ECLI:NL:GHAMS:2019:2783

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 juli 2019
Publicatiedatum
29 juli 2019
Zaaknummer
23/000283-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep valsheid in geschrifte met betrekking tot kredietverstrekking

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1976, was beschuldigd van valsheid in geschrifte. De tenlastelegging omvatte het verstrekken van vervalste rekeningafschriften en salarisspecificaties aan een bedrijf met het doel een kredietverstrekking te verkrijgen. De feiten vonden plaats tussen 19 juli 2017 en 7 augustus 2017 in Alkmaar. Tijdens de zitting op 28 juni 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. Het hof oordeelde dat de verdachte opzettelijk gebruik heeft gemaakt van vervalste geschriften, wat bewezen werd verklaard. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van andere ten laste gelegde feiten. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, waarbij het hof de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte in overweging nam. Het hof benadrukte dat de verdachte het vertrouwen in het economisch verkeer heeft geschaad door het gebruik van vervalste documenten. De op te leggen straf is gebaseerd op de artikelen 22c, 22d, 63 en 225 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000283-18
datum uitspraak: 12 juli 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 18 januari 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-216682-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1976,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 28 juni 2019.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, in of omstreeks de periode van 19 juli 2017 tot en met 7 augustus 2017 te Alkmaar, althans in Nederland opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valselijk opgemaakte en/of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware deze echt en onvervalst, door
- één of meer rekeningafschrif(en) van ING te verstrekken aan [bedrijf] teneinde een kredietverstrekking te verkrijgen, terwijl op voornoemd(e) rekeningafschrift(en) van (vrijwel) alle transacties data en/of bedragen en/of omschrijvingen van af- en bijschrijvingen was/waren aangepast en/of
- een salarisspecificatie van Veiligheidsregio Kennemerland te verstrekken aan [bedrijf] teneinde een kredietverstrekking te verkrijgen, terwijl op voornoemde salarisspecificatie de datum en/of het salaris en/of het brutoloon en/of het minimumloon en/of het aantal SVW-dagen waren aangepast en/of hij, verdachte, op deze (aangepaste) datum en/of ten tijde van de verstrekking niet (meer) werkzaam was bij Veiligheidsregio Kennemerland;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, in of omstreeks de periode van 19 juli 2017 tot en met 7 augustus 2017 te Alkmaar, althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [bedrijf] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een kredietverstrekking voor het bedrag van €5000, door
- één of meer vervalste rekeningafschrif(en) (met daarop aangepaste data en/of bedragen en/of omschrijvingen van af- en bijschrijvingen) en/of
- een vervalste en/of valse salarisspecificatie (met daarop een aangepaste datum en/of aangepaste salarisgegevens)
aan vernoemde [bedrijf] te verstrekken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij, in de periode van 19 juli 2017 tot en met 7 augustus 2017 te Alkmaar, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als waren deze echt en onvervalst, door
- één of meer rekeningafschrift(en) van [(..)] te verstrekken aan [bedrijf] teneinde een kredietverstrekking te verkrijgen, terwijl op voornoemde rekeningafschrift(en) van transacties, data en/of bedragen en/of omschrijvingen van af- en bijschrijvingen waren aangepast en
- een salarisspecificatie van [(..)] te verstrekken aan [bedrijf] teneinde een kredietverstrekking te verkrijgen, terwijl op voornoemde salarisspecificatie de datum was aangepast.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, waarvan 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte door een loonstrook en rekeningafschriften te vervalsen. Door deze vervalste geschriften te gebruiken heeft de verdachte het vertrouwen dat in het economisch verkeer in dergelijke stukken moet kunnen worden gesteld geschaad. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Het hof heeft acht geslagen op het de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 17 juni 2019.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 63 en 225 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Iedema, mr. N.A. Schimmel en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van mr. S. Grote Ganseij, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 12 juli 2019.
[…]