ECLI:NL:GHAMS:2019:4147
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van winkeldiefstal
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van winkeldiefstal, gepleegd op 6 september 2016 te Amsterdam. De tenlastelegging betrof het wegnemen van vlees, kaas en/of (knoflook)saus, toebehorende aan een winkel. Tijdens de zitting in hoger beroep op 29 oktober 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis waarvan beroep had gevorderd. De verdediging heeft betoogd dat de verdachte niet de persoon is die zich schuldig heeft gemaakt aan de winkeldiefstal.
Het hof heeft de zaak zorgvuldig onderzocht, inclusief de processtukken en het verhandelde ter zitting. Het hof kwam tot de conclusie dat er niet de vereiste mate van overtuiging was om de verdachte te veroordelen. De rechterlijke instantie heeft vastgesteld dat de bewijslast niet voldoende was om tot een bewezenverklaring te komen. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.
De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.