beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.235.091/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 30 juli 2018
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OKNETAL B.V.,
gevestigd te Den Haag,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. J.J. Wittekampen
mr. P. Wezelenburg, beiden kantoorhoudende te Delft,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
O&T KINDERCENTRA B.V.,
gevestigd te Wateringen,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SMOLY B.V.,
gevestigd te Rijswijk,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. P. Quisten
mr. J.G. Mulder, beiden kantoorhoudende te Naaldwijk.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Verzoekster, verweerster en belanghebbende worden hierna respectievelijk aangeduid met Oknetal, O&T en Smoly.
1.2 Oknetal heeft bij op 9 maart 2018 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad – zakelijk weergegeven –:
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van O&T over de periode vanaf 20 juni 2013 en te bepalen dat het onderzoek in beginsel ten hoogste € 15.000 mag kosten;
ij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding Smoly te schorsen als bestuurder van O&T, één of meer van de aandelen die Smoly houdt in het kapitaal van O&T over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder, dan wel een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht;
alsmede om Smoly althans O&T te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3 Smoly heeft bij op 3 mei 2018 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek en bij wijze van zelfstandig tegenverzoek de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad – zakelijk weergegeven – :
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van O&T over de periode vanaf 1 januari 2016 en te bepalen dat het onderzoek in beginsel ten hoogste € 15.000 mag kosten;
ij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding Oknetal te schorsen als bestuurder van O&T, één of meer van de aandelen die Oknetal houdt in het kapitaal van O&T over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder, dan wel een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht;
alsmede om Oknetal althans O&T te veroordelen in de kosten van het geding.
1.4 De verzoeken zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 24 mei 2018. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen en onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden nadere producties. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.
2 De feiten
2.1[A] (hierna: [A] ) en [B] (hierna: [B] ) hebben in oktober 2010 samen in Wateringen een kinderdagverblijf genaamd ‘’t Molentje’ opgericht, welke onderneming door hen aanvankelijk werd gedreven in een vennootschap onder firma.
2.2Op 12 maart 2013 hebben [A] en [B] via hun persoonlijke houdstermaatschappijen – Oknetal respectievelijk Smoly – ten behoeve van de exploitatie van ’t Molentje O&T opgericht. Oknetal en Smoly houden elk 50% van de aandelen in het geplaatste kapitaal van O&T. Zij vormen samen het bestuur van O&T en zijn ieder als bestuurder zelfstandig bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen.
2.3O&T heeft 16 werknemers. [A] en [B] ontvangen beiden vanuit O&T een maandelijkse vergoeding gebaseerd op een arbeidsinzet van 40 uur per week.
2.4Op 20 juni 2013 is [B] vanuit haar eenmanszaak POV Kindercentra het kinderdagverblijf ‘’t Blocky’ gestart, waarna de onderneming per 24 maart 2015 is voortgezet door POV Kindercentra B.V. (hierna: POV Kindercentra), een vennootschap waarvan [B] enig bestuurder en aandeelhouder is. Kinderdagverblijf ’t Blocky is ook gevestigd te Wateringen.
2.5Sinds 2015 is de verhouding tussen [A] en [B] verslechterd.
2.6Op 4 september 2016 heeft [B] een e-mail gecirculeerd met daarin een (nadere vastlegging van de) verdeling van de bevoegdheden, verantwoordelijkheden en taken voor wat betreft de gang van zaken binnen O&T/’t Molentje (hierna: de verantwoordelijkhedenmatrix).
2.7Bij e-mail van 3 januari 2017 aan [B] heeft [A] onder meer geschreven bezorgd te zijn over de onder het personeel heersende onrust, het vertrek van een aantal belangrijke werknemers en de mogelijke negatieve gevolgen daarvan voor de onderneming. Zij schrijft dat een en ander het gevolg is van de wijze van leidinggeven door [B] . Op 4 januari 2017 heeft [B] voornoemde e-mail van [A] doorgestuurd aan personeelsleden van O&T en in het begeleidende bericht – zakelijk weergegeven – geschreven dat de oorzaak van de heersende onrust en het vertrek van medewerkers bij [A] ligt.
2.8Op 15 maart 2017 heeft [A] de toegang van [B] tot het administratieprogramma Bitcare, een automatiseringsprogramma waarin financiële informatie, klantinformatie en personeelsgegevens worden opgeslagen en beheerd, aangepast waardoor de inzagerechten van [B] in bepaalde financiële gegevens van O&T werden beperkt en diverse handelingen binnen het programma voor haar onmogelijk werden gemaakt.
2.9Bij brief van 18 mei 2017 heeft [A] via haar advocaat [B] geïnformeerd dat zij heeft besloten het dienstverband van [B] met O&T te beëindigen met ingang van de datum waarop [B] de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, te weten op 25 juni 2017. De beëindiging doet geenszins afbreuk aan de positie van Smoly als bestuurder en aandeelhouder van O&T, aldus de advocaat namens [A] .
2.1Bij brief van 24 mei 2017 van haar advocaat heeft [B] , kort weergegeven, zich verzet tegen de aangekondigde beëindiging nu daaraan geen rechtsgeldig bestuurs- dan wel aandeelhoudersbesluit ten grondslag ligt. Ook is in de brief aangedrongen op het herstel van de volledige toegangsmachtiging van [B] tot Bitcare.
2.11Bij vonnis van 30 juni 2017 heeft de voorzieningenrechter van rechtbank Den Haag in een door [B] /Smoly geëntameerd kort geding onder meer geoordeeld i) dat [B] /Smoly in staat moet worden gesteld haar taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zoals vastgelegd in de verantwoordelijkhedenmatrix, en tegen de gebruikelijke vergoeding onveranderd te kunnen blijven uitoefenen en ii) dat [B] volledige toegang dient te krijgen tot onder andere de bedrijfsgegevens van O&T en – ten behoeve van de uitvoering van haar taken – Bitcare, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom.
2.12In mei 2017 heeft boekhouder MOR Administratiekantoor (hierna: MOR) in opdracht van [B] [A] verzocht diverse door [A] bij O&T gedeclareerde kosten te verantwoorden en voorgesteld om van de gedeclareerde boodschappen (slechts) 20% als zakelijke kosten aan te merken. [A] heeft op 11 juli 2017 aan MOR per e-mail medegedeeld daarmee niet in te stemmen omdat de betreffende uitgaven zijn gedaan in het kader van de bedrijfsvoering.
2.13Bij e-mail van 22 juli 2017 heeft [A] onder verwijzing naar de statutaire aanbiedingsregeling haar aandelen in O&T aangeboden aan [B] .
2.14[A] heeft per 1 augustus 2017 de ten behoeve van O&T afgesloten aansprakelijkheids- en ziekteverzuimverzekeringen opgezegd en in plaats daarvan nieuwe verzekeringen afgesloten. [B] heeft op 14 augustus 2017 de opzegging door [A] ongedaan gemaakt en getracht de door [A] in plaats daarvan afgesloten nieuwe verzekeringen terug te draaien. Op 15 augustus 2017 heeft de nieuwe verzekeraar per e-mail gereageerd dat de aangegane overeenkomsten niet zouden worden beëindigd of teruggedraaid nu Oknetal zelfstandig bevoegd was de overeenkomsten aan te gaan. O&T is als gevolg daarvan dubbel verzekerd.
2.15Bij e-mail van 6 oktober 2017 heeft [A] namens O&T de samenwerking met MOR met onmiddellijke ingang beëindigd en de aan haar verleende machtiging voor het verzorgen van de fiscale aangiften van O&T ingetrokken. In reactie hierop heeft [B] in een e-mail van 9 oktober 2017 aan MOR (met kopie aan [A] ) laten weten dat zij als bestuurder en aandeelhouder van O&T geen bezwaar heeft tegen de door MOR uitgevoerde werkzaamheden en geen reden ziet de werkrelatie met MOR te beëindigen.
2.16Bij vonnis van 2 november 2017 heeft de voorzieningenrechter van rechtbank Den Haag in een executie kort geding geoordeeld dat voorshands niet geconcludeerd kan worden dat [A] /Oknetal de veroordeling om [B] /Smoly toegang te verlenen tot de benodigde bedrijfsinformatie en Bitcare (zie 2.11) niet is nagekomen en dwangsommen heeft verbeurd.
2.17In een e-mail van 8 november 2017 aan [A] heeft [B] onder meer gemeld dat uit het onderzoek van MOR naar de financiële administratie van O&T blijkt dat door [A] in 2016 gedeclareerde boodschappen in werkelijkheid privéuitgaven zijn en dat de in 2017 door haar gedane uitgaven hoger zijn dan in 2016 en derhalve ook onderzocht moeten worden. Ook verzoekt [B] in de e-mail [A] zowel haar als MOR volledige toegang tot het boekhoudprogramma Snelstart te verschaffen.
2.18In een e-mail van [A] van 8 november 2017 aan de advocaat van [B] heeft zij haar voorstel om haar aandelen in O&T te verkopen ingetrokken.
2.19Bij e-mail van 10 november 2017 heeft [A] [B] uitgenodigd voor een op 24 november 2017 te houden aandeelhoudersvergadering van O&T met als agendapunten de (vaststelling van de) jaarrekening 2016 en het functioneren van het bestuur.
2.2Bij brief van 14 november 2017 heeft [A] de door [B] in de brief van 8 november 2017 gemaakte verwijten betwist, waarbij zij onder meer heeft verwezen naar aan [B] en de accountant verstrekte, en aldus in Snelstart verwerkte overzichten van privé-uitgaven waartegen [B] volgens [A] geen inhoudelijk bezwaar heeft gemaakt.
2.21In haar e-mail van 17 november 2017 heeft [B] [A] onder meer bericht dat zij niet op de uitnodiging voor de aandeelhoudersvergadering kan ingaan zolang zij geen volledige inzage c.q. toegang heeft tot de financiële administratie en zolang [A] haar houding niet wijzigt.
2.22In opdracht van [B] heeft MOR op 23 november 2017 de jaarrekening 2016 bij de Kamer van Koophandel gedeponeerd als zijnde vastgesteld door de algemene vergadering.
2.23Bij e-mail van 2 december 2017 heeft [A] er bij [B] op aangedrongen in elk geval met elkaar in gesprek te blijven en
“nog een keer te vergaderen om tenminste de discussie over de jaarrekening te beslechten”. Een reactie van [B] is uitgebleven.
2.24Bij e-mail van 4 december 2017 heeft [A] aan [B] voorgesteld op 5 december 2017 een vergadering te houden om de jaarrekening 2016 te bespreken. Ook hierop heeft [B] niet gereageerd.
2.25In opdracht van [A] heeft een financieel specialist van HVA Administratiekantoor (hierna: HVA) in december 2017 de (concept-)jaarrekeningen 2013 tot en met 2016, beoordeeld. HVA heeft bij brief van 19 december 2017 haar bevindingen aan [A] gerapporteerd.
2.26Op 3 januari 2018 heeft [A] per e-mail aan [B] voorgesteld om op 9 januari 2018 bijeen te komen om in aanwezigheid van HVA de financiële administratie van O&T over 2017 en door HVA geconstateerde en in haar rapportage van 19 december 2017 benoemde onjuistheden in de jaarrekeningen 2013 tot en met 2016 gezamenlijk te bespreken. Bij de vergadering op 9 januari 2018 waren [A] en een medewerker van HVA aanwezig; van de kant van MOR was niemand aanwezig en ook [B] was afwezig.
2.27Op 25 januari 2018 heeft het personeel van O&T in een brief aan [A] , zakelijk weergegeven, onder meer zorgen uitgesproken over de negatieve (
“onveilige”) werksfeer en bericht dat zij zich genoodzaakt zien daarvan melding te doen bij de Arbodienst als dit niet wijzigt.
2.28Op 22 februari 2018 heeft Smoly Oknetal opgeroepen voor een op 13 maart 2018 te houden aandeelhoudersvergadering van O&T. Op de agenda is onder meer opgenomen het ontslag van Oknetal als bestuurder van O&T met als toelichting:
“Gezien de aanhoudende conflicten tussen de bestuurders (…) en gelet op de bestaande verschillen van inzicht (…) is het niet langer in het belang van de vennootschap dat Oknetal B.V. in functie blijft als bestuurder van de vennootschap.”De aandeelhoudersvergadering is aangehouden in afwachting van onderhavige procedure.
2.29Op 23 februari 2018 heeft [B] aan het personeel van O&T een door haar herziene versie van de verantwoordelijkhedenmatrix toegestuurd waarin taken van [A] zijn komen te vervallen.