ECLI:NL:GHAMS:2018:519
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis na schietpartij op straat met ernstige bezwaren
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 14 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 29 januari 2018, die een bevel tot gevangenhouding van de verdachte inhield. De verdachte, geboren in 1995 en thans verblijvende in het Justitieel Complex Zaanstad, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. N. El Farougui, gehoord.
Het hof heeft zich verenigd met de beschikking waarvan beroep, voor zover deze aan het oordeel van het hof onderworpen was. De ernstige bezwaren tegen de verdachte zijn door het hof bevestigd, waarbij het hof verwijst naar de overwegingen van de rechter-commissaris. De verdachte heeft niet ontkend dat hij betrokken was bij het schietincident, wat voldoende is om de voorlopige hechtenis te handhaven. Het hof oordeelt dat er sprake is van een verdenking van een buitengewoon ernstig feit, waarvoor een gevangenisstraf van twaalf jaren of meer kan worden opgelegd.
De omstandigheden van het schietincident, dat zich op straat heeft afgespeeld en voor derden waarneembaar was, hebben geleid tot een geschokte rechtsorde. De vrijlating van de verdachte zou naar verwachting maatschappelijke onrust veroorzaken. Ondanks het feit dat de verdachte niet de schutter lijkt te zijn, blijft de verdenking van medeplegen bestaan. Het hof concludeert dat er gevaar voor recidive is en dat schorsing van de voorlopige hechtenis op dit moment niet aan de orde is. Het verzoek tot schorsing wordt dan ook afgewezen. De beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, met de griffier aanwezig.