ECLI:NL:GHAMS:2019:2862
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinder- en partneralimentatie na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de alimentatieverplichtingen van de man na de echtscheiding van partijen. De vrouw heeft in hoger beroep beroep gedaan op een hogere bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, alsook op een uitkering tot haar levensonderhoud. De man heeft in incidenteel hoger beroep verzocht om de alimentatie voor de kinderen te verlagen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de financiële situatie van beide partijen en de behoeften van de kinderen. De man heeft een eenmanszaak en zijn inkomsten zijn in de loop der jaren fluctuerend geweest, mede door gezondheidsproblemen na een auto-ongeluk. Het hof heeft vastgesteld dat de man een draagkracht heeft van € 155,- per maand voor de kinderalimentatie, wat resulteert in een bijdrage van € 77,50 per kind per maand. Voor de partneralimentatie is de draagkracht van de man vastgesteld op € 168,- per maand, wat leidt tot een uitkering aan de vrouw van datzelfde bedrag. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad, en het meer of anders verzochte is afgewezen.