ECLI:NL:GHAMS:2019:4147

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 november 2019
Publicatiedatum
20 november 2019
Zaaknummer
23-002884-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van winkeldiefstal

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van winkeldiefstal, gepleegd op 6 september 2016 te Amsterdam. De tenlastelegging betrof het wegnemen van vlees, kaas en/of (knoflook)saus, toebehorende aan een winkel. Tijdens de zitting in hoger beroep op 29 oktober 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis waarvan beroep had gevorderd. De verdediging heeft betoogd dat de verdachte niet de persoon is die zich schuldig heeft gemaakt aan de winkeldiefstal.

Het hof heeft de zaak zorgvuldig onderzocht, inclusief de processtukken en het verhandelde ter zitting. Het hof kwam tot de conclusie dat er niet de vereiste mate van overtuiging was om de verdachte te veroordelen. De rechterlijke instantie heeft vastgesteld dat de bewijslast niet voldoende was om tot een bewezenverklaring te komen. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.

De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002884-18
datum uitspraak: 12 november 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 9 augustus 2018 in de strafzaak onder parketnummer
13-025172-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1951,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
29 oktober 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 6 september 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen vlees en/of kaas en/of (knoflook)saus, in elk geval enig(e) goed(eren) en/of levensmiddel(en), geheel of ten dele toebehorende aan [winkel], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s):
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof met betrekking tot de bewijsvraag komt tot een andere beslissing dan de politierechter in eerste aanleg.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.

Vrijspraak

Het hof heeft op grond van de processtukken en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep niet de voor een bewezenverklaring vereiste mate van overtuiging bekomen dat de verdachte de persoon is geweest die zich op 6 september 2016 schuldig heeft gemaakt aan een winkeldiefstal bij een filiaal van [winkel] te Amsterdam. Het hof zal de verdachte daarom vrijspreken van het ten laste gelegde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.R.O Mooy, mr. J.J.I. de Jong en mr. P.F.E. Geerlings, in tegenwoordigheid van
mr. S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
12 november 2019.
=========================================================================
[…]