ECLI:NL:GHAMS:2019:1546
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.P. den Otter
- A.P.M. van Rijn
- J.H.C. van Ginhoven
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van witwassen en heling van auto-onderdelen na hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor witwassen en heling van auto-onderdelen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten. De zaak kwam aan het hof na een hoger beroep dat was ingesteld tegen het vonnis van 19 april 2018. Tijdens de zitting op 22 februari 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord.
De tenlastelegging omvatte onder andere het verbergen en verhullen van de herkomst van een aanzienlijk geldbedrag, alsook het verwerven en voorhanden hebben van gestolen auto-onderdelen. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor het eerste feit, omdat de aanwezigheid van DNA-sporen niet voldoende was om te concluderen dat de verdachte op de hoogte was van de criminele herkomst van het geld. Eveneens werd vastgesteld dat de verdachte niet wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de goederen van misdrijf afkomstig waren, wat leidde tot vrijspraak voor het tweede feit.
Het hof heeft het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven, aangezien de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.