ECLI:NL:GHAMS:2019:4132
Gerechtshof Amsterdam
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake voeging van zaken in civiele procedure
In deze zaak heeft Modalfa B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, gewezen op 30 januari 2019. Modalfa, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. van Weeren, heeft bij dagvaarding van 18 maart 2019 zes grieven geformuleerd en bewijs aangeboden. De tegenpartij, Laundry Beheer B.V. en een tweede geïntimeerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. Y. Benjamins, hebben gereageerd met een memorie van antwoord en een incidentele vordering tot voeging van een andere aanhangige zaak. De tweede geïntimeerde heeft gesteld dat de zaken verknocht zijn en heeft om voeging verzocht op grond van artikel 222 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Het hof heeft de incidentele vordering tot voeging beoordeeld en vastgesteld dat aan de eisen van artikel 222 lid 1 Rv is voldaan. Het hof heeft besloten de onderhavige zaak te voegen met de andere zaak met zaaknummer 200.266.737/01. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. De hoofdzaak is verwezen naar de rol van 3 december 2019 voor beraad partijen, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 19 november 2019 door de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam.