ECLI:NL:GHAMS:2019:3647

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 oktober 2019
Publicatiedatum
10 oktober 2019
Zaaknummer
R 000618-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van schadevergoeding op basis van artikel 591a Sv voor reiskosten en rechtsbijstand in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 oktober 2019 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van verzoekster, die een schadevergoeding vroeg op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het verzoekschrift is op 21 mei 2019 ingekomen en betreft kosten die zijn gemaakt in verband met rechtsbijstand en reiskosten in de strafzaak met parketnummer 23-002196-18. De advocaat-generaal heeft op 15 augustus 2019 het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer op 26 september 2019 was verzoekster niet aanwezig.

Verzoekster vroeg om vergoeding van reiskosten van haar woning in Zandvoort naar de rechtbank in Haarlem en naar het hof in Amsterdam, evenals vergoeding van vliegtickets van Turkije naar Nederland. Het hof oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor de vergoeding van de reiskosten van Zandvoort naar Haarlem en Amsterdam, maar niet voor de vliegtickets, omdat verzoekster onvoldoende had onderbouwd dat zij uitsluitend voor het onderzoek ter terechtzitting uit Turkije naar Nederland was gekomen. Het hof kende een totale schadevergoeding toe van € 2.786,20, bestaande uit € 2.217,78 voor rechtsbijstand, € 18,42 voor reiskosten en € 550,00 voor kosten in verband met de verzoekschriftprocedure. Het overige verzoek werd afgewezen.

De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van het hof. De voorzitter heeft de tenuitvoerlegging van de beschikking bevolen, waarbij het bedrag van de schadevergoeding op de rekening van de advocaat van verzoekster moet worden overgemaakt.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 000618-19 (591a Sv)
parketnummer in hoger beroep: 23-002196-18
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1954,
domicilie kiezende ten kantore van haar advocaat,
mr. J. Biemond, Joseph Ledelstraat 116, 2518 KM Den Haag.

1.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 21 mei 2019 ingekomen.
Op 15 augustus 2019 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 26 september 2019 de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoekster is niet in raadkamer verschenen.

2.Inhoud van het verzoek

Het verzoek strekt tot het toekennen van een vergoeding op de voet van artikel 591a Sv ter zake van:
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak met voormeld parketnummer ten bedrage van € 2.217,78;
reiskosten gemaakt ten behoeve van het onderzoek en het bijwonen van de behandeling van de strafzaak ten bedrage van € 359,75;
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 550,00.

3.Beoordeling van het verzoek

Bij arrest van dit hof van 26 februari 2019 is de strafzaak met voormeld parketnummer geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
Ingevolge het bepaalde in artikel 90, eerste lid, Sv heeft de toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Onder 2 is verzocht een vergoeding van reiskosten ten behoeve van het onderzoek en het bijwonen van de behandeling van de zaak.
Verzoekster vraagt om vergoeding van reiskosten van haar woning in Zandvoort naar de rechtbank in Haarlem en naar het hof in Amsterdam alsmede om vergoeding van vliegtickets van Turkije naar Nederland nu zij stelt grotendeels in Turkije te verblijven.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor vergoeding van de reiskosten van Zandvoort naar de rechtbank te Haarlem v.v. en naar het gerechtshof te Amsterdam v.v. tot een bedrag van – zoals door verzoeker is gesteld – € 18,42 (2x 2,27 en 2x 6,94)
Geen gronden van billijkheid zijn aanwezig voor vergoeding van de vliegtickets nu verzoekster staat ingeschreven in Zandvoort, het gestelde voorts onvoldoende is onderbouwd en evenmin tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat verzoekster uitsluitend) voor het onderzoek ter terechtzitting uit Turkije naar Nederland is gekomen.
Verzoekster vraagt eveneens om vergoeding van haar reiskosten in verband met een overleg met haar advocaat. Het hof wijst het verzoek in zoverre af omdat deze kosten niet zijn gemaakt ‘ten behoeve van het onderzoek en de behandeling der zaak’ zoals bedoeld in artikel 591a, lid 1 Sv (vergelijk Gerechtshof Amsterdam 6 april 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:1196).
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van:
  • het verzochte onder 1 tot een bedrag van € 2.217,78;
  • het verzochte onder 2 tot een bedrag van € 18,42;
  • het verzochte onder 3 tot een bedrag van € 550,00.

4.Beslissing

Het hof :
Kent op de voet van artikel 591a Sv aan verzoekster een vergoeding toe van € 2.786,20 (tweeduizend zevenhonderdzesentachtig euro en twintig cent).
Wijst het anders of meer verzochte af.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoekster.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. M. Iedema, F.A. Hartsuiker en V. Mul, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Groenenberg als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 10 oktober 2019.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van € 2.786,20 (tweeduizend zevenhonderdzesentachtig euro en twintig cent) op bankrekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. J. Biemond o.v.v. schadevergoeding [verzoeker].
Amsterdam, 10 oktober 2019.
mr. M. Iedema, voorzitter.