In deze zaak heeft klaagster op 22 augustus 2017 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam van 6 juni 2017, waarin haar klachten tegen de toegevoegd gerechtsdeurwaarder ongegrond zijn verklaard. De zaak betreft de ontvankelijkheid van klaagster in haar hoger beroep, aangezien het beroepschrift niet tijdig was ingediend. Het hof heeft op 11 januari 2018 de zaak behandeld, maar beide partijen zijn niet verschenen.
Het hof heeft vastgesteld dat het beroepschrift van klaagster op 22 augustus 2017 is ingekomen, wat buiten de dertig dagen termijn viel die in de Gerechtsdeurwaarderswet is vastgesteld. Klaagster heeft echter aangevoerd dat de brief van de kamer met de beslissing naar haar oude adres was gestuurd, waardoor zij niet tijdig op de hoogte was van de beslissing. Het hof heeft de e-mailcorrespondentie tussen klaagster en de kamer in overweging genomen en geoordeeld dat de overschrijding van de appeltermijn verschoonbaar is.
Hierdoor is klaagster ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep en kan de inhoudelijke behandeling van de zaak voortgezet worden. Het hof heeft de gerechtsdeurwaarder verzocht om bepaalde stukken te overleggen en heeft bepaald dat de behandeling van de zaak op een nader te bepalen datum zal plaatsvinden.