Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Met 95% zekerheid kan worden gesteld dat 13% van de populatie LEK is.
Op basis van uitgevoerde lekmetingen zijn de leklocaties en de grootte van de lekkages bepaald. Daarbij zijn lekkages geconstateerd op de kijkglazen en in één geval op de breekplaat.
Daarnaast zijn de RM6-installaties welke NIET LEK waren op basis van de metingen onderworpen aan lektesten. Daarbij zijn in drie (3) RM6-installaties lekkages gevonden op meerdere kijkglazen en doorvoeren/ bushings van de Kabelinrichting. De grootte van de gevonden lekkages overschrijden daarbij de door Schneider aangegeven lekmarge van 0,1% per jaar.’
De belangrijkste faalvormen die de levensduur beïnvloeden zijn:
Lekkages van dynamische en statische gasafdichtingen
Vervorming van de nylon (PA6) borgringen van de kijkvensters van de aarder, waardoor de O-ring niet meer goed gecomprimeerd wordt en lekkage optreedt.
door netbeheerders, in ongeconditioneerde ruimten worden opgesteld. In dergelijke ongeconditioneerde ruimten kan in de praktijk bij een lage stroombelasting condensatie optreden. Ten gevolge van veranderingen in de temperatuur en de relatieve vochtigheid van de omgevingslucht slaat vocht neer op (onderdelen van de) opgestelde apparatuur inclusief de Schneider RM6-installaties.
De nylon (PA6) borgringen van de kijkvensters is de dominante faalwijze. Deze kunnen tussen 5 en 25 jaar verweken als gevolg van blootstelling aan vocht, waardoor de gemiddelde levensduur afneemt tot 15 jaar. In dit geval kunnen andere faalwijzen zich niet ontwikkelen.
Wordt de invloed van deze nylon borgringen weggelaten, dan is de verwachte levensduur eveneens 59 jaar, omdat er geen andere levensduur beïnvloedende faalwijzen zijn die door condensatie beïnvloed worden.’
3.Beoordeling
2 juni 2020voor (gelijktijdige) akte aan de zijde van partijen met de hiervoor in rov. 3.30 omschreven doeleinden;