ECLI:NL:GHAMS:2019:2384

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 juli 2019
Publicatiedatum
12 juli 2019
Zaaknummer
23-000327-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake diefstal van een Apple iMac uit een school te Haarlem

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 29 januari 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1998, was beschuldigd van het medeplegen van diefstal van een Apple iMac uit een school in Haarlem op 16 augustus 2017. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting op 27 juni 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de raadsman gehoord. De tenlastelegging omvatte het wegnemen van de computer met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, waarbij de verdachte en zijn medeverdachte zich toegang tot de school hadden verschaft door middel van braak, verbreking of inklimming.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op camerabeelden te zien was tijdens de diefstal, maar heeft het verweer van de raadsman verworpen dat de verdachte niet de persoon was die de inbraak had gepleegd. Het hof oordeelde dat de verdachte samen met zijn medeverdachte de diefstal had gepleegd, maar sprak hem vrij van de beschuldiging van braak, verbreking of inklimming. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 80 uur, met een voorwaardelijke straf van 40 dagen jeugddetentie, en heeft daarbij rekening gehouden met de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte. De op te leggen straf is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000327-18
datum uitspraak: 11 juli 2019
TEGENSPRAAK
(gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 29 januari 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-226134-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
27 juni 2019.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 16 augustus 2017 te Haarlem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit een school) heeft weggenomen een computer (Apple Imac), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan de [school] (gelegen aan de [adres 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen computer onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Bewijsoverweging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat uit het feit dat de verdachte mogelijk in de middag van 16 augustus 2017 bij de school is geweest niet wil zeggen dat hij één van de personen was die ’s avonds daar heeft ingebroken.
Het hof verwerpt het verweer.
Uit de aangifte in samenhang met de beschrijving van beelden van bewakingscamera’s blijkt dat op 16 augustus 2017 tussen 20.30 uur en 21.00 uur een Apple iMac computer is gestolen uit de [school] in Haarlem. Op de camerabeelden is te zien dat twee mannen rond 20.47 uur uit de school het schoolplein oplopen, waarbij een van hen een afgedekt voorwerp in zijn handen heeft dat qua vorm overeenkomt met een beeldscherm. Het hof gaat ervan uit dat dit de weggenomen Apple iMac betreft. Het gezicht van de man met de Apple iMac is op de beelden niet zichtbaar, het gezicht van de tweede man wel. Die tweede man is door opsporingsambtenaren herkend als [medeverdachte]. De man met de Apple iMac heeft een jas aan voorzien van een logo dat lijkt op het logo van het merk The North Face. Tevens heeft hij een blauwe broek aan voorzien van een verticale streep over de onderbenen en een horizontale streep in de knieholten.
Bij de stukken in het dossier bevinden zich meerdere processen-verbaal van herkenning door opsporingsambtenaren, waaruit blijkt dat zij de verdachte hebben herkend op foto’s van camerabeelden van de school van 15 augustus 2018 om 15:39 uur én van 16 augustus 2018 om 15:21 uur. De verdachte was steeds in gezelschap van [medeverdachte]. Tevens hebben meerdere verbalisanten aan de hand van de foto’s waargenomen dat de man met de Apple iMac (om 20:47 uur) dezelfde kleding droeg als de verdachte eerder die dag (om 15:21 uur). Verbalisant [naam 1] heeft tevens waargenomen dat ook het postuur van de man met de Apple iMac overeenkomt met dat van de verdachte en verbalisant [naam 2] heeft de verdachte op de bewegende beelden van 16 augustus 2018 om 20:47 uur herkend aan zijn houding en zijn loopje.
Op grond van het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, is het hof van oordeel dat het de verdachte is geweest die de tenlastegelegde diefstal samen met [medeverdachte] heeft begaan.
Wel is het hof met de raadsman van oordeel dat niet bewezen kan worden dat sprake is van braak, verbreking of inklimming, zodat de verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 16 augustus 2017 te Haarlem tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een school heeft weggenomen een computer (Apple iMac), toebehorende aan de [school] gelegen aan de [adres 2].
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het aanwenden van een rechtsmiddel zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
Diefstal door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 80 uur, bij niet naar behoren verrichten te vervangen door 40 dagen jeugddetentie, waarvan 40 uur voorwaardelijk, bij niet naar behoren verrichten te vervangen door 20 dagen jeugddetentie, met een proeftijd voor de duur van 2 jaren, onder oplegging van algemene en bijzondere voorwaarden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uur, bij niet naar behoren verrichten te vervangen door 60 dagen hechtenis.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan de diefstal van een Apple iMac uit een school. Dit is een ernstig feit dat schade en hinder voor de betrokkenen oplevert. De verdachte heeft door zijn handelen laten zien dat hij geen respect heeft voor andermans eigendommen.
Anders dan de politierechter ziet het hof geen reden om toepassing te geven aan het jeugdstrafrecht. De verdachte was ten tijde van het onderhavige strafbare feit meerderjarig. Uitgangspunt is dan dat de verdachte bestraft wordt overeenkomstig het strafrecht voor volwassenen. Daarvan wordt ingevolge het bepaalde in artikel 77c Wetboek van Strafrecht afgeweken indien de persoonlijkheid van de verdachte daartoe aanleiding geeft. Dergelijke omstandigheden zijn gesteld noch gebleken.
Het hof heeft bij de strafoplegging gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting, opgesteld door het Landelijk Overleg van Vakinhoud Strafrecht (LOVS) van de rechtbanken en de hoven. Daarin staat voor inbraak in een school een taakstraf voor de duur van 120 uren vermeld. Het hof zal, nu het geen braak bewezen acht, anders dan de advocaat-generaal, een lagere taakstraf als uitgangspunt nemen.
Rekening houdend met de relatief jeugdige leeftijd van de verdachte ten tijde van het begaan van het feit en de omstandigheid dat de verdachte inmiddels begeleid woont en daarin, gelet op de toelichting van zijn raadsman, een positieve ontwikkeling lijkt door te maken, is het hof van oordeel dat een deels voorwaardelijke taakstraf, van gelijke duur als opgelegd door de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, in dit geval passend en geboden is.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat een gedeelte van de taakstraf, groot
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een paar schoenen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. M.L.M. van der Voet en mr. B.A.A. Postma, in tegenwoordigheid van mr. J. Mulder, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
11 juli 2019.
Mr. Postma is buiten staat het arrest mede te ondertekenen.
[.........]