Dit tussenarrest van het gerechtshof Amsterdam is gewezen in het kader van het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 juli 2016, in de strafzaak met parketnummer 13-665182-16. De verdachte, geboren in Suriname in 1993, is thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad te Westzaan. Tijdens de terechtzitting in hoger beroep op 25 maart 2019 is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman. Het hof heeft besloten dat het noodzakelijk is om getuigen te horen om tot een eindoordeel te komen. Daarom heeft het hof het onderzoek heropend en geschorst, met de opdracht om de getuigen te horen op een nog nader te bepalen datum.
In de beslissing heeft het hof bevolen dat de verdachte, zijn raadsman en de benadeelde partijen worden opgeroepen voor de volgende zitting. Tevens zijn de getuigen [getuige 1], [getuige 2], [getuige 3] en [getuige 4] opgeroepen om te getuigen. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 april 2019 door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin de rechters S. Clement, A.M. van Amsterdam en A.P.M. van Rijn zitting hadden, in tegenwoordigheid van griffier M. Boelens.