Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 2faalt. Terecht heeft de kantonrechter overwogen dat, nu de bezwaarprocedure voor [appellant] niet goed is afgelopen, kan worden uitgegaan van de juistheid van de terugvorderingsbeschikking en dat de latere indicatiestelling daaraan niet kan afdoen, omdat die op een andere periode ziet. Ook als juist is dat [appellant] door de jaren heen een onverminderde zorgbehoefte heeft gehad door blijvende beperkingen, is dat niet relevant, al was het maar omdat het PGB niet is teruggevorderd vanwege een lagere zorgbehoefte, maar op grond van het feit dat [appellant] de besteding van het PGB niet (op de juiste wijze) heeft verantwoord.