ECLI:NL:GHAMS:2019:4609

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 november 2019
Publicatiedatum
24 december 2019
Zaaknummer
23-003622-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vrijspraak in hoger beroep inzake dierenverwaarlozing

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder vrijgesproken van dierenverwaarlozing, maar het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld. De tenlastelegging omvatte onder andere het onthouden van noodzakelijke verzorging aan meerdere katten en honden, waaronder het niet voorzien in voldoende voedsel, water en medische zorg. Tijdens de zitting in hoger beroep op 5 november 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf eiste. Het hof heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte de nodige zorg aan haar huisdieren heeft onthouden. De stukken die na het hoger beroep zijn ingediend, wezen eerder op de zorg die de verdachte aan haar dieren heeft besteed, zoals regelmatige bezoeken aan de dierenarts. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter bevestigd, met de opmerking dat de wijziging in de tenlastelegging in hoger beroep niet tot een andere beslissing leidt. De vrijspraak is met nadere motivering onderbouwd, waarbij het hof concludeert dat de verdachte niet schuldig is aan de tenlastelegging van dierenverwaarlozing.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003622-18
datum uitspraak: 19 november 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 16 oktober 2018 in de strafzaak onder de parketnummers 15-174863-18 en 15-073967-15 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 november 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis, waarbij de verdachte van het ten laste gelegde is vrijgesproken.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat zij:
in of omstreeks de periode 5 juni 2018 tot en met 18 juli 2018, te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer
als houder van een of meer dieren, te weten (18) katten en/of (5) honden, (telkens) de nodige verzorging aan dat/deze dier(en) heeft onthouden, immers heeft zij, verdachte, de katten en/of honden (telkens) niet voorzien van:
- ( voldoende) eten en/of (voldoende) water in verschillende ruimtes waar de katten en/of de honden leefden,
te weten (de kooi in) slaapkamer 1 en/of slaapkamer 2 en/of de badkamer
en/of
- ( tijdige en/of juiste) noodzakelijke (medische) zorg, waardoor
- meerdere katten en/of honden (veel) vlooien hadden, te weten:
  • kat 1, Oosters kruising, rood van kleur en/of
  • kat 2, Britse Korthaar, crème point van kleur en/of
  • kat 2.1, Britse Korthaar en/of
  • kat 2.2, Britse Korthaar en/of
  • kat 3, Britse Korthaar, silver tabby van kleur en/of
  • kat 4, Britse Korthaar kruising, wildkleur en/of
  • kat 5, Britse Korthaar, wildkleur en/of
  • kat 6, Britse Korthaar, rood cypers van kleur en/of
  • kat 7, Britse Korthaar, schildpadkleur en/of
  • kat 7.1, Britse Korthaar, rood cypers van kleur en/of
  • kat 7.2, Britse Korthaar, lichtgrijs cypers van kleur en/of
  • kat 8, Britse Korthaar kruising, wildkleur en/of
  • kat 9, Britse Korthaar kruising, zwart van kleur en/of
  • kat 10, Britse Korthaar kruising, zwart van kleur en/of
  • hond 11, Franse Bulldog, blond gestroomd en/of
  • hond 13, Franse Bulldog, gestroomd en/of
  • hond 13.1, Franse Bulldog, gestroomd en/of
  • hond 13.2, Franse Bulldog, gestroomd en/of
  • hond 13.3, Franse Bulldog, gestroomd, en/of
- meerdere katten symptomen van niesziekte vertoonden, te weten:
  • kat 1, Oosters kruising, rood van kleur en/of
  • kat 3, Britse Korthaar, silver tabby van kleur en/of
  • kat 5, Britse Korthaar, wild kleur en/of
  • kat 6, Britse Korthaar, rood cypers van kleur en/of
  • kat 7, Britse Korthaar, schildpadkleur en/of
  • kat 10, Britse Korthaar kruising, zwart van kleur en/of
  • kat/kitten 12/12.1/12.2, en/of
- kat 2, Britse Korthaar, crème point van kleur, opgezwollen slijmvliezen bij de anus heeft bekomen
en/of
- een schone en/of gezonde leefruimte (de katten leefden in ruimtes waar (veel) eigen ontlasting lag en/of de honden leefden in een serre/aanbouw waar (veel) vliegen aanwezig waren en/of waar (veel) eigen ontlasting lag en waar de temperatuur te hoog was (buitentemperatuur 21 graden Celsius).

De vordering van de advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde, zoals die na wijziging in hoger beroep is komen te luiden, zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, en tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaren.

Vonnis waarvan beroep

De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere overwegingen en beslissingen dan de politierechter, zodat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, met dien verstande dat het hof aan de vrijspraak de volgende nadere motivering ten grondslag legt. Het hof merkt op dat de omstandigheid dat de tenlastelegging in hoger beroep is gewijzigd in dit geval niet aan een bevestiging van het vonnis in de weg staat, omdat het hof niet komt tot een andere beslissing dan de eerste rechter en het niet gehouden is de verdachte vrij te spreken van de onderdelen die in hoger beroep aan de tenlastelegging zijn toegevoegd (vgl. HR 26 juni 1962,
NJ1963/11).

Nadere motivering vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is ook in hoger beroep onvoldoende komen vast te staan dat de verdachte als houder van in totaal 23 huisdieren de nodige verzorging aan deze dieren heeft onthouden. De stukken die door het openbaar ministerie na het instellen van het hoger beroep zijn ingebracht kunnen niet tot een ander oordeel leiden. Integendeel, die stukken kunnen voor een deel eerder als ontlastend worden gezien, aangezien hieruit blijkt dat de verdachte regelmatig met haar dieren naar een dierenarts is gegaan en zij de adviezen van de dierenarts opvolgde, ook met betrekking tot katten die symptomen van de niesziekte vertoonden.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.M.C. Tilleman, mr. J.J.I. de Jong en mr. A.R.O Mooy, in tegenwoordigheid van mr. K. Sarghandoy, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 november 2019.
=========================================================================
[…]