Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
De reisorganisator respecteert een level playing field terzake prijzen, beschikbaarheid en voorwaarden. Deze bepaling beoogt geen verplichtingen voor de reisagent in het leven te roepen.
bleek dat uw cliënten bezig waren om reizen onder de prijs te verkopen daarbij gebruikmakende van de binnen de ANVR te doen gebruikelijke provisiemethode.
het huidige aantal wederverkopers niet meer past in de bedrijfsstrategie van Corendon International Travel B.V.
Wij zullen gaan focussen op een kleiner aantal reisagenten (de zogenaamde Select agenten) waarmee Corendon de afgelopen jaar een intensieve relatie heeft opgebouwd. Het concurrentie veld is de afgelopen jaren dusdanig veranderd dat de strijd online gestreden wordt. Een te groot agentenbestand beperkt ons in de continue concurrentiestrijd met de bekende directsellers.(...)
“ [y] , Ik heb er ook even een nachtje over geslapen, maar punt 2 is echt belangrijk voor ons. Ik kan je wel helpen om dit goed en snel te regelen. Want dat kan. Bel me even als je tijd hebt.
3.Beoordeling
Batavus/Vriend). Vastgesteld moet dus worden of Corendon in strijd met art. 101 VWEU heeft gehandeld.
hard corebeperkingen van de mededinging, zoals het voorschrijven van een minimumprijs. De Richtsnoeren inzake verticale beperkingen van de Europese Commissie (PbEU 2010, C 130/1-46; hierna: de Richtsnoeren) geven nadere invulling aan de verhouding tussen agentuurovereenkomsten en het communautair mededingingsrecht.
tegelijk willen we hiermee tegen gaan dat sommige agenten korting geven op het merk Corendon) en 18 maart 2016 en haar stellingen in eerste aanleg in deze procedure (cva 206), waarin zij zelf toegeeft dat de kortingen die Prijsvrij gaf in elk geval mede de reden waren om de overeenkomst op te zeggen, dragen eraan bij dat het hof het bewijs voorshands geleverd acht en voorshands ervan uitgaat dat de werkelijke reden om juist de agentuurovereenkomst met Prijsvrij op te zeggen niet is gelegen in een gewijzigde bedrijfsstrategie ten aanzien van verkoop van pakketreizen via agenten.
“een overeenkomst gesloten per 5 december 2012”). Anderzijds is er correspondentie uit 2013 die erop lijkt te wijzen dat er in december 2012 niet een dergelijke overeenkomst is gesloten (de brieven van [X] en De Rooij van 1 en 17 mei 2013). Het hof zal daarom Prijsvrij toelaten tot het bewijs van haar stelling dat Corendon de agentuurovereenkomst met haar heeft opgezegd op grond van een afspraak of afstemming met Tjingo.