ECLI:NL:GHAMS:2019:1249
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van het medeplegen van kraken in Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was aangeklaagd voor het medeplegen van kraken in een pand aan de [adres 2] te Amsterdam, waar hij op 28 oktober 2015 aanwezig was tijdens een politie-inval. De advocaat-generaal had gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde, maar het hof oordeelde anders. Het hof stelde vast dat de enkele aanwezigheid van de verdachte in het pand tijdens de inval niet voldoende was om te concluderen dat hij daar wederrechtelijk had vertoefd. De verdachte had verklaard dat hij in het pand was om iemand te helpen verhuizen, en deze verklaring werd ondersteund door bewijsstukken. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op een van de dagen voorafgaand aan de inval in het pand aanwezig was geweest. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van het medeplegen van kraken. Het vonnis van de rechtbank werd vernietigd en het hof deed opnieuw recht.