Uit de bewijsmiddelenblijkt dat door de politieambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] is gezien dat de verdachte op 4 november 2018 te Hoorn op de weg, het Turfschip, reed, als bestuurder van een Seat Leon, een personenauto voor het besturen waarvan een geldig rijbewijs van categorie B is vereist. Uit onderzoek, bestaande in raadpleging van het BVI-IB systeem, bleek deze politieambtenaren dat het rijbewijs van de verdachte ongeldig was verklaard. De verdachte is staande gehouden.De als bijlage bij hun proces-verbaal gevoegde uitdraai van de gegevens in het voormelde systeem houdt in dat het rijbewijs van de verdachte voor voertuigen van categorie B vanaf 11 mei 2018 ongeldig is verklaard, waarbij daarvoor als reden is vermeld: ongeschiktheid.In het dossier bevinden zich afschriften van de volgende aan de verdachte gerichte brieven, waarvan de nu relevante inhoud steeds kort samengevat is weergegeven:
▪ een brief van 31 januari 2018 van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), inhoudend dat de verdachte een onderzoek moet laten doen naar zijn alcoholgebruik en dat de geldigheid van het rijbewijs van de verdachte is geschorst, zodat hij tot de uitslag van het onderzoek niet mag rijden. Als reden is vermeld dat de verdachte op 1 januari 2018 is aangehouden met een gemeten hoeveelheid alcohol van 610 ug/l, terwijl hij een beginnersrijbewijs had. Het onderzoek bestaat uit een bloedonderzoek, soms een urineonderzoek, een lichamelijk onderzoek en een psychiatrisch onderzoek en kan ertoe leiden, ofwel dat de verdachte mag blijven rijden, mits de cursus alcohol en verkeer wordt gevolgd, ofwel dat zijn rijbewijs ongeldig wordt verklaard. De verdachte is erop gewezen dat hij het onderzoek zelf moet betalen en daartoe eerst de meegestuurde facturen van €762,00 en € 384,00 moet voldoen;
▪ brieven van 29 maart 2018 en brieven van 13 april 2018 van het CBR, betreffende betalingsherinneringen met betrekking tot de voormelde facturen. In deze betalingsherinneringen die zien op de kosten voor het onderzoek is de verdachte uitdrukkelijk eraan herinnerd dat hij moest betalen om te voorkomen dat zijn rijbewijs ongeldig werd;
▪ een aangetekend verzonden brief van 4 mei 2018 van het CBR, inhoudend dat de verdachte geen gevolg heeft gegeven aan de brief van 31 januari 2018 en dat daarom zijn rijbewijs ongeldig wordt verklaard vanaf 11 mei 2018, dat hij niet meer mag rijden en dat hij strafbaar is als hij dat toch doet;
▪ een brief van 6 december 2018 van de officier van justitie die inhoudt, dat de ontzegging van de rijbevoegdheid in de zaak met het nummer dat hoort bij de strafbeschikking betreffende het feit van 1 januari 2018is geëindigd, maar dat de verdachte toch zijn rijbewijs niet terugkrijgt, omdat het CBR daarop een vordering heeft en dat het rijbewijs daarom naar het CBR wordt verstuurd.