ECLI:NL:GHAMS:2019:5
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- H.T. van der Meer
- J.H. Lieber
- J.L.G.M. Mertens
- Rechtspraak.nl
Benoeming kandidaat-notaris tot vaste waarnemer en ontvankelijkheid verzoek
In deze zaak heeft een notaris op 24 mei 2018 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden, die op 25 april 2018 het verzoek van de notaris om een kandidaat-notaris tot vaste waarnemer te benoemen had afgewezen. De plaatsvervangend voorzitter oordeelde dat de kandidaat-notaris, die bij een nog niet onherroepelijk geworden uitspraak was veroordeeld voor een misdrijf, niet mocht optreden als waarnemer. Het hof heeft de bestreden beslissing vernietigd, maar verklaarde de notaris niet-ontvankelijk in zijn verzoek. Dit omdat de notaris, na een wijziging van zijn vestigingsplaats, zijn verzoek had moeten richten tot de voorzitter van de kamer in het ressort 's-Hertogenbosch. De notaris had zijn verzoek ingediend terwijl zijn protocol onder de bevoegdheid van de kamer in Arnhem-Leeuwarden viel, wat niet meer geldig was na zijn verhuizing. Het hof concludeerde dat de notaris geen belang meer had bij een beslissing over de benoeming van de kandidaat-notaris tot vaste waarnemer, aangezien deze benoeming niet meer onder de bevoegdheid van de kamer in Arnhem-Leeuwarden viel. De beslissing van het hof werd openbaar uitgesproken op 8 januari 2019.