlastelegging omvatte beledigende uitspraken die de verdachte op 6 mei 2016 in Amsterdam heeft gedaan. Tijdens de zitting in hoger beroep op 3 juli 2018 heeft het hof de verklaringen van de aangever en een getuige, die de partner van de aangever is, beoordeeld. Ondanks de verdediging van de verdachte, die ontkende bepaalde woorden te hebben gebruikt, oordeelde het hof dat de verklaringen voldoende bewijs boden voor de belediging. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan eenvoudige belediging, wat in strijd is met de normen van respect en acceptatie in de samenleving. De verdachte is eerder niet veroordeeld voor soortgelijke feiten. De politierechter had de verdachte een geldboete van 250 euro opgelegd, die het hof in hoger beroep heeft bevestigd, maar met de toevoeging dat bij niet-betaling de verdachte vijf dagen hechtenis kan krijgen. Het hof heeft de ernst van de belediging en het discriminatoire karakter van de uitspraken in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002177-17
datum uitspraak: 17 juli 2018
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 14 juni 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-214308-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 3 juli 2018.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 6 mei 2016 te Amsterdam, opzettelijk beledigend [slachtoffer], in diens tegenwoordigheid meermalen, althans eenmaal mondeling heeft toegevoegd de woorden: "Jij vuile vieze flikker, jullie zijn vuile flikkers! Je moet met je poten van mijn spullen afblijven!", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 6 mei 2016 te Amsterdam, opzettelijk beledigend [slachtoffer], in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden: "Jij vuile vieze flikker, jullie zijn vuile flikkers! Je moet met je poten van mijn spullen afblijven!".
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Bewijsoverweging

De raadsman heeft vrijspraak bepleit wegens een gebrek aan voldoende overtuigend en betrouwbaar bewijs. De verdachte ontkent stellig en de aangifte wordt alleen ondersteund door de verklaring van getuige [getuige], die de partner is van de aangever en daarom niet als onafhankelijk en betrouwbaar kan worden beschouwd, aldus de raadsman.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte heeft verklaard dat hij “Je moet met je poten van mijn spullen afblijven” tegen de aangever heeft gezegd, maar hij ontkent daarbij de woorden “Jij vuile vieze flikker, jullie zijn vuile flikkers” te hebben gebruikt. Naar het oordeel van het hof is op basis van de verklaringen van de aangever en de getuige evenwel komen vast te staan dat hij ook die woorden heeft gebruikt. Het enkele feit dat de aangever en de getuige partners zijn, wil niet zeggen dat beide verklaringen niet als zodanig voor het bewijs kunnen worden gebruikt. De verklaringen die de aangever en de getuige bij de politie hebben afgelegd zijn erg concreet en specifiek zonder dat zij aanwijzingen opleveren van een afstemming die onverenigbaar zou zijn met hun eigen waarnemingen. Het hof ziet dan ook geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze verklaringen. Het hof weegt daarbij mee dat de aangever eerst de nodige moeite heeft gedaan om contact op te nemen met het Roze in Blauw team van de politie om het incident te bespreken alvorens aangifte te doen.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een geldboete van 250 euro, bij niet betalen te vervangen door 5 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte en zijn draagkracht. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belediging van een homoseksuele buurman door hem in het bijzijn van zijn partner onder meer uit te schelden voor “vieze vuile flikker”. Het bezigen van scheldwoorden zoals door de verdachte geuit, is uiterst kwetsend voor de personen tegen wie deze zijn gericht. Het krenken van anderen vanwege hun seksuele geaardheid tast het wezen van een persoon aan, ontneemt hem de vrijheid om zichzelf te kunnen zijn en druist in tegen in de samenleving gerespecteerde normen en waarden.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 25 juni 2018 is hij niet eerder strafrechtelijk veroordeeld wegens een soortgelijk feit.
Het hof heeft aansluiting gezocht bij de straf die door rechters bij eenvoudige belediging pleegt te worden opgelegd. Deze straf heeft zijn weerslag gevonden in de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Daarin wordt als oriëntatiepunt een geldboete van € 150,- genoemd voor belediging. Het hof ziet in het discriminatoire karakter van de door de verdachte geuite bewoordingen aanleiding om een hogere geldboete op te leggen.
Het hof acht, alles afwegende, een geldboete van na te melden hoogte passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c en 266 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 9 november 2016 onder CJIB nummer 1132542002770137.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.D. van Heffen, mr. M.J.A. Duker en mr. M.E. Hinskens - van Neck, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Schouten, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 juli 2018.
[...]