Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.ESRA PAK DÖNER V.O.F.,
[vennoot 2],
[vennoot 3],
[vennoot 4],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
drie grieven in principaal appelbetoogt de Gemeente dat de rechtbank ten onrechte het in het rapport van BCA genoemde bedrag aan winst voor belasting over 2013 als grondslag van de schadeberekening heeft genomen. De Gemeente voert aan dat de in het rapport genoemde winstcijfers over de jaren 2012 en verder kennelijk zijn gebaseerd op extrapolatie van de winst over 2010, maar dat de juistheid van dat laatste bedrag niet is aangetoond, nu over dat jaar geen jaarstukken zijn overgelegd, terwijl voorts de wijze van extrapolatie onduidelijk is. Voorts heeft volgens de Gemeente de genoemde winst voor belasting over 2010 betrekking op de twee vestigingen die Esra in dat jaar nog had, te weten de onderhavige kiosk en een zaak aan het [adres 2] in Amsterdam. De Gemeente meent dat moet worden uitgegaan van de winstcijfers over de eerste negen maanden van 2010 die blijken uit het rapport van Administratiekantoor Westerwatering (hierna: Westerwatering), de voormalige accountant van Esra, dat door haar is overgelegd in het kader van de onderhandelingen over de overeenkomst tot huurbeëindiging. Die winst dient te worden toegewezen over de door de rechtbank gehanteerde periode van 19 maanden, hetgeen resulteert in een schadevergoeding van € 51.157,=. De
eerste drie grieven in incidenteel appelkomen erop neer dat de rechtbank de periode waarover de winstderving moet worden vergoed ten onrechte heeft beperkt tot 19 maanden.
vierde grief in incidenteel appelhoudt in dat de rechtbank ten onrechte geen vergoeding heeft toegekend voor verlies van de goodwill. Deze grief is tevergeefs aangevoerd. De eventuele goodwill die de kiosk voor de sluiting had, is verloren gegaan met de door Esra aanvaarde beëindiging van de huurovereenkomst en sluiting van de kiosk. Gelet op de hiervoor gesignaleerde niet bovenmatige winstgevendheid van die kiosk valt niet in te zien dat Esra gedurende de hier relevante periode van ongeveer 40 maanden nieuwe goodwill had kunnen opbouwen.