ECLI:NL:GHAMS:2019:3414
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hennepzaak na terugwijzing door Hoge Raad
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 augustus 2019 uitspraak gedaan na terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden. De zaak betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, waarin de verdachte op 4 maart 2016 was veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand en een werkstraf van 120 uren. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 7880 gram hennep op 19 december 2015 in Landsmeer. Na het hoger beroep heeft het gerechtshof het eerdere vonnis vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld, maar deze uitspraak werd later door de Hoge Raad vernietigd en terugverwezen naar het gerechtshof voor herbehandeling.
Tijdens de zitting op 14 augustus 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voorstelde. Het hof heeft vastgesteld dat er niet wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastelegging, en heeft de verdachte vrijgesproken van het hem ten laste gelegde feit. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het heeft geoordeeld dat de verdachte niet schuldig was aan de hem ten laste gelegde feiten. Dit arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is niet door de voorzitter en jongste raadsheer ondertekend, omdat zij daartoe buiten staat waren.