Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Omdat wij al eerder over een aantal zaken hebben gesproken en dit niet tot enige verandering dan wel verbetering leidt, hebben wij besloten dat wij jouw overeenkomst tot opdracht ex. artikel 7:408 lid 1 BW met onmiddellijke ingang beëindigen.
3.Beoordeling
grieven 2 tot en met 5betoogt [appellante] dat de rechtbank de grondslag van haar primaire en subsidiaire vordering te beperkt heeft weergegeven en ten onrechte heeft geoordeeld dat de overeenkomst van partijen tussentijds opzegbaar was, geen aandacht heeft besteed aan het argument van [appellante] dat de in de opzeggingsbrief genoemde gronden onjuist zijn en de subsidiaire vordering onbesproken heeft gelaten. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
incompatibilité des humeurs. Onder deze omstandigheden had [X ] in redelijkheid een opzegtermijn van (minstens) twee maanden behoren te hanteren. Nu zij dat niet heeft gedaan is [X ] schadeplichtig. De schade bestaat in het loon over die minimale opzegtermijn, door het hof afgerond tot € 3.000,=.