In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam. [appellant] vorderde teruggave van zijn auto, een [type], die hij in 1976 had gekocht, maar die in 2014 onrechtmatig was verkocht aan [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2]. De kantonrechter had in zijn vonnis geoordeeld dat teruggave niet mogelijk was en had de schadevergoeding vastgesteld op € 7.500,-, het bedrag dat [geïntimeerde sub 1] voor de auto had ontvangen. [appellant] was het niet eens met deze schadevergoeding en stelde dat de werkelijke waarde van de auto € 20.000,- was, onderbouwd met taxatierapporten van Schoonderbeek Automobielen B.V. Het hof oordeelde dat de taxatierapporten van Schoonderbeek niet representatief waren, omdat deze niet op basis van een fysieke inspectie waren opgesteld. Het hof nam het taxatierapport van Schade-onderzoek en Expertisebureau Janssen als uitgangspunt, waarin de waarde van de auto op € 5.000,- werd vastgesteld. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en verwierp de grief van [appellant].