Een proces-verbaal van bevindingen van [naam 2] van 5 januari 2018
Op 5 januari 2018 was ik ter plaatse op [adres 4] te Den Helder. Ik zag dat de mij ambtshalve bekende [verdachte] in de opening van de garagebox stond. De garagebox kon worden geopend. Aan de rechterzijde van de garage zag ik een motorfiets staan, ik zag dat deze motor niet origineel meer was. Ik herkende de basis van de motor aan het frame, motorblok en velgen als een [merk 2] [type] . Ik zag dat het framenummer op het balhoofd verwijderd was en hierna was overgespoten. Op het balhoofd waren slijpsporen zichtbaar op de plek waar normaliter het framenummer van de motor zou moeten staan. Ik zag dat op de cockpit van de motor het contactslot was verwijderd. Aan de achterzijde van de motor was geen kentekenplaat bevestigd.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 2 en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 2 en 3 bewezen verklaarde levert op:
telkens:
opzetheling.
Strafbaarheid van de verdachte
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 2 en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.
Oordeel van de politierechter en standpunten van partijen
De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 2, 3 en 4 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
De raadsman heeft namens de verdachte verzocht om, in het geval van strafoplegging, een geldboete, een taakstraf of een voorwaardelijke straf, omdat de verdachte als zzp-er in de
offshorewerkt en hij zijn baan zou kunnen kwijtraken als hij niet inzetbaar is.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de heling van twee motorfietsen. Het stelen en helen van voertuigen leidt tot veel schade en overlast voor de slachtoffers. De verdachte heeft door zijn helingsactiviteiten direct meegewerkt aan het in stand houden van een afzetmarkt die diefstal lonend maakt. Indirect heeft hij hiermee ook bijgedragen aan het duperen van de bestolenen.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 11 juli 2019 is hij eerder ter zake van vermogensdelicten, waaronder heling, onherroepelijk veroordeeld.
Ondanks de door de raadsman aangevoerde omstandigheden acht het hof geen andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. De verdachte heeft de misdrijven gepleegd gedurende de proeftijd van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. Deze proeftijd heeft hem er kennelijk niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Reeds om die reden acht het hof een voorwaardelijke straf niet passend. Vanwege de ernst van het feit en de recidive van de verdachte zijn ook een geldboete of een taakstraf niet passend.
Het hof zal een gevangenisstraf van kortere duur opleggen dan door de advocaat-generaal gevorderd, nu het hof de verdachte vrijspreekt van het onder 4 tenlastegelegde. Het hof acht, alles afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken passend en geboden.
Door de politierechter zijn beslissingen genomen over een [merk 2] [type] en een [merk 1] . Het hof beschikt, net als de advocaat-generaal, slechts over een beslaglijst waarop die voorwerpen niet staan. Het hof zal over die voorwerpen dan ook geen beslissing nemen.
Op die beslaglijst staan wel een [merk 3] motorfiets en een ongebruikt aluminium slakkenhuis vermeld. Het hof zal daarom beslissingen nemen met betrekking tot die voorwerpen.
Bij gelegenheid van het onderzoek naar het onder 3 en 4 ten laste gelegde feit is in de garage die de verdachte huurde een [merk 3] motorfiets aangetroffen. Dat voorwerp is in beslag genomen en nog niet teruggegeven. Het behoort aan de verdachte toe. Van de [merk 3] motorfiets ontbreken het kenteken, contactslot en chassisnummer, zodat het niet anders kan dan dat het van misdrijf afkomstig is. Het kan daarom dienen tot het begaan van soortgelijke feiten als opzetheling. Het zal worden onttrokken aan het verkeer aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.
Bij de verdachte is ook een ongebruikt aluminium slakkenhuis in beslag genomen en nog niet teruggegeven. Het behoort aan de verdachte toe. Het hof zal hiervan de teruggave aan de verdachte gelasten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 36b, 36d, 57, 63 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 26 januari 2017 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van een week. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Gebleken is dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. Het hof ziet geen aanleiding om, zoals door de raadsman bepleit, de straf om te zetten in een geldboete of taakstraf. De verdachte wist immers dat er nog een gevangenisstraf boven zijn hoofd hing, en heeft er desondanks voor gekozen de bewezen verklaarde strafbare feiten te plegen.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 4 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 STK Motorfiets (omschrijving: [merk 3] ).
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
ongebruikt aluminium slakkenhuis (846480).
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 26 januari 2017, parketnummer 15-226922-16, te weten van:
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.P. den Otter, mr. A.P.M. van Rijn en mr. M.J.A. Plaisier, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Biersteker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 5 augustus 2019.
=========================================================================
[…]