ECLI:NL:GHAMS:2018:4748
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verduistering in hoger beroep na ontbinding leaseovereenkomst
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Turkije in 1978, was aangeklaagd voor verduistering van een leaseauto, een Volkswagen Crafter, die hem niet toebehoorde. De tenlastelegging betrof de periode van 8 februari 2017 tot en met 4 maart 2017, waarin de verdachte de auto wederrechtelijk zou hebben toegeëigend. Tijdens de zitting op 23 november 2018 heeft het hof het dossier en de argumenten van de advocaat-generaal en de raadsman bestudeerd.
Het hof heeft vastgesteld dat de leaseovereenkomst op 3 februari 2017 was ontbonden. Hierdoor was de verdachte niet langer in de positie om als 'heer en meester' over de leaseauto te beschikken. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte opzettelijk de auto had verduisterd, en sprak hem vrij van de tenlastelegging. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd, en het hof verklaarde dat niet bewezen was dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan.
De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de noodzaak om de omstandigheden van de ontbinding van de leaseovereenkomst in overweging te nemen. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken, wat betekent dat hij niet strafrechtelijk verantwoordelijk wordt gehouden voor de beschuldiging van verduistering.