Uitspraak
Inhoud van de vordering
Procesgang
Beoordeling
Beslissing
1 (een) jaar(onder handhaving van de bij dat arrest gestelde bijzondere voorwaarden).
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 mei 2019 uitspraak gedaan naar aanleiding van een vordering van de advocaat-generaal, ingediend op 12 maart 2019. De vordering betrof de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 27 weken, die was opgelegd bij arrest van 21 september 2017. De veroordeelde had zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan zijn voorwaardelijke veroordeling waren verbonden, waaronder het naleven van een meldplicht bij Reclassering Nederland en het ondergaan van behandeling voor alcoholproblematiek.
Tijdens de openbare terechtzitting zijn de advocaat-generaal, de veroordeelde, zijn raadsman en de toezichthouder gehoord. De advocaat-generaal concludeerde tot afwijzing van de vordering, terwijl de raadsman dit standpunt ondersteunde. Het hof heeft kennisgenomen van een rapport van 15 februari 2019, waarin werd vastgesteld dat de veroordeelde de bijzondere voorwaarden niet had nageleefd. Ondanks een officiële waarschuwing en een laatste kans, gaf de veroordeelde aan liever de gevangenisstraf uit te zitten dan zich aan de voorwaarden te houden.
Echter, ter zitting bleek dat de veroordeelde zijn situatie had heroverwogen en inzag dat hij baat had bij naleving van de voorwaarden. Hij volgde een opleiding en kreeg ondersteuning bij het vinden van werk. Gezien de gewijzigde houding van de veroordeelde en zijn persoonlijke omstandigheden, besloot het hof de vordering van de advocaat-generaal af te wijzen en de veroordeelde een allerlaatste kans te geven. De proeftijd werd met een jaar verlengd, met handhaving van de eerder gestelde bijzondere voorwaarden. Het hof benadrukte dat bij verdere overtredingen de reclassering het toezicht kan retourneren aan het openbaar ministerie.