Uitspraak
Onderzoek van de zaak
verwijstde zaak derhalve
naar de raadsheer-commissarisvoor het horen van de verbalisant
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 oktober 2019 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 18 juli 2018 was uitgesproken. De verdachte, geboren in 1997, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis dat betrekking heeft op de strafzaak met parketnummer 13-132089-18 en 23-002984-16. Tijdens de zitting in hoger beroep op 20 september 2019 is het hof tot de conclusie gekomen dat het onderzoek niet volledig was geweest, met name met betrekking tot het horen van de verbalisant. De raadsman van de verdachte had verzocht om de verbalisant als getuige te horen, maar dit verzoek was niet ingewilligd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdediging onvoldoende was betrokken bij de beslissing om de verbalisant niet te horen en heeft daarom het verzoek van de raadsman om de verbalisant te horen toegewezen. Het hof heeft besloten het onderzoek te heropenen en de zaak te verwijzen naar de raadsheer-commissaris voor het horen van de verbalisant. Het hof heeft de stukken in handen gesteld van de raadsheer-commissaris en de hervatting van het onderzoek op een nader te bepalen datum gelast. De beslissing is genomen in het belang van een eerlijk proces en om de belangen van de verdediging te waarborgen.