In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 januari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Algerije en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor het voorhanden hebben van een vervalst reisdocument, een nationale identiteitskaart van Frankrijk. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en een gevangenisstraf van twee maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest. De zaak kwam aan het licht na een controle op Schiphol, waar de verdachte de identiteitskaart ter controle aanbood. De Koninklijke Marechaussee concludeerde dat de identiteitskaart vervalst was. De verdachte had verklaard de kaart sinds 2014 in zijn bezit te hebben, maar deze verklaring werd ongeloofwaardig geacht, gezien het feit dat de originele kaart als vermist was gesignaleerd. Het hof oordeelde dat de verdachte wist dat het document vervalst was en dat hij daarmee het vertrouwen in reisdocumenten had geschaad. De opgelegde straf was in lijn met de oriëntatiepunten voor soortgelijke zaken.