Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Stukken van het geding
3.Feiten
(depot-)testament. Op 11 juli 2016 heeft de oud-notaris opnieuw bij erflaatster thuis met erflaatster onder vier ogen haar testament besproken. De oud-notaris heeft geen nieuw testament voor erflaatster gepasseerd.
4.Standpunt van klaagster
5.Standpunt van de oud-notaris
“Ik hoef toch niet (onmiddellijk) te reageren op post afkomstig van familieleden van cliënte, welke meestal en hoofdzakelijk over onderlinge familie-wrijvingen gingen en verhandelingen over begrippen als afstammeling en legitieme portie.”
aangetekendebrief van de broer van erflaatster met daarin als bijlagen ingesloten de volgens de afzender van erflaatster afkomstige verklaringen. Bovendien was de oud-notaris destijds nog in afwachting van een bericht van erflaatster over de hoogte van de legaten. De oud-notaris had, mede gelet daarop, kennis moeten nemen van de inhoud van de brief van 12 mei 2016 en de daarbij behorende bijlagen en vervolgens moeten handelen zoals klaagster heeft omschreven in haar stukken aan de kamer en het hof (zie hierboven onder 4.2.). Door dit na te laten heeft de oud-notaris naar het oordeel van het hof uiterst onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.
7.Beslissing
€ 1.100,-, binnen vier weken na heden;