ECLI:NL:GHAMS:2018:3149

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 juni 2018
Publicatiedatum
31 augustus 2018
Zaaknummer
23-002753-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake verkeersdelicten en rijden onder invloed

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1991, werd beschuldigd van meerdere verkeersdelicten, waaronder het rijden met een snelheid van 108 km/u binnen de bebouwde kom, het negeren van verkeerslichten en het rijden onder invloed van alcohol. De feiten vonden plaats op 4 april 2017 en 16 april 2017 in Amsterdam. De verdachte reed met een hoge snelheid en zonder verlichting, negeerde stoptekens en veroorzaakte een ongeval waarbij hij tegen een voetbalkooi botste. Tijdens de rechtszitting werd vastgesteld dat de verdachte onder invloed van alcohol was, met een ademalcoholgehalte van 250 microgram per liter lucht, wat boven de wettelijke limiet ligt. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlasteleggingen en dat er geen omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. De politierechter had eerder een taakstraf en gevangenisstraf opgelegd, maar het hof besloot tot een zwaardere straf, gezien de ernst van de feiten en het gevaar dat de verdachte had veroorzaakt voor andere weggebruikers. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete, taakstraffen en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor een bepaalde periode. Het hof benadrukte de ernst van de gedragingen van de verdachte, vooral gezien zijn eerdere veroordelingen en het feit dat hij opnieuw de verkeersveiligheid in gevaar had gebracht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002753-17
datum uitspraak: 8 juni 2018
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 17 juli 2017 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 96-072368-17 en 96-072452-17 tegen
[verdachte 1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 25 mei 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Zaak A(parketnummer 96-072368-17)
1:
hij, op of omstreeks 4 april 2017, te Amsterdam, binnen de bebouwde kom, als bestuurder van een motorvoertuig (personenauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Savornin Lohmanstraat, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 108 kilometer per uur, in elk geval de aldaar voor motorvoertuigen toegestane maximumsnelheid van 50 kilometer per uur met meer dan 30 kilometer per uur heeft overschreden;
2:
hij, op of omstreeks 4 april 2017, te Amsterdam, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg,
- gedurende de gehele rit, althans op de Abberdaan en/of op andere wegen, niet de noodzakelijke verlichting heeft gevoerd, terwijl het donker was en/of
- (vervolgens) op de Abberdaan, met een aanzienlijk hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid, in elk geval met een aanzienlijk hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, en/of
- (vervolgens) op de Ruys de Beerenbroekstraat en/of de Aalbersestraat niet is gestopt voor een stopteken dat is gegeven door middel van een aan een politievoertuig aangebracht verlicht transparant, met daarin in rode letters de woorden "stop" of "stop politie", en/of
- (vervolgens) op de Ruys de Beerenbroekstraat en/of de Aalbersestraat geen gevolg heeft gegeven aan de aldaar geldende maximumsnelheid, immers in strijd met de geldende gedragsregels, waarmee aldaar een maximumsnelheid van 50 km/uur is toegestaan, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 70 km/uur, en/of
- (vervolgens) op de Steven Vennecoolstraat, geen gevolg heft gegeven aan een verkeersteken dat een verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglemenet verkeersregels en verkeerstekens 1990, op welk bord een maximumsnelheid van 30 km/uur was aangegeven, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 60 km/uur, en/of
- (vervolgens) op de Savornin Lohmanstraat geen gevolg heeft gegeven aan de aldaar geldende maximumsnelheid, immers in strijd met de geldende gedragsregels, waarmee aldaar een maximumsnelheid van 50 km/uur is toegestaan, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 100 km/uur, en/of
- (vervolgens) op de Nolensstraat, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglemenet verkeersregels en verkeerstekens 1990, op welk bord een maximumsnelheid van 30 km/uur was aangegeven, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 80 km/uur, en/of
- (vervolgens) het fietspad "Kruisherenpad' op is gereden, welke is bestemd voor fietsers en/of voetgangers, met een snelheid van ongeveer 60 km/uur, althans met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan voor een veilig verkeer ter plaatse geboden, waarbij geen rekening werd gehouden met eventuele voetganger(s) en/of fietser(s), en/of
- (vervolgens) op de Aalbersestraat geen gevolg heeft gegeven aan de aldaar geldende maximumsnelheid, immers in strijd met de geldende gedragsregels, waarmee aldaar een maximumsnelheid van 50 km/uur is toegestaan, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 100 km/uur, en/of
- (vervolgens) op de Savornin Lohmanstraat, een/meerdere stilstaande dienstvoertuigen op ongeveer een paar centimeters heeft weten te ontwijken door linksom en rechtsom om deze dienstvoertuigen te slalommen, en/of
- (vervolgens) op de Burgemeester van Leeuwenlaan, is gecrasht tegen/in een voetbalkooi, waarbij een boom doormidden werd gereden, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
3:
hij, op of omstreeks 4 april 2017, te Amsterdam, als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 250 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
Zaak B(parketnummer 96-072452-17)
1:
hij op of omstreeks 16 april 2017 te Amsterdam als degene van wie ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 de overgifte van een op zijn naam gesteld rijbewijs, een hem door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland afgegeven rijbewijs of een internationaal rijbewijs was gevorderd en/of van wie zodanig bewijs was ingevorderd en aan wie dat bewijs niet was teruggegeven, op de weg, de Rijksweg A10, een motorrijtuig, (personenauto), van de categorie of categorieën, waarvoor dat bewijs was afgegeven, heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen;
2:
hij op of omstreeks 16 april 2017 te Amsterdam als bestuurder van een motorvoertuig (personenauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Rijksweg A10, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 156 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid met meer dan 40 kilometer per uur heeft overschreden;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd omdat het hof tot een enigszins andere bewezenverklaring, tot een andere kwalificatie en tot een andere strafoplegging komt dan de politierechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak A onder 1, 2 en 3 en in de zaak B onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak A:
1:
hij op 4 april 2017 te Amsterdam, binnen de bebouwde kom, als bestuurder van een motorvoertuig (personenauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Savornin Lohmanstraat, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 108 kilometer per uur, in elk geval de aldaar voor motorvoertuigen toegestane maximumsnelheid van 50 kilometer per uur met meer dan 30 kilometer per uur heeft overschreden;
2:
hij op 4 april 2017 te Amsterdam, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg
- niet de noodzakelijke verlichting heeft gevoerd, terwijl het donker was, en
- op de Ruys de Beerenbrouckstraat niet is gestopt voor een stopteken dat is gegeven door middel van een aan een politievoertuig aangebracht verlicht transparant, met daarin in rode letters de woorden "stop politie", en
- op de Ruys de Beerenbrouckstraat geen gevolg heeft gegeven aan de aldaar geldende maximumsnelheid, immers in strijd met de geldende gedragsregels, waarmee aldaar een maximumsnelheid van 50 km/uur is toegestaan, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 70 km/uur, en
- op de Steven Vennecoolstraat geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, op welk bord een maximumsnelheid van 30 km/uur was aangegeven, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 60 km/uur, en
- op de Savornin Lohmanstraat geen gevolg heeft gegeven aan de aldaar geldende maximumsnelheid, immers in strijd met de geldende gedragsregels, waarmee aldaar een maximumsnelheid van 50 km/uur is toegestaan, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 100 km/uur, en
- op de Nolensstraat, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, op welk bord een maximumsnelheid van 30 km/uur was aangegeven, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 80 km/uur, en
- het fietspad "Kruisherenpad' op is gereden, welke is bestemd voor fietsers, met een snelheid van ongeveer 60 km/uur, waarbij geen rekening werd gehouden met eventuele fietsers, en
- op de Aalbersestraat geen gevolg heeft gegeven aan de aldaar geldende maximumsnelheid, immers in strijd met de geldende gedragsregels, waarmee aldaar een maximumsnelheid van 50 km/uur is toegestaan, heeft gereden met een snelheid van ongeveer 100 km/uur, en
- op de Savornin Lohmanstraat meerdere stilstaande dienstvoertuigen op ongeveer een paar centimeters heeft weten te ontwijken door linksom en rechtsom om deze dienstvoertuigen te slalommen, en
- op de Burgemeester van Leeuwenlaan is gecrasht tegen/in een voetbalkooi,
door welke gedragingen van verdachte gevaar op de weg werd veroorzaakt – of kon worden – veroorzaakt.
3:
hij op 4 april 2017 te Amsterdam, als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 250 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
Zaak B
1:
hij op 16 april 2017 te Amsterdam als degene van wie ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 de overgifte van een op zijn naam gesteld rijbewijs gevorderd en van wie zodanig bewijs was ingevorderd en aan wie dat bewijs niet was teruggegeven, op de weg, de Rijksweg A10, een motorrijtuig, (personenauto), van de categorie of categorieën, waarvoor dat bewijs was afgegeven, heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen;
2:
hij op 16 april 2017 te Amsterdam als bestuurder van een motorvoertuig (personenauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Rijksweg A10, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 156 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid met meer dan 40 kilometer per uur heeft overschreden.
Hetgeen in zaak A onder 1, 2 en 3 en in zaak B onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in de zaak A onder 1, 2 en 3 en in de zaak B onder 1 en 2 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in de zaak A onder 1 bewezen verklaarde levert op:
overtreding van het bepaalde bij artikel 20, aanhef en onder a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.
Het in de zaak A onder 2 bewezen verklaarde levert op:
overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
Het in de zaak A onder 3 bewezen verklaarde levert op:
overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994.
Het in de zaak B onder 1 bewezen verklaarde levert op:
overtreding van artikel 9, zevende lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Het in de zaak B onder 2 bewezen verklaarde levert op:
overtreding van het bepaalde bij artikel 62, bord A 1 van bijlage I, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het in zaak A onder 1, 2 en 3 en in zaak B onder 1 en 2 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot: een taakstraf voor de duur van 24 uren, te vervangen door 12 dagen hechtenis, voor zaak A feit 1, een taakstraf voor de duur van 60 uren, te vervangen door 30 dagen hechtenis en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 12 maanden voor zaak A feit 2, een gevangenisstraf voor de duur van twee weken voor zaak A feit 3 en zaak B feit 1, en een taakstraf van 32 uren, te vervangen door 16 dagen hechtenis voor zaak B feit 2.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot: een geldboete van 800 euro, subsidiair 16 dagen hechtenis en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 2 maanden voor zaak A feit 1, een taakstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren voor zaak A feit 2, een gevangenisstraf voor de duur van twee weken voor zaak A feit 3 en zaak B feit 1 en een boete ten bedrage van 600 euro, subsidiair 12 dagen hechtenis voor zaak B feit 2.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte zat met een medepassagier in zijn auto en zag een politiecontrole, waarop hij bewust zijn autolampen heeft gedoofd en met een hoge snelheid langs de politie is gereden. De verdachte is er vervolgens vandoor gegaan met hoge snelheden binnen de bebouwde kom en heeft een stopteken genegeerd. In een poging om de verdachte te stoppen heeft de politie vijf politieauto’s opgesteld in de De Savornin Lohmanstraat. De verdachte heeft al slalommend de politieauto’s trachten te ontwijken en heeft hierbij een eenzijdig ongeval veroorzaakt door met zijn auto tegen een voetbalkooi aan te rijden. De verdachte is vervolgens de auto uitgestapt en is weggerend, zonder zich om zijn medepassagier te bekommeren, enkel en alleen om uit handen van de politie te blijven. Het is een wonder te noemen dat onder de politieagenten en medepassagier geen doden of gewonden zijn gevallen. Het is gebleken dat de verdachte bovenomschreven handelingen heeft verricht terwijl hij onder invloed was van alcohol, meer dan wettelijk is toegestaan. Het hof rekent de verdachte een en ander zeer ernstig aan.
De verdachte heeft nog geen twee weken later, terwijl zijn rijbewijs nota bene was ingevorderd, wederom een forse snelheidsovertreding begaan. De verdachte heeft daarmee blijk gegeven zich weinig gelegen te laten liggen aan een jegens hem in het kader van de verkeersveiligheid uitgevaardigde maatregel. Door toch een auto te besturen heeft hij voorts een groot financieel risico voor andere weggebruikers in het leven geroepen, nu verzekeringsmaatschappijen in dergelijke gevallen veroorzaakte schade niet plegen te vergoeden.
Er is voor verdachte’s optreden geen enkele rechtvaardiging aan te voeren. Weliswaar heeft hij ter terechtzitting spijt betuigt, maar hij lijkt er niet van doordrongen dat zijn gedragingen hadden kunnen leiden tot veel ernstigere gevolgen. Bovendien was de verdachte een gewaarschuwd man. Desondanks is de verdachte toch weer in zijn auto gestapt, ondanks dat zijn rijbewijs was ingevorderd, en heeft hij wederom te hard gereden.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 15 mei 2018 is hij eerder onherroepelijk veroordeeld tot een geldboete terzake van rijden onder invloed. Het hof houdt hier rekening mee ten nadele van de verdachte.
De ernst van in het bijzonder het rijden met een rijbewijs waarvan de overgifte is gevorderd, het rijden onder invloed en het zeer gevaarlijke rijgedrag rechtvaardigen zonder meer een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf. Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf en hechtenis van na te melden duur dan wel hoogte passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 20 en 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 57 en 62 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5, 8, 9, 176, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in zaak A onder 1, 2 en 3 en in zaak B onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer zaak A onder 1, 2 en 3 en in zaak B onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Ten aanzien van het in
zaak A onder 1bewezen verklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 800,00 (achthonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
16 (zestien) dagen hechtenis.
Ontzegt de verdachte de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Bepaalt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 vóór het tijdstip, waarop deze uitspraak voor wat betreft de in artikel 179 van die wet genoemde bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur van bovengenoemde bijkomende straf in mindering zal worden gebracht, voor zover die niet reeds op een andere bijkomende straf in mindering is gebracht.
Ten aanzien van het in
zaak A onder 2bewezen verklaarde
Veroordeelt de verdachte tot
hechtenisvoor de duur van
1 (één) week.
Ontzegt de verdachte de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de bijkomende straf van ontzegging, groot
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 vóór het tijdstip, waarop deze uitspraak voor wat betreft de in artikel 179 van die wet genoemde bijkomende straf voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, ingevorderd of ingehouden is geweest, op de duur van bovengenoemde bijkomende straf in mindering zal worden gebracht, voor zover die niet reeds op een andere bijkomende straf in mindering is gebracht.
Ten aanzien van het in
zaak A onder 3 en in zaak B onder 1bewezen verklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
1 (één) week, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Ten aanzien van het in
zaak B onder 2bewezen verklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 600,00 (zeshonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Iedema, mr. N.A. Schimmel en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van mr. S. Pesch, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 juni 2018.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.