ECLI:NL:GHAMS:2018:5212

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 juni 2018
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
23-003459-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis met correctie van artikelvermelding in economische delicten

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 9 september 2016 was gewezen. De verdachte, geboren in 1959, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Tijdens de zitting in hoger beroep op 18 mei 2018 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die vroeg om dezelfde straf als opgelegd door de rechtbank. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met een belangrijke correctie. In de oorspronkelijke uitspraak was abusievelijk artikel 1a van de Wet op de economische delicten genoemd, terwijl artikel 1 van deze wet van toepassing was. Het hof heeft deze fout gecorrigeerd in zijn uitspraak. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige economische kamer, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. J.M. van Riel, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-003459-16
Datum uitspraak: 1 juni 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Amsterdam van 9 september 2016 in de strafzaak onder parketnummer 81-036315-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1959,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 18 mei 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof de aantekening mondeling vonnis verbeterd leest, nu bij de toegepaste artikelen artikel 1a van de Wet op de economische delicten staat genoemd, terwijl dit artikel 1 van de Wet op de economische delicten moet zijn.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige economische kamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.A. Schimmel, mr. J.D.L. Nuis en mr. P.C. Römer, in tegenwoordigheid van mr. J.M. van Riel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 1 juni 2018.
mr. J.D.L. Nuis is buiten staat dit arrest te ondertekenen.