ECLI:NL:GHAMS:2019:335
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van zware mishandeling en mishandeling op grond van noodweer in hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van zware mishandeling en mishandeling van een slachtoffer op 18 december 2015 in Assendelft. De tenlastelegging omvatte het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer door hem te slaan en te schoppen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarin hij was veroordeeld.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 10 januari 2019 heeft het hof de verklaringen van getuigen en de verdachte zelf gehoord. De verdediging stelde dat de verdachte handelde uit noodweer, omdat hij als eerste door de aangever was geslagen. Het hof heeft vastgesteld dat de verklaringen van getuigen over de toedracht van het incident uiteenliepen, maar dat er voldoende steun was voor de verklaring van de verdachte dat hij in een reflex had gereageerd op de aanval van de aangever.
Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en dat de verdachte handelde uit noodweer. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van zowel de zware mishandeling als de mishandeling. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de ten laste gelegde feiten. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.