ECLI:NL:GHAMS:2019:4264

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 november 2019
Publicatiedatum
3 december 2019
Zaaknummer
23-001143-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging ontnemingsvonnis in hennepkweekzaak met eerdere oogst

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een ontnemingsvordering van het openbaar ministerie, die is ingesteld op basis van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht. De veroordeelde, geboren in 1982, was eerder veroordeeld voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De politierechter had de veroordeelde verplicht om een bedrag van € 1.393,81 aan de Staat te betalen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 31 oktober 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de veroordeelde en zijn raadsvrouw gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat er voldoende aanwijzingen zijn voor een eerdere hennepoogst in de kweekruimte van de veroordeelde. Dit is onderbouwd met verschillende indicatoren, zoals aangetroffen hennepresten, kalkafzetting, vervuiling van koolstoffilters en stof op armaturen. Het hof heeft de motivering van het eerdere vonnis aangevuld en bevestigd dat er sprake is geweest van een eerdere oogst.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met inachtneming van de aanvullende motivering. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de jongste raadsheer niet in staat was het arrest mede te ondertekenen. De uitspraak is openbaar gedaan op 14 november 2019.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001143-18 (ontneming)
datum uitspraak: 14 november 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 15 maart 2018 op de vordering van het openbaar ministerie ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht in de ontnemingszaak met nummer
15-700057-16 tegen de veroordeelde:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
adres: [adres].

Procesgang

Het openbaar ministerie heeft in eerste aanleg gevorderd dat aan de veroordeelde de verplichting zal worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, geschat tot een bedrag van € 1.393,81.
De veroordeelde is bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 15 maart 2018 –kort gezegd – veroordeeld ter zake van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft bij vonnis van 15 maart 2018 de veroordeelde de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.393,81 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Tegen laatstgenoemd vonnis is namens de veroordeelde hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 31 oktober 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de veroordeelde en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, met dien verstande dat het hof de motivering aanvult van het oordeel dat sprake is geweest van een eerdere oogst.

Aanvulling motivering

Gelet op de door de politierechter niet uitgeschreven hierna te noemen aangetroffen indicatoren – zoals vermeld in het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel van 8 december 2015 – is het hof van oordeel dat er voldoende aanwijzingen bestaan op grond waarvan kan worden aangenomen dat een eerdere oogst in de kweekruimte heeft plaatsgevonden.
-
HenneprestenDe gedroogde resten van hennepplanten waren aangetroffen op een droogrek boven de kweektent. Tevens zijn resten aangetroffen tussen het frame en het tentdoek van de kweektent. Zie ook fotonummers 19 en 22.
-
KalkafzettingIn de kweekruimte bevond zich een op kalk gelijkende afzetting op het zeil en aan de onderzijde van de plantenpotten. De hoogte van de op kalk gelijkende afzetting aan de onderzijde van de potten en op het zeil tegen de opstaande rand kwam overeen. Zie fotonummer 20.
-
Stof op koolstoffiltersDe aangetroffen koolstoffilters waren in de kweekruimte bevestigd door middel van spanbanden. Het filterdoek van de koolstoffilters was vervuild. Bij het verplaatsen van de bevestiging bleek dat op de plaats(en) waar deze was aangebracht, het filterdoek een aanzienlijk lichtere kleur vertoonde ten opzichte van de kleur van het overige filterdoek. Het is aannemelijk dat de vervuiling van het filterdoek in de kweekruimte is opgetreden nadat de koolstoffilters in de kweekruimte waren bevestigd. De vervuiling van het filterdoek treedt pas na langere tijd op en wordt veroorzaakt door kleine stofdeeltjes, voornamelijk afkomstig van het droge kweekmedium waarin hennepplanten worden gekweekt. Door de sterke afzuiging van de afgewerkte lucht in de kweekruimte komen deze stofdeeltjes op het filterdoek terecht. Zie fotonummer 17.
-
Stof op voorwerpen
Er lag stof op de kappen van de armaturen van de assimilatielampen. Vervuiling met stof in een hennepkwekerij treedt pas na langere tijd op en wordt veroorzaakt door kleine stofdeeltjes, voornamelijk afkomstig van het droge kweekmedium waarin de hennepplanten worden gekweekt. Door de sterke afzuiging van de afgewerkte lucht in de kwekerij komen deze stofdeeltjes op voormelde goederen terecht. Zie fotonummer 18.
  • DroogrekkenBoven op de kweektent is een droogrek aangetroffen. Op dit droogrek zijn resten van hennepplanten aangetroffen. Zie fotonummer 10.
  • KnipscharenIn de kamer naast de kweekruimte waren knipschaartjes aangetroffen. Op deze knipschaartjes bevonden zich hennepresten. Zie fotonummers 27 en 28.

BESLISSING

Het hof bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. E. van Die, mr. A.P.M. van Rijn, en mr. P.C. Römer, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Simons, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 november 2019.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]